De Dow-Jonesindex sloot 0,5 procent in de plus op 16.448,74 punten. De brede S&P 500 klom 0,3 procent tot 1869,43 punten. De Nasdaq week met 4074,40 punten nauwelijks af van de slotstand van vrijdag. Op de laatste dag voor het weekeinde eindigde de technologiegraadmeter nog diep in het rood.
Farmaceut Pfizer voerde de Dow Jones aan met een winst van ruim 4 procent. Het bedrijf bevestigde maandag belangstelling te hebben in een overname van de Britse branchegenoot AstraZeneca. Pfizer gaf daarbij ook aan dat de Britten begin januari al een eerste bod hebben afgewezen.
Mylan
Een ander farmaciebedrijf, Mylan, leverde bijna 3 procent in. De Zweedse branchegenoot Meda heeft het overnamebod van de Amerikaanse medicijnenproducent opnieuw afgeslagen.
Bank of America verloor ruim 6 procent van zijn beurswaarde. De bank moet voorlopig afzien van het voornemen om het dividend te verhogen en voor 4 miljard dollar eigen aandelen in te kopen, omdat de kapitaalpositie opnieuw tegen het licht moet worden gehouden.
Overname
Beleggers lijken kleine hoop te houden op de kansen van General Electric (GE) bij de beoogde overname van delen van het Franse Alstom. De afgelopen dagen werd duidelijk dat het Amerikaanse concern concurrentie krijgt van het Duitse Siemens. Volgens ingewijden komt dat bedrijf dinsdag met een bod op de ook door GE gewenste energietak van Alstom. Het aandeel GE steeg desondanks 0,7 procent.
Ondertussen eiste ook de situatie in Oekraïne weer de aandacht op. Maandag kondigden de VS en de EU nieuwe sancties aan tegen Rusland. De maatregelen treffen regeringsfunctionarissen en bedrijven die banden hebben met president Poetin.
De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,4 procent tot 100,96 dollar. De euro was maandagavond 1,3850 dollar waard, tegen 1,3845 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.
