Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Good Company 2006

Kansarme jongeren helpen, eerlijk fruit importeren of vliegkilometers compenseren. De idealen zijn verschillend, de entrepreneurs allemaal even gedreven. Sprout presenteert: de 25 beste MVO-ondernemers van Nederland.

1.
Goodies
Fons Burger (55)
Kernactiviteit: Multimedia concept dat inspiratie biedt aan mensen die lekker èn bewust willen leven.
Omzet: 2 à 3 miljoen euro (verwacht voor 2007)
Werknemers: 14
Opgericht in: 2006
www.goodies.nl

Het Goodies glossy magazine is inmiddels op de markt, de website is in de lucht, het televisieprogramma start in februari en volgend najaar ziet een heuse Goodies lifestylebeurs het levenslicht. Deze vier onderdelen maken Goodies tot een multimediaal concept. Dit richt zich op mensen die niet alleen lekker maar vooral ook bewust willen leven. Het idee is afkomstig van communicatiebureau Brighter World dat Fons Burger samen met zijn vrouw Jacqui opzette. Burger: “Er is maar een relatief kleine groep mensen die heel bewust leeft en er ook echt een studie van maakt om alleen de goede, eerlijke producten te kunnen kiezen. Wij hebben een onderzoek laten doen waaruit blijkt dat een kwart van de Nederlandse bevolking wel bereid is om maatschappelijk verantwoorde producten te gebruiken maar gewoon niet weet waar je die vandaan haalt. Dat maakt de potentiële doelgroep enorm. Het mooiste is dus om een podium voor die mensen te ontwikkelen. Omdat het Goodies concept iets te omvangrijk voor Brighter World was, hebben we samenwerking gezocht met de ontwikkelingsorganisatie Solidaridad.” Deze partij, onder andere bekend van de Max Havelaar koffie, is voor vijftig procent eigenaar van Goodies BV.
“Onze doelgroep is ‘de nieuwe mens’. Dat zijn mensen die bijvoorbeeld lekker willen eten maar daarbij wel eerlijke ingrediënten binnen willen krijgen. Ze willen op vakantie maar willen daarbij niet gelijk de wereld uitwonen. Mensen dus met het hart op de goede plek.” Het televisieprogramma dat onderdeel is van het concept wordt vanaf februari bij RTL uitgezonden. Het is een combinatie van een talkshow en een magazine. De presentatie is in handen van Antonie Kamerling en Isa Hoes. “Daarin worden elke week onderwerpen belicht die dicht bij de mensen liggen, zoals: hoe gaan we milieubewuster om met vervoer, moeten we gewoon de auto laten staan of wachten we op de eerste waterstofauto?”
Goodies wil nadrukkelijk geen keurmerk zijn. “We zijn een journalistiek concept dat eigenlijk een facilitaire functie heeft in de keuzes die mensen maken om bewuster te leven. Je kunt wel enorm doemdenken, maar als je daar te hard in mee gaat, kun je net zo goed wachten tot de hemel op je hoofd valt. De nieuwe mens is juist optimistisch. Hij wil ervoor zorgen dat onze kinderen straks droge voeten houden en schone lucht inademen. Voor consumenten wordt Goodies een soort kenniscentrum. Bij de site kun je dan bijvoorbeeld denken aan een overzicht waar de dichtstbijzijnde biologische winkels zich bevinden.” Naast de consumenten richt Goodies zich ook op producenten. “Voor bedrijven zou het een soort thuisbasis moeten zijn waar zij kunnen aankloppen met bedrijfsmatige vraagstukken rond maatschappelijk verantwoord ondernemen.”

