“Misschien ben ik een softie, maar ik geloof dat we als mensheid de natuur hard nodig hebben. We krijgen spijt als we er zo mee blijven omgaan. Maatschappelijk verantwoord ondernemen zit in mijn genen. Waar het vandaan komt weet ik niet, ik ben geboren in Rotterdam, 500 meter van het Feijenoord stadion. Het enige groen dat ik als kind kende, was het gras tussen de stoeptegels. Ik ben altijd dol op dieren geweest, toen in 1962 de Nederlandse tak van het Wereld Natuur Fonds werd opgericht, was ik een van de eerste leden. Tijdens mijn studie Economie kwam ik het boek Wat is de natuur ons waard van econoom Roefie Hueting tegen. De schrijver vraagt zich af welke prijs natuur, schone lucht en water hebben in het economische systeem Het boek trof me diep. Ik had het zelf kunnen schrijven.
Na mijn studie werkte ik jaren voor Van Melle in het buitenland, maar mijn eigengereide karakter zorgde ervoor dat ik uiteindelijk voor mezelf wilde beginnen. Op zoek naar een goed idee kwam ik begin jaren tachtig een artikel tegen over The Body Shop. Het concept van cosmetische producten die op een diervriendelijke manier werden gemaakt, sprak me direct aan. Ik zocht contact met oprichtster Anita Roddick, het klikte tussen ons en ze gaf me de rechten voor Duitsland, Oostenrijk en de Benelux.
Voor mij was The Body Shop boetseerklei, een kunstwerk dat ik zelf mede mocht vormgeven. Ik ben het concept gaan uitbereiden en voegde door recycling het milieuaspect toe. Ethisch ondernemen noemde ik het. Ik werd uitgelachen, men geloofde er niet in. Dat zorgde bij mij alleen maar voor een tegendraadse houding. We waren met iets heroïsch bezig.
Begin jaren tachtig kwam voor mijn gevoel de omslag, vooral in Nederland. De tijdsgeest veranderde, mensen kochten de shampoo en zeep met het gevoel dat ze iets goeds deden. We groeiden als kool en in 1984 ging The Body Shop in Engeland naar de beurs. Ik werd met het echtpaar Roddick mededirectielid van The Body Shop International. Toen we het concept vier jaar later in Amerika introduceerden, leerde ik via het Social Venture Network (SVN) Ben Cohen kennen, een van de oprichters van het Ben & Jerry’s ijs. Toen ik zijn verhaal hoorde, wist ik direct dat dit ook in Europa geïntroduceerd moest worden. Ik wilde laten zien dat het succes van de The Body Shop geen toevalstreffer was, wat met cosmetica kan, lukt ook met ijs en andere producten. Vijf jaar later was Ben & Jerry’s Benelux een feit.
Tegenwoordig moeten producten die op een verantwoordelijke manier zijn gemaakt, geen soft, zielig imago hebben. Het moet er gelikt uitzien Daarom gaat het nu weer zo goed met The Body Shop, de winkels zien er aantrekkelijk uit en de producten zijn goed. Dat er bij de productie geen schade is toegebracht aan mens, dier of milieu, maakt het voor consumenten extra aantrekkelijk.
Al mijn belangen in The Body Shop heb ik ondertussen verkocht, maar ik ben er nog wel bij betrokken als adviseur. Financieel heb ik geboft, uiteraard is niet alles goed gegaan, maar ik kan goed leven van de dingen die ik heb gedaan. Nu werk ik nog, omdat ik het leuk vind. Met mijn BV Natural Solutions adviseer ik bedrijven. Het is zaak om de echt grote jongens, de L’Oréals en Unilevers, te helpen om hun koers te veranderen. Dan gebeurt er echt iets. Ik investeer ook in een paar startende ondernemingen in ontwikkelingslanden die natuurlijke producten maken, zonder schade toe te brengen aan de ecosystemen. Ook begeleid ik jonge startende ondernemers die zich bezig houden met verantwoord ondernemen. Zo geef ik het stokje door.”
