De kiosk is in Nederland al lang uit het straatbeeld verdwenen. In tegenstelling tot de meeste Europese landen is ons land een abonnementenland bij uitstek. “Maar dat is aan het veranderen”, aldus Stadskiosk-directeur Patrick Faber. “Abonnementenbestanden slinken enorm. Zowel kranten als tijdschriften moeten het steeds meer van de losse verkoop hebben.”
Volgens Faber zijn uitgevers dan ook enthousiast over het idee. “Net als de tabaksindustrie. Nu het rookverbod in de horeca dit jaar ingaat zal de horeca als verkooppunt ook steeds minder voorkomen.”
Gemeente
Om een kiosk te laten bouwen is een vergunning nodig. En dat duurt nogal lang. Faber verwacht eind maart de eerste kiosken te kunnen bouwen in Zwolle, Kampen, Almere, Heerenveen en Arnhem. Uiteindelijk moeten zo’n honderd steden een eigen stadskiosk krijgen. “We moeten eerst een vergunning hebben. Het hangt van de gemeenten af hoe snel we die krijgen.”
Om de gemeenten voor zich te winnen heeft Faber allerlei maatschappelijke factoren aan zijn ondernemingsplan toegevoegd. Zo oppert hij de mogelijkheid om de via de kiosk een oogje te houden op fietsstallingen en (toeristische) informatie over de stad aan te bieden.
Bushalte
In de eerste presentatiefolder is inmiddels al geschrapt. “We hadden eerst het plan om de kiosken zelf uit te baten, speciaal met oudere werknemers die uit een uitkering kwamen. Maar dat viel niet te organiseren op zo’n schaal. Daarom hebben we ons businessmodel omgevormd tot een franchiseketen. De franchiseondernemer kan immers uit alle lagen van de bevolking komen.”
Wel belooft Faber de gemeenten – die overigens minstens 40.000 inwoners moeten herbergen – ervoor te waken dat de franchisenemers allemaal uit de omgeving komen van de plek waar de kiosk staat. “Dat is belangrijk voor het gezellige contact. En als iemand vraagt waar de bushalte is moet die persoon in de kiosk wel weten welke kant hij moet wijzen.”