‘De nieuwe mens is juist optimistisch. Hij wil ervoor zorgen dat onze kinderen straks droge voeten houden’

2.
AgroFair
Jeroen Kroezen (40)
Kernactiviteit: Import en distributie van tropisch fruit met het Oké Fairtrade merk
Omzet: 65 miljoen euro (2006)
Werknemers: 30
Opgericht in: 1996
www.AgroFair.com

“In Nederland was het succes van de Oké-bananen aanvankelijk minder groot dan verwacht”, zegt Kroezen. “Mede door de supermarktoorlog heeft die markt zich niet goed ontwikkeld. Daarom hebben we ons een tijd lang gericht op andere Europese landen, de afzetmarkt is de laatste tien jaar uitgebreid tot elf landen. Daarvan is Zwitserland een erg belangrijke afzetmarkt. De Fairtrade bananen hebben daar een aandeel van 50 procent. Het scheelt ook dat Zwitserland geen EU-land is en nooit te maken heeft gehad met de importbeperkende maatregelen.”
Inmiddels richt AgroFair zich ook weer meer op de Nederlandse markt en het gaat een stuk beter. “Het heeft enorm meegespeeld dat we een andere communicatiestrategie hebben gekozen. We stellen de consument daarin meer centraal, zoals met onze ‘Ik ben Oké’ campagne. We richtten ons minder op hoe arm en zielig de boeren zijn en meer op het goede, lekkere en vooral eerlijke product.” Wat ook een rol speelt, is dat de Oké-bananen voorheen in de schappen lagen als een niche product, verpakt en al. Daardoor waren ze iets duurder. “Super de Boer heeft ook weer Oké-bananen in de schappen, ditmaal onverpakt en voor eenzelfde prijs als de ‘normale’ bananen. Boeren in Ecuador krijgen gemiddeld twee dollar voor 18,5 kilo bananen. Wij geven ze vier dollar. Toch zijn de Oké-bananen niet duurder. Dat komt doordat wij de intermediair uitschakelen. Bananen met een Max Havelaar-keurmerk èn biologisch verbouwd, zijn wel iets duurder. Wij staan achter die biologische verbouwing, maar het volume van de afzet is voor ons belangrijker.”
De helft van de aandelen van AgroFair is in handen van ontwikkelingsorganisaties zoals Solidaridad. Boeren in Latijns-Amerika en Zuid-Afrika bezitten de rest. Kroezen: “Na het succes van de Max Havelaarkoffie wilde Solidaridad eenzelfde soort Fairtrade-keten beginnen, maar dan met bananen. Dat ging moeizaam. De multinationals in de bananenindustrie wilden er gewoon niet aan. Daarom is besloten een partnership met producenten aan te gaan.” Inmiddels zijn 15 organisaties, meestal coöperaties van boeren, aangesloten bij AgroFair. Uitgangspunt is altijd dat er eerlijke en duurzame handel wordt gedreven. Om dat mogelijk te maken wordt een prijs betaald die kostendekkend is. Daarop komt een Fairtrade-premie die aan sociale- en milieuprojecten kan worden besteed.” Naast bananen zitten tegenwoordig ook mango’s, citrusvruchten en ananassen in het assortiment.
De totale omzet is het afgelopen jaar gegroeid van 45 miljoen naar 65 miljoen. Dat zit ‘m deels in de introductie van nieuwe producten zoals de Oké citrusvruchten. AgroFair
zoekt nu naar nieuwe producten om het assortiment te verbreden. “Maar het duurt lang voordat je zoiets op de markt kunt brengen. Met de introductie van onze citrusvruchten heeft het anderhalf jaar geduurd. Er gaat veel tijd zitten in het selecteren van de producenten. We denken nu aan de introductie van druiven uit Zuid-Afrika en Argentinië. Daarnaast zijn avocado’s een optie.”

‘We richtten ons minder op hoe arm en zielig de boeren zijn en meer op het goede, lekkere en vooral eerlijke product’

3.
Thomashuizen
Hans van Putten (55)
Kernactiviteit: Franchisegever van kleinschalige zorghuizen voor mensen met een verstandelijke handicap.
Omzet: 10 miljoen euro
Werknemers: 8
Opgericht in: 2002
www.thomashuizen.nl

