Natuurlijk kan een nieuw inzicht alleen ‘landen’ wanneer het resoneert met het wereldbeeld dat je op dat moment hebt. In mijn vorige column had ik het over ‘de hele mens’ als concept van Frederic Laloux. Over het verlangen en streven naar heelheid: de vrijheid om als mens én als leidinggevende zowel je goede kanten als je schaduwzijden te laten zien en die ook in anderen te accepteren. In die visie vindt Kahanes boek vruchtbare grond.
Samen het pad banen
In samenwerking moet je niet alleen willen ontmoeten, schrijft Kahane, je moet ook stelling durven nemen. Het gaat niet alleen om het zoeken naar verbinding en harmonie; je moet ook een conflict durven aangaan. Vooral bij complexe vragen is het niet realistisch en soms zelfs contraproductief om je vooral te richten op onderlinge overeenstemming. Je komt verder door samen te experimenteren om de weg vooruit te vinden. “Where there’s no path, the path is made by walking.” Dat betekent dat je niet werkt vanuit de aanname dat je het gedrag van anderen kunt veranderen, maar dat je durft in te stappen als deelnemer. Dat vind ik een mooie gedachte.
Normatieve superioriteit
Kahane reflecteert in zijn boek ook op zijn eigen ontwikkeling als adviseur en leidinggevende. Waar hij voorheen vanuit een –ziet hij nu- normatieve superioriteit werkte aan die ene gedeelde oplossing, met die ene aardige aanpak, gaat hij nu uit van een speelveld waar alles er mag zijn. Hij laat de controle los, en de arrogantie van het eigen gelijk. Wanneer je naar jezelf en de ander kijkt als een optelsom van mooie en minder mooie kanten, dan gebeurt er iets. Dan zet je samen stappen die je vooraf in je eentje nooit bedacht zou hebben.
Toen ik dit las, realiseerde ik me dat ik zelf ook gewend ben om een normatief kader te stellen. ‘Een plus een is drie’, dat soort aannames. Het is inderdaad heel arrogant om enerzijds een romantisch beeld van samenwerking te hebben, maar er daarbij wel impliciet van uit te gaan dat de samenwerking pas geslaagd genoemd mag worden als het min of meer uitpakt zoals jij dat in gedachten hebt.
Samenwerking is een keuze
Kahanes visie helpt mij om mijn eigen norm op te rekken. Dat valt niet altijd mee: een nieuwe visie roept ook vragen op. Ik kan wel een aantal mensen noemen waarmee ik niet zou willen samenwerken. Hoe ga je daar dan mee om? Samenwerking is een keuze, zegt Kahane daarop. Je kan er ook voor kiezen om níet samen te werken. Soms zijn er simpelweg geen mutual gains. Het kan opluchten om daar niet naar op zoek te hoeven gaan.
Collaborating with the enemy is geen samenwerkingshandboek. Ook geen anti-samenwerkingshandboek, trouwens. Het is een boek dat je op een andere manier naar samenwerking laat kijken. En dat verrijkt.