De Dow-Jonesindex eindigde 1,1 procent hoger op 16.553,93 punten. De brede S&P 500 steeg 1,2 procent tot 1931,59 punten. Daarmee stonden de hoofdgraadmeters iets hoger dan aan het einde van de voorgaande week. Technologiegraadmeter Nasdaq kreeg er 0,8 procent bij en kwam uit op 4370,90 punten.
Het Russische persbureau Interfax meldde vrijdagavond dat de militaire oefeningen van Rusland niet ver van de grens met Oekraïne zijn beëindigd. Die exercities voedden de afgelopen dagen nog de vrees voor een Russische invasie in Oekraïne.
Irak
De Verenigde Staten voerden vrijdag luchtaanvallen uit op strijders van Islamitische Staat (IS) in het noorden van Irak, waarna het Witte Huis liet weten dat er nog geen einddatum is bepaald voor die acties. Op de beurs worden de aanvallen vooral scherp in de gaten gehouden vanwege de eventuele invloed op de productie van olie in Irak.
De olieprijs kwam vrijdag niet sterk in beweging. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,3 procent tot 97,60 dollar, terwijl die van Brentolie met 0,6 procent daalde tot 104,85 dollar. Olieconcerns ExxonMobil en Chevron sloten 1,5 en 1,8 procent in de plus.
Zynga
De maker van internetspelletjes Zynga hoorde bij de verliezers met een min van 1,4 procent. De resultaten van de maker van Farmville in het vorige kwartaal vielen tegen, terwijl het bedrijf ook de verwachtingen voor de komende tijd temperde. Zynga heeft de introductie van nieuwe spellen op de lange baan geschoven.
De producent van energiedrankjes Monster Beverage won bijna 7 procent, na de presentatie van meevallende winstcijfers. Dat gold ook voor kledingketen Gap, die 6 procent meer waard werd.
Microsoft
De Dow Jones werd aangevoerd door doe-het-zelfketen Home Depot, die er 2,4 procent bijkreeg. Microsoft en chipmaker Intel waren met minnen tot 0,2 procent de enige verliezers onder de 30 hoofdfondsen.
De euro was vrijdagavond met 1,3415 dollar evenveel waard als bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.