De oprichting van Thomashuizen komt direct voort uit de frustratie van initiator Hans van Putten. Zijn gehandicapte zoon Thomas verbleef in een officiële zorginstelling maar kreeg daar te weinig ruimte en aandacht. Bovendien was de instelling ver weg van het ouderlijk huis. Dus bedacht Van Putten het franchiseconcept Thomashuizen: een landelijk netwerk van kleinschalige woonvoorziening waar zes tot acht verstandelijk gehandicapten wonen onder toezicht van twee ervaren zorgondernemers. Toen hij zijn plannen aan de zorgsector voorlegde, stuitte hij in eerste instantie op veel ongeloof. Hans van Putten: “In de zorgsector is het al moeilijk om binnen zes jaar één huis op te zetten. Ik wilde er in zes jaar tijd honderd opzetten. Je moet gewoon een aantal jaren flink investeren en doen! In de zorgsector is men gewend dat je subsidie krijgt en een bepaalde aanlooptijd hebt als je een nieuw idee wilt uitwerken. Dat gaat niet als je zo’n project wilt opzetten. Daarom heb ik mede-investeerders gezocht buiten de zorgsector. Allemaal contacten uit mijn tijd als directeur van een groot internationaal reclamebureau: belastingadviseurs, juristen en advocaten. Zij namen genoegen met een flexibele betalingstermijn: volgend jaar draaien we al break-even. Dan zijn er zestig Thomashuizen. Wat dat betreft is het allemaal precies gelopen zoals we hadden voorzien.”
Thomashuizen bewijst dat ondernemersschap en zorgverlening goed samen kunnen gaan. “In deze sector lijkt commercie een vies woord, maar het draait binnen onze formule meer om de bedrijfsmatige aanpak. Thomashuizen zijn kleine ondernemingen met een gemiddelde jaaromzet van zo’n 3,5 ton. Ze hebben 6 tot 8 bewoners van wie ze zo’n 50.000 euro binnen krijgen. Het normale budget van een bewoner ligt rond de 70.000.” Door de lage overheadkosten zijn Thomashuizen aanzienlijk goedkoper dan de gebruikelijke zorginstanties. “De truc zit ‘m er ook in dat de zorgondernemers in het Thomashuis wonen. Werknemers in de zorg voelen zich sowieso al vaak achtergesteld. Zij zitten nu in mooie panden die op de particuliere huizenmarkt zijn gekocht en waarop zowel zij als de ouders van de bewoners trots kunnen zijn. In een Thomashuis wordt een kleine gezinssituatie gecreëerd. Daarin loopt zakelijk en privé voor de zorgondernemers ook door elkaar, zoals dat ook het geval is bij kleine ondernemers die boven hun zaak wonen.”
Thomas is afgelopen maart overleden op 25-jarige leeftijd. “Hij is uitgegroeid tot het boegbeeld van de organisatie, als een soort legende. En zo zien andere mensen het ook. Thomas heeft nog anderhalf jaar als God in de Betuwe gewoond. Hij werd in het Thomashuis gezonder en fitter. Mentaal was hij een peuter. Peuters moet je stimuleren en dat gebeurde daar ook. Hij was er veel buiten, kreeg meer spieren en ging beter eten. Hij had een veel natuurlijker leefritme, kreeg voldoende aandacht en daar is in de huidige zorginstellingen weinig ruimte voor. Dat terwijl het verlenen van zorg eigenlijk gewoon een ambacht is met ‘aandacht’ als het primaire product.”

‘In de zorgsector is het al moeilijk om binnen zes jaar één huis op te zetten. Ik wilde er in zes jaar tijd honderd opzetten’

4.
Brennels
Frank Crébas (30)
Kernactiviteit: Herintroductie van de Brandnetelvezel in de textielindustrie.
Omzet: nog niet bekend
Werknemers: 30
Opgericht in: 2005
www.brennels.nl

Zijn moeder vernam eind 2004 van een bevriende modeontwerper dat hij voor een Duitse stoffenfabrikant een collectie maakte waarin brandnetelvezels verwerkt zijn. “Dit verhaal sprak mij, mijn broer en ouders vrij snel aan omdat we leerden dat de brandnetel een mooie milieuvriendelijke aanvulling is op katoen”, vertelt Frank Crébas. “Katoen is zoals bekend erg vervuilend en een zware last voor de aarde. We besloten een haalbaarheidsonderzoek te doen naar de potentie van kleding met brandnetelvezel op de kledingmarkt.” Inmiddels verbouwt Brennels een kleine 100 hectare netels in de Noordoostpolder en hebben ze een eigen winkel in Arnhem waar eigen kleding wordt verkocht. “Brennels heeft de ambitie om een keten van winkels op te zetten waarin we onze eigen merk verkopen. We willen ook een eigen dameslijn gaan voeren waarin netelvezels zijn verwerkt. Hoeveel winkels onze keten gaat tellen en hoe snel we deze uitrollen is nog onbekend. Dit hangt mede van het succes van ons merk af en of we voldoende brandnetelvezels kunnen aanwenden voor de productie van de kleding.”

