Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Feature: De dochter van de baas

Over pallets hoeft Ingrid Faber niks meer te leren, daar zit ze al haar hele leven tussen. Nu is ze één jaar directeur van de Faber Halbertsma Groep, het bedrijf van haar familie. "Sommige dingen had ik niet verwacht, andere dingen die ik had verwacht, gebeurden niet."

Bij Faber Pallets BV in Assen heb je pallets in soorten en maten. Op een groot geasfalteerd  terrein met loodsen en fabriekshallen liggen ze metershoog opgestapeld in de buitenlucht; grote pallets, kleine pallets, pallets van mooi blank hout, grenen, vurenhout, van fijnsparren en grove dennen uit Duitsland, Scandinavië, Rusland, de Baltische Staten. Ze zijn stevig en duurzaam, de pallets van Faber, geschikt om zware dingen op te zetten. Al met al ligt er hier in Assen heel wat hout bij elkaar.

 

‘Bewaking met honden,’ staat er bij de toegang tot het terrein. Drie herdershonden houden kwaadwillenden en baldadige jeugd s’ nachts buiten de hekken.

 

Nu is het twee uur ‘s middags op een woensdag aan het eind van augustus. Ingrid Faber, een grote vrouw van bijna 39 in een palletkleurig mantelpak, komt net een fabriekshal uitgelopen. Ze heeft de pas er goed in, haar pumps geven besliste tikken op het asfalt. Binnen heeft ze een nieuwe machine voor de fabricage van pallets bekeken. “Daar hebben we veel geld in geïnvesteerd, dan wil je ook wel even weten of het werkt,” zegt ze, terwijl ze een klein, gelijkvloers kantoorgebouwtje binnenloopt. Ze verzoekt de receptioniste om koffie, gaat voor naar een kale vergaderruimte en zet haar tas op de vloer.

 

In oktober is het een jaar geleden dat Ingrid Faber haar vader Kees Faber opvolgde als voorzitter van de raad van bestuur van de Faber Halbertsma Groep. Daarmee werd ze de baas over de grootste palletleverancier van West-Europa, tevens actief in houten kistjes en kratten. Het bedrijf heeft negen palletfabrieken, twee palletverhuurbedrijven, twee servicebedrijven, 700 medewerkers en een jaaromzet van 250 miljoen euro. De Faber Halbertsma Groep maakt elk jaar 18 miljoen pallets en gebruikt daarvoor tussen 500.000 en 550.000 kubieke meter hout. De onderdelen voor verhuur (‘pooling’) verhuren jaarlijks pallets voor 35 miljoen pallettransporten. 

 

Faber werkt al vijftien jaar bij het bedrijf. Daarmee begint ze ‘het geheugen van het bedrijf te worden’. “Mensen werken steeds korter bij werkgevers,” zegt ze. “Dan is het fijn als er iemand is die iets weet van de historie van het bedrijf. De historie ligt bij de familie.” Een familiebedrijf heeft zo zijn voordelen, je hebt bijvoorbeeld geen mopperende aandeelhouders als het wat langer duurt voordat een investering zichzelf terugverdient.

 

Ze heeft verantwoordelijk werk. Bij het bedrijf gaat het om grote volumes en een geschiedenis die teruggaat tot de jaren dertig van de vorige eeuw, toen grootvader Frederik Faber in Assen een fabriek voor houten botervaatjes begon. Na een grote brand in 1969 werd er definitief en grootscheeps ingezet op pallets. Onder het bewind van vader Kees volgden verschillende overnames, waaronder die van Halbertsma Pallets uit Friesland. Nu heeft het bedrijf vestigingen en handelsbetrekkingen in bijna heel Europa. Het hoofdkantoor staat in Eck en Wiel in de gemeente Buren, Gelderland, waar Ingrid Faber ook woont.

 

De Faber Halbertsma Groep was een familiebedrijf, en dat wilden ze graag zo houden. Het was 1992 toen haar vader zich een vertrouwenspersoon wenste op een vestiging in Gendt, bij Nijmegen, en zijn dochter, toen 24, kon hij vertrouwen. Een jaar later stond Ingrid voor de vraag: ga ik door met de pallets of ga ik uit het bedrijf? Wat zal het ook, dacht ze. “Het voordeel was dat ze me niets meer over pallets hoefden te vertellen.”        

 

Ze reist stad en land af, naar klanten, bij vestigingen langs, kijken, praten, luisteren, voeling houden met de werkvloer, beslissingen nemen. Tussendoor kreeg ze vier kinderen, van 6, 4, 2 en 0 jaar oud. Het kan allemaal tegelijk, moeder zijn, echtgenote, baas van de Faber Halbertsma Groep, maar dan moeten dingen wel een beetje opschieten. 

