Althans, dat is het sneue geval voor plaatbewerkingsbedrijf Suplacon, door Buma/Stemra voor de rechter gesleept omdat het bedrijf geen vergoeding betaalde voor muziek die werd gedraaid op de werkvloer.
Webwereld bericht over het ‘onbegrijpelijke’ vonnis. Het is onbegrijpelijk omdat Suplacon ter verdediging had aangevoerd dat de radio’s vaak door medewerkers naar het werk mee waren genomen. Ook namen veel medewerkers hun iPod of mp3-speler mee naar het werk. Aangezien de werkgever hier toestemming voor had gegeven, is volgens de rechtbank sprake van ‘openbaarmaking’.
“De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit het feit dat medewerkers van Suplacon tijdens werktijd naar muziek mogen luisteren, zelfs middels een i-Pod of mobiele telefoon, volgt dat Suplacon een bedrijfsbelang heeft dat zijn medewerkers naar muziek kunnen luisteren. Immers, tevreden werknemers werken harder. Er is dan ook sprake van een openbaarmaking van muziek in de zin van artikel 12 van de Auteurswet. Suplacon maakt inbreuk op de door Buma geëxploiteerde auteursrechten en handelt dus onrechtmatig jegens haar”, aldus de Zwolse rechtbank.
Juristen snappen geen hout van het vonnis. Hierover leest u meer op Webwereld. Buma/Stemra benadrukt dat het niet van plan is om medewerkers nu ineens op iPods te gaan controleren.
