Jerry Greenfield, die samen met Ben Cohen in 1980 Ben & Jerry’s oprichtte, is ook na de overname van zijn ijsbedrijf door Unilever nog bezig met maatschappelijke kwesties. Toen Unilever Ben & Jerry’s in 2000 kocht voor 43,60 dollar per aandeel, was onderdeel van de deal dat het sociale beleid van de ijscomaker niet wordt veranderd.
Beide oprichters zijn momenteel vooral actief in de Ben & Jerry’s Climate Change College. Dat is een driejarig initiatief dat jongeren opleidt tot een soort ‘ecologisch ambassadeur’ die de wereld duidelijk moeten maken hoe erg het gesteld is met de klimaatveranderingen. Greenfield zegt er niet helemaal op gerust te zijn of Unilever de sociale en ecologische principes van Ben & Jerry’s blijft handhaven. Na in Vermont te zijn opgeleid in ecologisch management, worden de Unilever-managers te vaak op een ander merk gezet, moppert Greenfield.
Tegelijk wordt dat sociale beleid van Ben & Jerry’s gewoon voortgezet. Het bedrijf heeft onder meer een eigen sociaal-ecologisch jaarverslag, voert campagne tegen het olieboren in Alaska, sponsort Amsterdamse daklozen, gebruikt een milieuvriendelijk koelsysteem en investeert in windmolens. Ben & Jerry’s is een duidelijk bewijs dat idealen en ondernemen elkaar niet hoeven te bijten. Juist de principes en de jaren zeventig-sfeer rond het bedrijf (zoals de ijsjes met hippienamen) hebben Ben & Jerry’s tot een ijzersterk merk gemaakt. Het had bij de verkoop een winst van 13,5 miljoen dollar op een omzet van 237 miljoen.