 

Collega’s zijn voorzichtig

“Verrassend,” zo heeft ze haar eerste jaar als bestuursvoorzitter ervaren. “Sommige dingen had ik niet verwacht, andere dingen die ik had verwacht, gebeurden niet,” zegt ze. Meer specifiek: medewerkers van wie ze dacht dat ze haar niet zouden accepteren als baas reageerden prima, anderen, met wie ze altijd goed had samengewerkt, vertrokken na haar aantreden.

 

Dat ze ‘de dochter van de baas’ zou blijven, had ze in 2000 al bedacht. Kinderen van de baas hadden anders vast niet zo’n mooie positie in het bedrijf bereikt, komen terecht in een gespreid bedje, zo heet het. Collega’s zijn voorzichtig met wat ze je wel en niet vertellen, je kunt niet weten of het bij de baas terecht komt. Het is lastig, zegt Faber.

-nextpage-

In de familie Faber was het pallets voor en pallets na. Alles draaide om de fabriek. Ingrid was er altijd te vinden, klusjes doen, opruimen, schoonmaken. Hele vrije middagen zat ze achter de telex, de beroemde voorloper van fax en e-mail. Kwamen zij en haar broer terug van de studie, konden ze thuis, in Assen, vernemen dat er een probleem was met een machine. Dan was het hóp, de fabriek in, meehelpen, sjouwen, slepen, de hele nacht als het moest. Ze reed op de vorkheftruck in een tijd dat daarvoor nog geen diploma’s waren vereist. “Er zit een pedaal op voor vooruit en achteruit en de vork kan omhoog en omlaag,” zo denkt ze erover.       Van een Engelse MBA-opleiding leerde ze dat je het vak niet van boeken alleen leert. “Theorie alleen heb je niks aan,” zegt ze. Ze wilde de praktijk in, de werkvloer op, en die werkvloer lag logischerwijs in het familiebedrijf. Faber was productieleider op de vestiging in Gendt, deed de planning, houtinkoop, de financiën. Ze ging over de verkoop bij Halbertsma Pallets in Grou, Friesland, waar ze in 1997 directeur werd. In de directie van de holding was ze directeur marketing en sales. Leuk, vindt ze dat, de verkoop. Zoals ze aardappelkistjes verkocht aan aardappelboeren. De liefde waarmee zo’n boer over aardappels praat, het staat niet in de boeken van Henley Management College. 

 

“Je moet weten wat er met een pallet gebeurt om te weten wat erop kan,” zegt Faber. Je moet zorgen dat de klant krijgt wat hij nodig heeft. Goede pallets. Geen te grote of te kleine pallets, geen te zware, te dure pallets, pallets van te dik hout. Geen natte pallets leveren terwijl ze droog moeten zijn, omdat er bijvoorbeeld babyvoeding op moet. Zo simpel als het klinkt, die fouten worden gemaakt. 

 

Bij vervoer van aardappels is het minder erg als er een plankje breekt dan bij elektronica. Als er een pallet met koffiezetapparaten kapot gaat, leidt dat behalve tot kapotte koffiezetapparaten tot ontevreden palletgebruikers. “De stevigheid van de pallet wordt bepaald door de waarde van wat erop staat,” zegt Faber. 

 

19 millimeter 

De pallet is een klassiek en zeer tastbaar product, veel tastbaarder krijg je het niet. “Om het ongenuanceerd te zeggen: we zijn eigenlijk houtverkopers, we verkopen planken en slaan er ergens onderweg een spijkertje in.” Daar is enorme vraag naar. Pallets zijn overal, in elke fabriek gebruiken ze pallets. Ze vallen niet op, de aandacht wordt meer getrokken door de spullen óp de pallets, maar zonder pallets blijf je nergens: je kunt de spullen slecht op de grond zetten, je krijgt geen massaproduct van A naar B. Dat is nu zo, en dat blijft altijd zo.

 

“Het is een eerlijk product,” zegt Faber. “Olie voor kunststof kun je maar één keer gebruiken, maar hout kun je altijd opnieuw aanplanten. Hout is een zich eeuwig vernieuwende grondstof.”          

 

Een mannenwereld, de palletwereld, eentje van hevige concurrentie en smalle marges. Het is juist een voordeel dat Ingrid Faber een vrouw is, je valt op. In haar tijd in Friesland was ze al ‘het meisje van Halbertsma’. Ieder voordeeltje op de concurrentie is er één. “Het is moeilijk om je te onderscheiden met pallets.”

 

Het is een kwestie van de anderen een stap voor zijn. Nadenken, rekenen. “Je moet geen pallet met planken van 19 millimeter verkopen als planken van 18 millimeter volstaan,” zegt Faber. Ze pakt een rekenmachine uit haar tas. “18 millimeter in plaats van 19 millimeter betekent 5,3 procent minder hout. Met een houtaandeel van 70 procent in de prijs maakt dat een prijsverschil van 3 procent. Zo kun je concurreren op prijs, niet door lagere marges, maar door minder hout.”

