Venema over Mojo (audiofragment).
The Alternative
Willem Venema (53)
Omzet: 1,2 miljoen
Werknemers 3
Daagt uit Mojo Concerts
‘Bij Mojo ben ik niet fijn weggegaan, to say the least’
Door zijn ontslag bij concertpromotor Mojo brak Willem Venema in één keer het monopolie van dit bedrijf. Want dat Venema in de muziekwereld zou blijven werken, stond vast. In enkele jaren groeide zijn The Alternative uit tot een serieuze speler. Coldplay trad in Nederland op via Venema, en ook Jamie Cullum laat zijn picknickconcert door de nieuwe partij organiseren.
Ik kan niets anders
“Ik kan eigenlijk niets anders. Ik heb wel hobby’s, maar die kosten geld. Dit levert tenminste nog iets op.” Ziedaar Willem Venema’s laconieke motivatie om te doen wat hij moet doen: concerten organiseren en muzikanten boeken. Toen hij volgens de top van Mojo te lastig werd en moest vertrekken, richtte hij zijn eigen bureau op. Dat deed hij al eerder: in de jaren zeventig was Venema concertpionier met zijn DoubleYou Concerts, dat later door Mojo werd ingelijfd. Bij Mojo moet hij opstappen, omdat hij zijn mond voorbij praatte bij de overname van het bedrijf door het Amerikaanse SFX. “Nee, daar ben ik niet fijn weggegaan, to say the least. Ik had niet aan de pers mogen vertellen dat de grote directeur Ramakers bleef en niet wegging. Dat was eigenlijk alles. Er liepen in de loop der jaren natuurlijk wel vaker discussies tussen mij en de andere directieleden en alles opgeteld was dat genoeg om mij buiten de deur te zetten.”
Geen dadendrang
Niet dat Venema een rancuneus persoon is. Naar eigen zeggen heeft hij niet meer de dadendrang van een jonge gast, en ook van al zijn muzikale helden heeft hij al eens een concert mogen organiseren. “Dus daar zit de uitdaging niet meer in. Ik werk liever met een groep die ik misschien niet thuis zou draaien, maar die wel uit leuke mensen bestaat. Ik heb mezelf The Alternative genoemd. Ik had me ook The Competition kunnen noemen, maar ik zie mezelf als een alternatief van Mojo voor groepen die daar niet geboekt worden. Dat is mijn deel van de markt.”
Nichemarkten
Dat betekent dat Venema vooral nichemarkten zoekt. En jong talent dat elders niet aan de bak komt. Zijn werkwijze wordt beïnvloed door zijn oud-werkgever. “Mojo is een alleseter. Dus werk ik voor artiesten die op zoek zijn naar speciale persoonlijke aandacht, die bij een groot bedrijf minder snel bediend worden. Of mensen uit mijn persoonlijk netwerk, die bijvoorbeeld een hekel hebben aan corporate gedrag.” Door de positie van Mojo kon Venema indertijd een band kraken of maken. “Het is een beweging die ik zelf bij Mojo in gang heb gezet: De carrière van een band loopt parallel met de evenementen van Mojo. Dan krijg je een lancering op Lowlands, vervolgens furore maken op Pinkpop.”
Monopolie
Nu Venema aan de andere kant van de streep staat, heeft hij wel last van dergelijke monopoliepraktijken, erkent hij, zonder erover te willen klagen. “Het uitspelen van je positie mag je geen enkele monopolist kwalijk nemen, ook al denkt de NMA daar anders over. Iedere ondernemer die de kans krijgt een markt in handen te krijgen, zal dat proberen, of je nu kasplantjes verkoopt of concerten organiseert.”
Concurrentiebeding
Het is opmerkelijk dat Venema direct na zijn ontslag met The Alternative kon beginnen. Had hij geen concurrentiebeding? “Dat had ik wel, maar dat contract heb ik niet getekend, dus dat was niet geldig. Men was wel in de veronderstelling dat ik dat had. Door mijn eigenwijze gedrag heb ik dat niet getekend. Ik vond zo’n clausule een belediging: ik moest vanuit een directiefunctie in een loonfunctie stappen, om de verkoop van het bedrijf mogelijk te maken. Ik vond het een rare eis.”
Geen spijt
En spijt dat hij opnieuw begonnen is, heeft hij niet. Iedereen die aandeelhouder was bij Mojo, werd daardoor ook directeur. Het wordt lastig als je met z’n negenen gaat discussiëren over de koers van het bedrijf, denkt hij. “Ik vind het organiseren van concerten en het lanceren van nieuwe groepen ook een stuk leuker dan het aannemen en ontslaan van mensen. Maar dat is iets anders dan directeur zijn van een bedrijf. Nu ben ik dat ook wel, maar alleen omdat iemand de baas moet zijn, daar houdt het wel een beetje mee op. Ik ben niet zo’n corporate denker, vrees ik.”