5.
Fairground Sessions
Niels Koldewijn (26)
Kernactiviteit: Combineren van vakantie en ontwikkelingswerk.
Omzet: 100.000 euro
Werknemers: 4 parttime vrijwilligers
Opgericht in: 2005
www.fairgroundsessions.nl

Via de site van Fairground Sessions kunnen mensen een vakantie boeken van twee à drie weken naar Peru, Brazilië, Indonesië of Zuid-Afrika. Daarvan gaan zij één week bij een ontwikkelingsproject aan de slag. Niels Koldewijn: “De overige weken hebben een actief en duurzaam karakter. Zo werken wij met homestay, eco lodges en lokale gidsen. Omdat we steeds minder een reisorganisatie en steeds meer een projectbureau worden, verschuift onze focus van de consumentenmarkt naar de zakelijke markt. Voor het bedrijfsleven organiseren we steeds vaker groepsreizen op maat.” Maar Fairground Sessions organiseert ook bedrijfsuitjes. “Daarmee willen we op een laagdrempelige manier bewustwording creëren voor ontwikkelingsprojecten in één van onze bestemmingen. Dat gebeurt door de culturele ambiance van zo’n land na te bootsen. Men bouwt bijvoorbeeld op het strand van Wijk aan Zee zelf hutjes zoals ze ook in Zuid-Afrika staan. Een deel van de opbrengst gaat naar een goed doel.” Wellicht dat daarmee weer interesse wordt gewekt voor Fairground Sessions’ adoptieplan. Dat biedt bedrijven de mogelijkheid om een ontwikkelingsproject voor langere tijd te adopteren. Het personeel kan dan worden uitgezonden om zo’n project te ondersteunen.

6.
Folietechniek
Jack van de Velde (46)
Kernactiviteit: Productie van milieuvriendelijk kunststof verpakkingsmateriaal
Omzet: 26 miljoen euro
Werknemers: 60
Bestaat sinds: 1981
www.folietechniek.com

Zo ‘groen’ was het niet altijd bij Folietechniek BV. De onderneming viert dit jaar haar 25-jarig jubileum, maar pas sinds eind 2002 heeft het milieuvriendelijke kunststoffen in het assortiment. Volgend jaar groeit het bedrijf met 50 procent. Jack van de Velde: “Op die nieuwe orders hebben we inmiddels al een borreltje gedronken. De groei zit ‘m vooral in PET en PLA, dat wordt gemaakt uit een combinatie van maïs, zetmeel en melkzuur. Beide materialen kunnen dezelfde toepassingen hebben en worden ondermeer gebruikt voor het maken van frisdrankflessen en verpakkingen van Playstation. Van PLA is het ook nog eens mooi dat het composteerbare folie is. Op de composthoop lost het in veertig dagen volledig op.” Van de Velde haalt 80 procent van de omzet uit het buitenland, 20 procent uit de Benelux. Folietechniek opereert in een enorme groeimarkt. Door het convenant verpakkingen is het gebruik van PVC in consumentenverpakkingen sinds 2004 verboden. Daar moest een alternatief voor komen. “Zoals PET, een mooie glanzende verpakking die ook nog eens goed te sealen is. De verpakking van die driehoekige sandwiches die je bij een benzinepomp kunt kopen, is daar bijvoorbeeld van gemaakt.”

