Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Big data is in de afgelopen vijf jaar voor veel organisaties een centraal onderdeel geworden van de strategie. Wie zijn onze klanten? In welke producten moeten we investeren? En waar kan op worden bezuinigd? Data geven het antwoord. Vaak wordt ook wel gezegd dat data de meest waardevolle asset zijn van een bedrijf. De belangstelling voor het fenomeen is dan ook groot. Vakbladen staan er vol mee en op corporate events lijkt het nog maar over één ding te gaan. Enthousiast gemaakt door huidige succesvoorbeelden en futurische vergezichten laten managers zich bijscholen en schroeven zij de investeringen in data analytics op. Dat big data belangrijk is, zal niemand ontkennen. Maar te weinig managers staan stil bij de kwaliteit van hun data. Onlangs vroeg Harvard Business Review 75 topmannen van uiteenlopende organisaties om middels een steekproef hun eigen data te onderzoeken. Daaruit bleek dat de kwaliteit van hun gegevens veel slechter was dan de bestuurders zelf dachten. Gemiddeld bevatte 43 procent van de recent gecreëerde datasets een kritieke fout. En slechts 3 procent van de geïnspecteerde datasets voldeed aan de minimale kwaliteit die managers zichzelf hadden opgelegd. ‘Ik verwachtte veel beter te scoren’, was een veelgemaakte opmerking. Daarnaast blijkt uit een groter, algemener onderzoek van databureau Experian Data Quality, uitgevoerd onder 1200 professionals uit zeven landen, dat internationaal opererende bedrijven gemiddeld meer dan een kwart van hun data als onnauwkeurig bestempelen. Datastructurering ‘Er is een grote hosannastemming over big data, maar in de praktijk blijkt dat veel bedrijven hun data niet op orde hebben’, ziet ook Wil van der Aalst, hoogleraar Informatiesystemen aan de TU Eindhoven en een van de meest geciteerde datawetenschappers. De succesvoorbeelden waar iedereen naar kijkt, gaan volgens Van der Aalst over heel specifieke toepassingen, zoals het voorspellen van koopgedrag of – in het veld van machine learning – zelfrijdende auto’s. Maar dat is een topje van de ijsberg. Het zijn zaken waarmee een select clubje van datagedreven bedrijven als Google zich bezighoudt. Voor het overgrote merendeel van de ondernemingen zijn dit geen fundamentele vraagstukken. ‘Vaak blijkt het dat de meerderheid van de bedrijven eenvoudige maar belangrijke vragen – zoals in het geval van een transportbedrijf: waarom halen wij onze levertijden niet – niet kunnen beantwoorden met hun eigen data’, zegt Van der Aalst. ‘Ten eerste omdat niet alles geregistreerd wordt wat belangrijk is en ten tweede omdat wat wel wordt geregistreerd kwaliteitsproblemen heeft.’ Van der Aalst, die met ook veel met ziekenhuizen heeft gewerkt, geeft een voorbeeld van hoe het mis kan gaan met de kwaliteit van data. ‘Goede data zijn in overeenstemming met de werkelijkheid. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Wat we bijvoorbeeld bij ziekenhuizen vaak zien is dat het moment waarop informatie over een handeling – zoals het toedienen van een medicijn – wordt geregistreerd niet hetzelfde moment is als waarop die handeling daadwerkelijk wordt uitgevoerd. De relatie tussen de digitale werkelijkheid en de echte wereld is dan niet één op één.’

Management

‘Hosannastemming over big data, maar bedrijven hebben het vaak niet op orde’

We lezen en horen veel over de mogelijkheden die big data biedt. Maar bijna nooit gaat het over de kwaliteit...

