“Wil je een rol spelen op de softwaremarkt, dan zul je internationaal moeten opereren. Nederland is daarvoor veel te klein. En Silicon Valley is nog steeds het hart van de software-industrie. Er is dus eigenlijk geen andere weg. Als je hier blijft, heb je blijkbaar geen internationale ambities en blijf je een nichespeler.”
Jouk Pleiter verhuisde onlangs met vrouw en kind naar San Francisco, om de Amerikanen te overtuigen van Backbase. Hij wil geen kleintje blijven. De technologie om internetpagina’s minder star en gebruiksvriendelijker te maken slaat aan, en Pleiter en collega Gerbert Kaandorp – de bedenker van de technologie – zijn first mover.
Het bedrijf kan nu enkele honderden extra functies aan een webpagina toevoegen, die voorheen niet mogelijk waren: pagina’s groter en kleiner weergeven, formulieren gebruiksvriendelijker maken. Klanten moeten door vriendelijkere pagina’s meer online omzet kunnen draaien. Kaandorp noemt het ook wel ‘Windows voor html’. Particulieren mogen de software gratis downloaden, bedrijven en instellingen betalen.
Pleiter – van huis uit geen techneut – leerde het softwarevak bij Tridion, waarvan hij medeoprichter is. De bouwer van contentmanagementsystemen werd een succes, maar de groei stond Pleiter enigszins tegen. Liever begon hij weer wat nieuws. “Niet dat ik per se klein wilde zijn, want ik hou wel van groot.”
Backbase groeit op een manier die ongebruikelijk is in de softwaremarkt. Onderzoek & ontwikkeling kosten veel geld, maar Pleiter en Kaandorp gaan niet met een grote zak durfkapitaal een paar jaar ontwikkelen om pas dan de markt op te gaan.. Backbase is nog steeds voor honderd procent in handen van de oprichters.
“We wilden direct verkopen. Toen we begonnen gingen we met het basisidee bij potentiële klanten langs. Je hebt dan een ingecalculeerd risico dat je product nog niet helemaal doet wat je wil, maar de cashflow komt al wel op gang. We zochten dan ook visionaire klanten, early adaptors die weten dat software niet vanaf dag één vlekkeloos werkt. Heineken zag het wel zitten.”
ackbase won in 2004 de Broos van Erpprijs, dat helpt ook. Een subsidie van Senternovem financiert een deel van de R&D-investeringen. Inmiddels doet de onderneming veel voor de financiële sector.
Een tweede belangrijke stap van Pleiter was het loskoppelen van de R&D-afdeling en de consultants. “De R&D-afdeling hebben we heilig verklaard, zij moeten honderd procent bezig kunnen zijn met de ontwikkeling van de software. Als er problemen bij een klant zijn, heb je consultants nodig die werken aan een oplossing, zodat R&D door kan gaan met productontwikkeling.”
Pleiter weet dat het eten of gegeten worden is in de softwarebranche. Daarom de gang naar de VS. De ontwikkelafdeling blijft in Nederland, maar vanaf de Amerikaanse westkust moet een serieuze salesafdeling worden opgebouwd. Backbase was daar al sponsor van enkele softwareconferenties. Dat kost bakken vol met geld, maar het doet wonderen voor je naam, weet Pleiter. “Dat kost bij elkaar zo’n half miljoen euro, maar op deze manier claimen we onze positie, het heeft gelijk wereldwijde impact.”
De taal waarin Backbase werkt, Ajax (Asynchronous Javascript and XML), is heel populair geworden en dat betekent dat er veel nieuwe spelers opkomen. Dankzij Ajax kan de browser uitgroeien tot een concurrent van een besturingssysteem als Windows, omdat ook programma’s als Word en Excel te integreren zijn. Ook Google gebruikt Ajax, voor zijn diensten Gmail en Google Maps.
“Je moet een top-3-positie veroveren. We moeten niet groeien om het groeien, maar als we onze positie willen houden, dan zullen we mee moeten. Die positie dwingt ons om op korte termijn te vertwintigvoudigen. Ik heb wel een idee hoe dat moet, maar hoe het in werkelijkheid gaat…”
Als het gaat om software moet altijd rekening gehouden worden met Microsoft. Inderdaad is het bedrijf al bezig op deze markt, weet Pleiter, maar dat is geen reden voor wanhoop “Je hebt altijd nog bestaansrecht op het niet-Microsoft deel van de markt, dat is groot genoeg. En wij zijn één van de eersten op deze markt, die positie geven we niet zomaar weg. Bovendien, de concurrentie komt nu vooral van nieuwe toetreders.”