7.
Green Seat
Niels Korthals Altes (34)
Kernactiviteit: Maakt van een vliegtuigstoel een ‘groene’ stoel.
Omzet: tussen 400.000 euro
Werknemers: 3
Opgericht in: 2005
www.greenseat.com

Zoals er bij energieleveranciers de keuze is voor groene stroom, kunnen bedrijven en particulieren via Green Seat kiezen voor ‘groen’ vliegen. Niels Korthals Altes: “Wij rekenen uit wat de uitstoot aan CO2 per vlucht per stoel is en hoeveel betaald moet worden om dat te compenseren. Dat investeren wij in duurzame energieprojecten en de aanplant van bossen. Daardoor balanceer je de hoeveelheid CO2 en vlieg je dus eigenlijk klimaatneutraal.” Reizigers betalen op die manier niet alleen de economische kosten maar ook de maatschappelijke kosten van hun vlucht. “Sommige bedrijven maken honderden zoniet duizenden vluchten per jaar. Ook zij kunnen op basis van hun vluchtgedrag op jaarbasis groen vliegen en op die manier hun zogeheten ecologische voetafdruk verkleinen.” De kosten hangen af van het aantal vluchten dat een bedrijf jaarlijks maakt. Maar gemiddeld is de compensatie zo’n 2 procent van de ticketprijs. Voor particulieren ligt het tussen de 2 en 5 procent. “Inmiddels hebben zich zo’n honderd organisaties bij ons aangesloten waaronder het Ministerie van financiën en het Wereld Natuurfonds.” Daarnaast heeft GreenSeat een compensatiemodule ontwikkeld die reisorganisaties in hun boekingssysteem kunnen opnemen. Met een enkele muisklik kan zo gekozen worden voor ‘groen’ vliegen.

8.
Kuyichi
Tony Tonnear (38)
Kernactiviteit: Productie van ‘schone’ kleding
Omzet: 7,5 miljoen euro
Werknemers: 26
Opgericht in: 2001
www.kuyichi.com

Na het succes van de Max Havelaar koffie en de Oké bananen, wilde ontwikkelingsorganisatie Solidaridad zich ook storten op biologisch katoen. Tony Tonnear: “Omdat er te weinig animo vanuit de kledingindustrie was, is toen maar zelf een kledingmerk opgezet: Kuyichi. Onze kleding bestaat voor 65 procent uit biologisch katoen en wordt gemaakt vanuit een duurzaam perspectief. Daarbij wordt gelet op de drie MVO-aspecten: sociaal, milieu, economisch. Kuyichi is een succes omdat het een modieus jeansmerk is. We lopen er niet mee te koop dat het maatschappelijk verantwoord is geproduceerd.” De katoenteelt vindt plaats in Peru, Uganda, India en Turkije. De rest van de productie gebeurt ook in andere landen. Zo komen de jeans uit Tunesie en de jassen uit China. “We zijn volledig op de hoogte van alle productiefases. We zijn nu bezig met een pilot waarmee we komende zomer operationeel willen zijn. In de labels staat een nummer. Als dat wordt ingetikt op internet kan de consument volledig de authenticiteit van een product nagaan. Het wordt gekoppeld aan Google Earth waardoor je ook kunt zien waar de fabriek staat die jouw spijkerbroek heeft gemaakt. Dat brengt het allemaal heel dichtbij voor de consument.”

9.
Ragbag
Siem Haffmans (42)
Kernactiviteit: Tassen en organizers van gerecycled plastic folie uit Delhi
Omzet: 60.000 euro
Werknemers: 60 in Delhi, 4 parttimers in Nederland
Opgericht in: 2004
www.ragbag.nl

‘Een aantrekkelijk product vervaardigd uit afval.’ Het is één van de kwalificaties die de jury aan Ragbag gaf toen het bedrijf afgelopen jaar de European Business Award for the Environment won. Het gerecycled plastic folie waarmee Ragbag haar producten maakt, wordt verzameld, gesorteerd en gewassen door ‘ragpickers’ in India. Daar worden de tassen ook volledig vervaardigd. Haffmans verdeelt zijn tijd tussen Ragbag en zijn baan als ontwerper, waarin hij al veel bezig was met maatschappelijk verantwoorde innovaties. Zo kwam hij in India met het project in aanraking. “Ze waren daar al een jaar bezig, maar maakten tasjes van niks.” Haffmans ging een jaar met nieuwe ontwerpen bezig en hing het merk Ragbag eraan. “Daardoor kun je er net iets meer voor vragen. Hoewel 46 euro voor zo’n tas nog steeds niet duur is.” Ragbag is in vijf landen te koop. “Meestal zijn de voorraden in twee maanden op en moeten we drie maanden wachten op nieuwe leveringen. We zijn nu projecten aan het opzetten in Calcutta met gerecycled katoen en in Kameroen en Kenia met gerecycled plastic.”

