Thijs Cohen had goed voor ogen wat voor investeerder hij wilde, toen hij eind 2003 de mogelijkheid kreeg om instrumentenbouwer AC Analytical Controls via een management buy-out over te nemen. Voornamelijk eentje die snelheid kon maken. “Ik was het bedrijf aan het runnen”, zegt Cohen. “Dan heb je geen tijd om oeverloos met een participatiemaatschappij te onderhandelen over details.”
Razendsnelle exit
Investeringsfonds Écart stapte in om het zeer matig renderende bedrijf er met Cohen bovenop te helpen. Beide partijen gingen – onbewust – door een razendsnelle exit. Na twee en een half jaar deden ze hun participatie alweer van de hand. Cohen: “Het bedrijf was organisatorisch op orde toen Écart erin kwam, vervolgens hebben we de financiën op orde gemaakt. Het bedrijf ging door met wat het altijd deed, dan doet de markt de rest. In twee jaar tijd zijn de cijfers verdubbeld, het was een cashmachine.”
Al snel klopten partijen aan die het bedrijf wilden overnemen. Toch wilde de ondernemer nog niet aan een verkoop van zijn aandelen denken. “We waren net goed bezig, en ik was nog wat jong voor mijn pensioen. Ik ben met de commissarissen een kop koffie gaan drinken en toen besloten we: we doen het. De timing was goed in 2006. Als we niet zouden verkopen, zouden we – zo verwachtte ik – in de volgende dip terecht komen. Dan moet je het bedrijf daar weer doorheen loodsen voordat je alsnog kunt verkopen. Dan ben je jaren verder.”
Slopende periode
Tijdens de onderhandelingen hadden ze geen ingewikkelde afspraken gemaakt over de exit. “We hebben het simpel gehouden, geen cumprefs (cumulatief preferente aandelen) of conversierecht op leningen, maar alleen aandelen”, vertelt Rolf Metz, directeur van het investeringsfonds. “We zaten er met een achtergestelde lening in, die werd afgelost. Wat overbleef van de koopsom ging naar rato naar de aandeelhouders. Die helderheid in het begin is heel belangrijk. Dan heb je bij de verkoop weinig meer te regelen.”
Hoe soepel het ook allemaal liep, Cohen ervoer de exit-periode als slopend. “Het hele proces heeft me misschien maar 80 uur gekost, maar ik ben nog nooit in m’n leven zo moe geweest als toen. Ik had het geld niet nodig, het ging niet slecht met het bedrijf, ik had geen problemen met de andere aandeelhouders, en toch… ik was kapot. Die impact moet je niet onderschatten.”