author Ruben Munsterman

clock 2 min

“Ik ben een soort van geobsedeerd door Nederland”, zegt Janah in het Lloyd’s Hotel in Amsterdam als MT.nl haar interviewt. “Ik ken geen land dat zo ver is op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen.” Als voorbeelden van Nederlandse organisaties met een sociale missie noemt ze onder meer Unilever, de Fairphone, maar ook de Postcode Loterij en het keurmerk Max Havelaar. “Er zijn zoveel fascinerende sociale innovaties hier gestart. De hele fairtradebeweging begon eigenlijk in 1988 toen hier in Nederland het keurmerk Max Havelaar in het leven werd geroepen om koffieboeren in Mexico een eerlijke prijs te geven.” MVO superster Een mooi compliment van niet de minste. Janah is inmiddels een superster op het gebied van sociaal ondernemerschap. Zo staat ze op podia met types als Richard Branson, Unilever-CEO Paul Polman en IMF-voorzitter Christine Lagarde, en heeft ze goed contact met onder meer Startup Delta-ambassadeur Prins Constantijn en Salesforce-miljardair Marc Benioff. Forbes benoemde Janah afgelopen augustus dan ook tot de 40 meest invloedrijke personen in business onder de veertig jaar. Janah verblijft in de week dat het interview plaats in Amsterdam omdat ze juryvoorzitter is bij de Green Challenge, een wedstrijd voor duurzame startups georganiseerd door de Postcode Loterij. Ook is ze bezig om haar boek Give Work, dat op 26 september uitkomt, te promoten. Hierin legt Janah uit dat het ‘geven van werk’ de beste methode is om armoede definitief te bestrijden. Mensen luisteren graag naar wat Janah te zeggen heeft. Dat komt vooral omdat ze het Give Work-idee ook in praktijk brengt met Samasource. Deze social enterprise, die zij in 2008 oprichtte, geeft mensen in de sloppenwijken van India, Kenia en Oeganda digitaal werk in de computercentra die de organisatie daar gebouwd heeft. Voor dat werk krijgen zij gemiddeld acht keer meer betaald dan het gemiddelde, lokale loon. Klanten uit Silicon Valley Grote bedrijven, voornamelijk uit Silicon Valley, huren Samasource in en betalen de organisatie daar dus gewoon voor. Naast het hoofdkantoor in Silicon Valley, heeft de nonprofit sinds begin dit jaar ook een saleskantoor in Parijs en Den Haag om het klantenbestand in Europa uit te breiden. Dit jaar zal Samasource richting de 15 miljoen dollar omzet gaan. Sinds vorig jaar draait het bedrijf geen verlies meer, waardoor het niet meer afhankelijk is van charitas. Vooral bedrijven die zich bezighouden met de ontwikkeling van zelfrijdende auto’s kloppen de laatste tijd veel aan bij Samasource om werk te laten doen. De ondernemer benadrukt graag de kapitalistische benadering van haar organisatie. “Wij verschillen niet zoveel in prijs of kwaliteit van de commerciële bedrijven die dit doen. Dus als je verschillende gelijkwaardige opties heb, waaronder een bedrijf met een sociale missie, waarom zou je dan die niet inhuren?” Die retorische vraag is een belangrijke boodschap uit het boek van Janah dat deze maand uitkomt. “Bedrijven hebben veel meer invloed dan overheden. De 2000 grootste bedrijven in de wereld besteden 12 duizend miljard dollar per jaar aan inkoop van goederen en diensten.Twaalfduizend miljard! Om je een idee te geven, het bbp van heel sub saharisch Afrika is een vijfde van dat. Als we alle bedrijven zoals Unilever zover krijgen om 1 procent van dat immense bedrag spenderen aan ondernemingen met een sociale missie dan kunnen we 12 miljoen mensen per jaar uit de armoede trekken.” Harvard De aan Harvard afgestudeerde sociale ondernemer hoopt vooral dat inkoopmanagers en CEO’s Give Work gaan lezen. En bovenal: het principe ervan gaan volgen. “Iedereen die verantwoordelijk is voor het inkopen van goederen of diensten bij een bedrijf, kan het verschil maken. Van de bonen in het koffieautomaat tot de het brood dat wordt gebakken voor het volgende corporate event. Er zijn zoveel manieren om dit geld goed te besteden.” Samasource is op dit moment een database aan het bouwen van alle social enterprises in de wereld, laat Janah weten. Daarmee moet het geakkelijker worden voor bedrijven om sociale ondernemingen in te huren. “Ik kan me ook voorstellen dat dit voor de vele projectmanagers van grote bedrijven fijn is om sociale ondernemingen in te huren. Veel van hen hebben een uitdagende baan maar vragen zich soms af: waar doe ik het allemaal voor. Door social enterprises in te huren krijgt hun baan misschien opnieuw betekenis.” Ik heb mijn carriere te danken aan Nederland Janah denkt dat er nu veel “momentum” in Europa is wat betreft het inhuren van bedrijven met een sociale missie. “Veel mensen, vooral de jongere, willen dat er iets veranderd op het gebied van duurzaamheid en hoe de welvaart is verdeeld.” Vooral in Nederland heeft ze veel vertrouwen. En dat is ook niet zo gek. “Negen jaar geleden, toen ik Samasource nog slechts een idee was, ben ik gaan googlen op business challenge competition om zo aan mijn eerste funding te komen. Ik kwam uit op een startupcompetitie van de Postcode Loterij. Een wedstrijd soortgelijk van waar ik deze week juryvoorzitter mag zijn. Mijn idee won destijds de tweede prijs van 22.500 euro. Dat was net genoeg om mijn consultingbaan op te zeggen en te starten met Samasource. Ik heb mijn hele carrière te danken aan de mensen van Nederland.” In MT nummer 7 dat half okotboer verschijnt een uitgebreid interview met Leila Janah

Management

‘Niet NGO’s, maar grote bedrijven kunnen mensen uit de armoede halen’

Bij armoede bestrijden denkt men al gauw aan goede doelen, ontwikkelingshulp en fairtradeproducten in het schap. Volgens Leila Janah ligt...

author Ruben Munsterman

clock 3,5 min