10.
Robin Good
Mark Schalekamp (37)
Kernactiviteit: Advies- en organisatiebureau voor maatschappelijk betrokken ondernemen.
Omzet: 2 miljoen euro
Werknemers: 20
Opgericht in: 1999
www.robingood.nl

“Maatschappelijk verantwoord ondernemen richt zich vaak op duurzaamheid. Wij willen juist de maatschappelijke betrokkenheid van bedrijven activeren.” Dat doet Robin Good op drie niveaus. Ten eerste organiseert het bedrijfsevenementen waarbij het personeel de handen uit de mouwen steekt. “Je kunt dan denken aan het bouwen van een schuurtje voor een lichamelijke gehandicapte of het opvoeren van een musical voor een groep verstandelijk gehandicapten.” Daarnaast zijn er de Community Investment Programs. Bedrijven kunnen zich voor langere periodes binden aan projecten in de eigen buurt. “Dit gebeurt meestal voor een periode van 4 à 5 maanden. Zo heeft Eneco meegedaan aan een zaalvoetbalproject voor gehandicapten.” Tot slot is Robin Good bezig met het opzetten van maatschappelijke sponsoring. “TPG sponsort het Dutch Open Golf toernooi jaarlijks met zo’n vijf miljoen euro. Op een gegeven moment hebben ze besloten dat geld anders te besteden, namelijk in het World Food Program. Dergelijke sponsorprojecten zetten wij nu ook op. We zijn nu bezig met drie verschillende bedrijven, maar daar kan ik nog geen namen van noemen.”

11.
Valid Express
Nicolette Mak (34)
Kernactiviteit: Koeriersbedrijf door mensen met een lichamelijke handicap
Omzet: 1,5 miljoen euro (2006)
Werknemers: 54
Opgericht in: 1999
www.validexpress.nl

Alle vaste koeriers die bij Valid Express werken, hebben – zoals oprichter Nicolette Mak het noemt – een ‘lastig lichaam’. Het gaat om mensen met een fysieke handicap en/of een chronische ziekte. Mak’s broer zat tien jaar in de WAO wegens een erfelijke spierafwijking. Uit frustratie dat hij geen baan kon krijgen, zette Mak Valid Express op. “Gehandicapte mensen worden niet met snelheid geassocieerd. Mensen vonden het daarom een slecht plan.” Toch zette ze door. Met de hulp van externe investeerders en een eenmalige subsidie heeft ze haar bedrijf inmiddels uitgebouwd met vestigingen in Amsterdam, Den Haag en Utrecht. De werkwijze noch de tarieven van Valid Express verschillen van andere koeriersbedrijven, behalve dat – naast het winstoogmerk – het doel is om zoveel mogelijk WAO-ers aan het werk te krijgen. “Onze kosten liggen zo’n 100.000 euro hoger dan bij een regulier vervoersbedrijf. Dat zit ‘m in de auto’s waarin wij rijden: diesel automaten waarvan de brandstofkosten hoger zijn. Verder hebben we hogere administratieve- en overheadkosten. Wij doneren consequent 45 eurocent per rit aan goede doelen. Wij nemen genoegen met een lagere winst maar acquisitie doen is wel makkelijker door het ideële karakter van ons bedrijf.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

12.
Gulpener Bierbrouwerij
John Halmans (52)
Kernactiviteit: Bierbrouwen met eigen lokale grondstofketens die werken op basis van de voorwaarden van Milieukeur.
Omzet: 13,5 miljoen
Werknemers: 70
Opgericht in: 1825
www.gulpener.nl

De medewerkers van bierbrouwer Gulpener hebben in 2001 een ambitiestatement ondertekend. Hierin staat dat de brouwer alleen nog op duurzame wijze bier zal produceren, met milieuvriendelijk geteelde en geoogste grondstoffen uit de regio. Halmans: “Resultaat is dat nu zo’n 500 hectare grond in Limbur