Geen producten in je winkelwagen.
Wat is Vini Mini?
Startup Vini Mini levert voedingssupplementen voor baby’s, die bedoeld zijn om om de kans te verkleinen dat kinderen later een voedselallergie oplopen. Het bedrijf levert pindapoeders, die ouders een half jaar lang iedere dag toevoegen aan de maaltijd van hun baby.
Vini Mini biedt een ‘testkit’ aan, waarmee kinderen in drie tot zes stappen kunnen wennen aan de pinda’s. Als ze daar goed op reageren, kunnen ze door met een tweede pakket, waar ze een half jaar mee vooruit kunnen. Daarna is het kind gewend aan de pinda’s, is het idee.
Startup van de Week
Iedere week lichten we een veelbelovende startup uit. De Startup van de Week dingt ook mee naar de titel Startup van het Jaar. Benieuwd wie er kans maken? Lees eerdere Startups van de Week terug »
Iedere week lichten we een veelbelovende startup uit. De Startup van de Week dingt ook mee naar de titel Startup van het Jaar. Benieuwd wie er kans maken? Lees eerdere Startups van de Week terug »
Door zuigelingen op jonge leeftijd al aan allergenen zoals pinda’s te laten wennen, verklein je de kans op een latere pinda-allergie. Dat blijkt volgens mede-oprichter Jozien Boersma uit Brits onderzoek. Het zou de laatste jaren ook door consultatiebureau’s worden aangeraden. ‘Het immuunsysteem herkent het allergeen, oftewel de pinda en ziet het niet als indringer’, zegt ze.
Wie zitten erachter?
Boersma richtte de startup in 2020 op met Laurie Lancee. De twee ondernemers zaten ooit samen op de hotelschool en kozen daarna beiden voor een carrière in het bedrijfsleven. Lancee eindigde bij Heineken en Boersma bij Danone, waar ze zich bezighield met babyvoeding.
Toen Lancee eens met haar gezin kampeerde in Spanje, werd haar zes maanden oude zoon plotseling onwel na het eten van een stuk ei. Hij moest met de ambulance naar het ziekenhuis worden gebracht, omdat hij een ernstige allergische reactie had.
Nadat de doktoren hem in het ziekenhuis hadden behandeld, kreeg de amper van de schrik bekomen Lancee te horen dat haar zoon allergisch is voor eieren. Lancee vond dit opmerkelijk, aangezien niemand in haar familie een voedselallergie heeft.
Lancee wilde voorkomen dat meer ouders mee zouden maken wat zij in Spanje doorstond. Samen met haar oude studiemaatje Boersma kwam ze tot het idee voor Vini Mini.
De ondernemers stellen hun dosering te baseren op richtlijnen van kinderartsen. Ook zouden er kinderartsen, voedingstechnici en medici in de adviesraad van de startup zitten. Lancee en Boersma runnen de startup momenteel met enkele stagiairs.
Wie zitten erop te wachten?
Lancee en Boersma willen de producten van Vini Mini voor zoveel mogelijk kinderen beschikbaar maken. Ze stellen de prijs van de kits daardoor zo laag mogelijk te houden. De testkit kost 14,95 euro en de opvolgkit kost 24,95 euro.
Producenten willen niet op al hun producten zetten dat die sporen van pinda’s kunnen bevatten
De startup stelt de verkoopprijs op termijn te willen verlagen, zodra de startup in grotere oplagen kan produceren. Nu kan dat nog niet, omdat Vini Mini nog maar net bestaat. Bovendien kan het bedrijf niet met alle fabrikanten in zee. ‘Ze moeten dan op al hun producten zetten dat het sporen van pinda’s kan bevatten. Dat willen de meeste producenten niet.’
De prijs wordt volgens Boersma verder opgestuwd door hoge grondstof- en ontwikkelingskosten.
De startup stelt 10 procent van de omzet opzij te zetten om ervoor te zorgen dat ook baby’s uit lagere sociaal-economische klassen met het product geholpen kunnen worden. Zij kunnen het bedrijf mailen of via bijvoorbeeld het consultatiebureau een gratis pakket aanvragen.
Ouders kunnen er ook voor kiezen om in plaats van de supplementen van Vini Mini wekelijks drie theelepels pindakaas door de maaltijd van hun zuigelingen te doen, aldus Boersma. Waarom zou je dan nog een testkit moeten kopen?
Volgens Boersma zorgt haar product (foto rechts) voor gemak: ‘Doe je het als ouder zelf, dan moet je doseren met halve theelepels. Wij bieden meteen een betrouwbare dosering, zonder gebruik te maken van de suikers, het zout en de palmolie uit pindakaas.’
Hoever is Vini Mini?
De site werd in januari gelanceerd en Boersma stelt sindsdien ‘tientallen’ producten verkocht te hebben. De startup draait in februari een pilot met een Amersfoortse apotheek, waarbij klanten advies krijgen van de medici. Boersma wil haar product uiteindelijk in meer apotheken en ook in drogisterijen te koop aanbieden.
Momenteel biedt Vini Mini nog enkel pindapoeders aan, maar Boersma heeft plannen voor supplementen voor andere allergenen, zoals ei en noten. Verscheidene universiteiten doen momenteel voor Vini Mini onderzoek naar een supplement voor eieren, vertelt ze.
Wat is het businessmodel?
Vini Mini verdient aan de verkoop van zijn test- en opvolgkit. Je kunt het gerust een uitdagende productgroep noemen. De meeste ouders krijgen maar één of twee kinderen, die op hun beurt alleen in het eerste half jaar van hun leven gebruik kunnen maken van de producten van Vini Mini. Boersma en Lancee zullen dus continu op zoek moeten naar nieuwe afnemers voor hun product.
Nog geld nodig?
Vini Mini haalde eind 2021 een innovatielening op bij de Rabobank. De startup mag tot 150.000 euro bij de bank lenen. Met behulp van de lening willen de ondernemers de eerste maanden doorkomen. Zodra de startup in Nederland een goede omzet draait, wil Boersma een angel-investeerder aan boord halen. Met behulp van vreemd vermogen moet het bedrijf dan over de grens groeien, is het idee.
Als een multinational er hetzelfde in staat als wij, zouden we dom zijn niet met zo’n partij in zee te gaan
Vini Mini is niet de eerste startup die met het idee komt voor voedingssupplementen voor baby’s. Amerikaanse startups deden het eerder, maar die zijn inmiddels ingelijfd door Danone (Ready Set Food) en Nestlé (SpoonfulOne).
Is een overname ook het voorland van Vini Mini? Boersma: ‘Voorlopig willen we zelfstandig blijven doorgroeien. Als een multinational er echter hetzelfde instaat als wij, dus voor gelijke kansen is en voedselallergie wil bestrijden, dan zouden we heel dom zijn om niet met zo’n partij in zee te gaan. Uiteindelijk willen we voedselallergie de wereld uit helpen, en ik kan me voorstellen dat een grote multinational meer slagkracht heeft.’