Dat is het mooie van palletpooling, zegt Faber, je hebt helemaal geen hout nodig, en ook geen mensen of machines, alleen pallets. Die heeft de Faber Halbertsma Groep, en anders koopt het bedrijf ze wel in bij palletfabrieken in Europa en verhuurt ze aan klanten ter plekke. Palletpooling is booming, zegt Faber, het is al goed voor meer dan de helft van de omzet van het bedrijf, en het past in de met de zorg over de opwarming van de aarde samenhangende behoefte aan duurzaamheid en hergebruik van verpakkingen.         

 

Kopje koffie, biertje 

Van die dingen. Faber heeft er een dagtaak aan. Rapporten lezen, kranten, vakbladen, op de hoogte blijven van zaken die van invloed zijn op de bedrijfsvoering. Vorig jaar stegen de houtprijzen ineens explosief, een gevolg van de toegenomen vraag naar biomassa voor de opwekking van energie. Als je de doorsnede van een boom neemt, vertelt Faber, terwijl ze een cirkel op een vel papier tekent, dan is het midden daarvan bedoeld voor de bouw. De buitenste rand van de boom is biomassa, planken voor pallets zaagt men van het hout ertussenin. De prijzen van de verschillende houtonderdelen houden verband met elkaar. “Wij werkten met jaarcontracten. Als de grondstofprijzen dan ineens met 50 procent stijgen, is dat vervelend.” Het principe van de pallet mag nog honderd jaar hetzelfde blijven, de wereld eromheen verandert. Het is een gegeven waar de Faber Halbertsma Groep rekening mee moet houden.

 

Het bedrijf is veranderd, zegt ze. Een directiewisseling betekent wat voor zo’n bedrijf, het is sinds het ontstaan nog maar twee keer voorgekomen. De organisatie is veranderd. Haar vader was naast voorzitter van de raad van bestuur ook grootaandeelhouder. Hij nam de besluiten en voerde ze uit. Nu moet Ingrid Faber een beslissing ter goedkeuring voorleggen aan een raad van commissarissen. “Ik praat niet over mijn eigen portemonnee, maar over de portemonnee van de hele familie.” De aandelen van de Faber Halbertsma Groep zijn in handen van bloedverwanten, de warme kant van de familie Faber.

 

Met haar vader, nu commissaris, praat ze nog regelmatig over het bedrijf. Een jaar geleden ervoer ze dat als ‘steun in de rug’, nu merkt ze dat de gesprekken veranderen. “Ik vind het nog wel belangrijk om hem op de hoogte te houden. Hij heeft vijftig jaar aan het roer gestaan. Hij moet het gevoel hebben dat de zaak in goede handen is.”

 

Haar vader was de baas, en had een overeenkomstige uitstraling. “Als hij binnenkwam was het van: daar heb je meneer Faber.” Zij is van een andere generatie, 25 jaar jonger, een vrouw. Ze vindt het prettiger om te overleggen, zegt ze, mee te praten met de jongens. Kopje koffie, biertje, Ingrid Faber staat meer tussen de mensen.

 

Planken en blokjes 

In een fabriekshal op het terrein van Faber Pallets in Assen klinkt het gesis en gestamp van machines. Erbij staan mannen met gehoorbeschermers op, in de weer met balken en planken. Medewerkers rijden op heftrucks heen en weer. Ingrid Faber loopt er tussendoor met haar tas om een schouder, zegt ‘hoi’ tegen medewerkers, blijft af en toe ergens even kijken. Een machine zaagt van dikke balken planken en blokjes. Die komen bij elkaar op een lopende band, waar ze met spijkers aan elkaar worden geslagen, en aan het eind van de band heb je pallets, die worden opgestapeld en door de heftrucks naar buiten worden gebracht, tot bij de andere pallets. 

 

De nieuwe machine staat in een andere hal. Het is er een van groen, geel en oranje geverfd metaal, hij heeft mooie robotarmen en werkt over het geheel genomen geavanceerder dan de oude machine. Aan het eind komen er dezelfde pallets uit.

 

Met een man die hier de leiding heeft, voert Faber een kort gesprekje dat door de machines onverstaanbaar blijft. De man lacht, Faber knikt. De nieuwe machine werkt goed.

 

Dan kijkt ze op haar horloge. Het is bijna half vier. Ingrid Faber moet weg, terug naar Eck en Wiel en Buren, waar andere verplichtingen wachten.

Ingrid Faber (39)

Opleiding MBA, Henley Management College, Oxfordshire

2000 holdingdirecteur Faber Halbertsma Groep

2007 Voorzitter raad van bestuur Faber Halbertsma Groep

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Burgelijke staat Getrouwd, vier kinderen

Nevenfunctie Vice-voorzitter FBNed, vereniging voor Familiebedrijven Nederland