Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Openlab: ziektes opsporen als megamarkt

Jezelf thuis testen op aandoeningen is een enorme groeimarkt, is de overtuiging van startup van de week Openlab. Maar dan moet je wel alles in het werk stellen om betrouwbaar te zijn, zegt oprichter Hubert Mooren.

Wat is Openlab?

Openlab wil een zo breed mogelijk palet aan tests ontwikkelen voor een zo groot mogelijke reeks van aandoeningen – te beginnen met een drietal veelvoorkomende SOA’s en de vrouwenkwaal bacteriële vaginose. Thuistesten wordt op den duur net zo vanzelfsprekend als een zwangerschapstest, verwacht het bedrijf uit Rotterdam. Mooren: “We willen over de gehele linie een bekend instituut worden waar je je kan laten testen.”

De tests, met prijzen tussen de 63 en 93 euro, zijn allemaal gebaseerd op het thuis afnemen van lichaamsmateriaal. De enige manier om een betrouwbare uitslag te kunnen garanderen is wat Openlab betreft om dit materiaal, bijvoorbeeld urine, naar een laboratorium te sturen. Met behulp van een anonieme code is de uitslag binnen 48 uur opvraagbaar via de website. 

Binnen twee dagen na de check verdwijnen de data weer van de site. Gebruikers blijven op die manier anoniem. Dat is vooral bij SOA’s een voorwaarde om de drempel zo veel mogelijk te verlagen. Openlab deelt de (geanonimiseerde) gegevens overigens wel met laboratoria en ziekenhuizen voor onderzoek.

Als je echt serieuze klachten hebt, dan moet je natuurlijk naar de huisarts gaan

Openlab slaat op deze manier de huisarts en GGD over. De tests zijn volgens Mooren net zo betrouwbaar als van die instanties, maar: “Als er acute klachten zijn, blijft het advies wel om gewoon naar je huisarts te gaan.”

Openlab anticipeert op de komst van tests die gebruik maken van bloed, een techniek die bijvoorbeeld in de VS groot wordt gemaakt door Theranos. Dat komt er hier ook aan, zegt Mooren, maar de techniek moet volgens hem nog verder ontwikkeld worden. ”Men is er nog niet over uit of je aandoeningen kan afleiden uit zo weinig bloed. En om op hiv te testen heb je bijvoorbeeld een tweede test nodig.”

Wie zitten erachter?

Hubert Mooren is (de enige) oprichter. Hij is afkomstig uit de internetwereld en is nog eigenaar van internetbedrijf Netnotion. “Maar daar is de groei wel uit, en ik was op zoek naar een nieuwe uitdaging.” Mooren las de verhalen over onder andere Theranos en bedacht dat er ook in Nederland een groeiende vraag is naar “anonieme en toegankelijke zorg”.

De ondernemer begon met het onderzoeken van openbare cijfers over aandoeningen, en kwam erachter dat het aantal SOA-besmettingen al jaren groeit.

In het begin had ik het idee om met internetmensen te werken, maar daar kwam ik snel van terug

Toegegeven, Mooren onderschatte de soms taaie, technisch-inhoudelijke kant van het runnen van een biotechbedrijf. “In het begin had ik het idee om met internetmensen te werken, maar daar kwam ik snel van terug.”

De ondernemer had een pitch voorbereid voor de laboratoria waar hij mee wilde samenwerken, maar had veel te weinig inhoudelijke kennis. Hoe ziet zo’n laboratorium er van binnen uit, en hoe werkt het daar? Welke aandoeningen analyseer je met bloed, en welke kun je herleiden uit met urine, nagels en haren? “Dit moest veel wetenschappelijker ingestoken worden wil je betrouwbaarheid kunnen uitdragen.”

Hubert Mooren

Mooren trok een biochemicus, een arts-microbioloog en twee mensen uit de biotechindustrie aan als aandeelhouder. “Dat is voor mij van levensbelang gebleken: sommige technieken bleken bijvoorbeeld al lang achterhaald te zijn.” Met een nieuwe propositie werden vervolgens de eerste laboratoria binnengehaald.

Wie zitten er op Openlab te wachten?

Voorlopig richt Openlab zich op de particuliere SOA-tester, bijvoorbeeld jongeren die zichzelf na de vakantie willen controleren. Maar het testaanbod hangt voor een belangrijk deel van af van welke ziektes op een bepaald moment de boventoon voeren. Zoals syphilis, dat volgens Mooren “een comeback maakt”. Ook Hepatitis E is in opmars.

Op den duur komen er mogelijk drugstesten bij. Die kunnen – in grotere hoeveelheden – ook aan bedrijven in bijvoorbeeld de offshore-industrie en luchtvaart worden aangeboden. Voor verloskundigenpraktijken wordt er gedacht aan een test op het risico van vroeggeboorte.

We willen niet in de Kruidvat liggen tussen de Playmobil en de vliegenmeppers

Openlab is in gesprek met apotheken. In de Kruidvat wil Mooren niet liggen, “tussen de Playmobil en vliegenmeppers”. Openlab wil een meer high end-uitstraling.

Wat is het verdienmodel?

Geld verdient Openlab met een marge op de tests, van ongeveer 10 à 15 procent. De meeste kosten zitten in de – door TNO goedgekeurde – verpakking en de diensten van de aangesloten laboratoria. “En helaas ook de volle mep van 21 procent btw.”

Als je meerdere SOA’s wil testen, gaat de prijs uiteraard omhoog, maar doel is om tests niet meer dan 100 euro te laten kosten. In het delen van data met de laboratoria schuilt vooralsnog geen verdienmodel.

Als er ook B2B kan worden verkocht, bijvoorbeeld aan drugstests voor een offshore-bedrijf, dan kunnen de aantallen verder omhoog.

Hoe ver is Openlab?

Openlab biedt nu in totaal 5 tests. Binnen een jaar moeten dat er 20 kunnen worden.

De eerste deals die met laboratoria werden gesloten waren ook een mijlpaal, zegt Mooren. Die waren niet gewend om met anonieme data te werken, waardoor hun hele IT-systeem aangepast moest worden.

Qua groei kijkt Mooren ook naar België, waar de eerste gesprekken inmiddels zijn gevoerd met laboratoria.

Nog geld nodig?

Tot nu toe investeerde Mooren, samen met een paar bekenden, ruim een ton. Vooral omdat Openlab met al bestaande en uitontwikkelde tests werkt, is er op dit moment nog geen behoefte aan groeikapitaal.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

“Nieuwe tests kunnen we bijna modulair toevoegen en in no time in de markt zetten. Maar als je echt gaat beginnen met grotere, nieuwe tests dan zal je met nieuw onderzoek moeten komen”, zegt Mooren. En dan moeten er ook weer tijd en geld gestoken worden in zaken als bijsluiters, uitlegvideo’s, it-systemen, verpakkingen en websites.

“In de toekomst kun je bijvoorbeeld ook darmkanker opsporen met behulp van urine, maar om die tests te ontwikkelen zijn nog veel meer investeringen nodig.”