Al lang voordat het begrip ‘workation’ ingeburgerd was, reisde de ondernemer Willem de Klerk geregeld af naar het tropische eiland Curaçao om er te werken op zijn laptop. “Als je de deur van je kantoor achter je dichttrekt, ben je op vakantie”, legt de in Rotterdam wonende Zeeuw de lol hierachter uit. “Dan ga je even naar het strand, een biertje drinken en stap je op de surfplank.”
Als je de deur achter je dichttrekt, ben je op vakantie
Om de deur van je kantoor dicht te trekken, moet je er echter wel een hebben. En precies dát ontbrak er lange tijd een beetje aan op Curaçao. Kantoorinitiatieven op het eiland richten zich voornamelijk op grotere bedrijven. Voor startende ondernemers en zzp’ers was er lange tijd niet zoiets als een Spaces of WeWork, waardoor je als zelfstandige al snel ‘veroordeeld’ werd tot een rondje laptoppen aan het terras met uitzicht over de lichtblauwe zee. Thug life, hoor.
Co-working space
Hoe aantrekkelijk werken aan het strand ook moge klinken, je kunt natuurlijk niet met een heel startupteam kantoorhouden op het terras. Er moet daarom een co-working space op Curaçao komen voor beginnende startups, vond De Klerk. De ondernemer heeft aardig wat ervaring met het opzetten van dergelijke startuptenten. In Rotterdam en omstreken stampte de dertiger al dertien co-working spaces uit de grond van zijn merk Workspot. Eentje openen in het Curaçaose Willemstad moest daarom lukken.
Wie overzees onderneemt, doet er in de regel verstandig aan om met lokale bewoners samen te werken. Die kennen de markt en de cultuur immers het best. De zogeheten local in dit verhaal heet Ries van Lomwel. Deze Curaçaoënaar kwam in 2006 naar Rotterdam om er te studeren, leerde daar De Klerk kennen en verhuisde uiteindelijk terug naar zijn thuiseiland. Terug in Willemstad, richtte hij in 2012 softwarebedrijf Caag Software op waarmee hij wereldwijd klanten bedient.
Workspot Curaçao
De twee begonnen in 2014 te werken aan Workspot Curaçao. Ze vonden een pand op een centraal gelegen locatie aan de bitterstraat te Willemstad. Dit pand kregen ze toegewezen van de lokale organisatie Stadsherstel, die er, zoals de naam enigszins doet vermoeden, alles aan doet om verwaarloosde panden in de stad te herstellen. In de dichtbij gelegen straat pietermaai is dit goed te zien: vervallen panden worden gerenoveerd tot frisse, in felle, typisch Willemstadiaanse kleuren geschilderde restaurants of overheidsgebouwen.
Trek je startende ondernemers naar een wijk, dan creëer je kansen voor gentrificatie, moeten ze gedacht hebben bij Stadsherstel. De Klerk en Van Lomwel kregen dan ook een zeer lucratief aanbod van de organisatie: de hoogte van hun huur hing samen met hun aantal klanten. Hoe meer ondernemers ze weten te trekken, hoe hoger de huur wordt. Toen De Klerk en Van Lomwel in de begindagen nog maar enkele ondernemers huisden, zorgde deze deal ervoor dat de ondernemers geen grote verliezen draaiden. Sterker nog: al binnen een half jaar was Workspot Curaçao winstgevend.
De Klerk en Van Lomwel investeerden gezamenlijk 20.000 euro in de aankleding van de co-working space, die nu een strak, wit uiterlijk heeft. Naast vele vergaderzalen biedt Workspot Curaçao een grote zaal voor freelancers: een open werkruimte met lange, witte tafels. Er werkt een divers gekleurde groep jonge ondernemers uit verscheidene branches: van communicatiespecialisten en marketeers tot kunstenaars en developers.
De Curaçaose dependence van Workspot is gevestigd in de bitterstraat te Willemstad, met in de buurt veel schilderkunst.
Hoge kosten
Workspot Curaçao heeft 45 werkplekken en De Klerk stelt daar inmiddels de helft van gevuld te hebben. De prijs voor zo’n werkplek liegt er niet om. Wie wil ondernemen op de Curaçaose dependence van Workspot, betaalt 265 Antilliaanse gulden per maand voor een flexibele werkplek (zo’n 127 euro). Een vaste werkplek kost zelfs 477 gulden (230 euro). Het lijken bedragen waarmee je de meer vermogende starters trekt, maar de armere Curaçaoënaars met een goed idee niet verleidt tot het ondernemerschap.
Je moet gelijkgestemde ondernemers bij elkaar brengen
De Klerk legt uit dat de prijs het gevolg is van hoge kosten: elektriciteit en airco kost hem het nodige en het meubilair was duur, omdat dit geïmporteerd moest worden. Wat ook mee lijkt te spelen, is dat De Klerk binnen zijn segment van de markt – dat van startende ondernemers – nog geen concurrentie ondervindt. Door het ontbreken van corrigerende marktwerking kan De Klerk, met andere woorden, vragen wat hij wil.
Zoals De Klerk het zelf beschrijft: “Wij kunnen niet alles. Je moet gelijkgestemde ondernemers bij elkaar brengen.” Wel stelt de ondernemer ervoor open te staan om minder vermogende lokale bedrijven met een goed initiatief op gang te helpen. Zolang de ondernemers maar een goed businessplan hebben en bevlogen zijn.
Kantoorruimte
Ik wil iets terugdoen voor het eiland
De Klerk hoopt begin volgend jaar 90 procent van zijn kantoorruimte vol te hebben. Dit verwacht hij te bereiken door het beschikbaar maken van speciale kantoorruimtes van 15 tot 30 vierkante meter. “Er is veel vraag hiernaar van ondernemers, maar weinig aanbod. Je moet dan al snel een pandje kopen, wat gepaard gaat met hoge opstartkosten. Hiervoor willen wij een alternatief bieden.”
“We zitten hier niet louter commercieel in”, sluit De Klerk af. “We willen een bijdrage leveren aan de lokale economie. Ik kom hier graag om te werken en vind het fijn om een goede werkplek te hebben. Van jongs af aan heb ik iets willen doen voor mijn omgeving. Ik zie dit als mijn manier om iets terug te kunnen doen voor het eiland.”
