1. Verdiep je in de lijst
Uiteraard is het slim om van tevoren de lijst met aanwezigen te bekijken. Zo weet je met wie je in ieder geval moet praten. Er is altijd een gastheer/gastvrouw die bijna alle aanwezigen kent. Vraag hem/haar om je te introduceren aan de twee of drie belangrijkste mensen voor jou op die lijst. Niet meer introducties vragen. Zij hebben het druk met hun andere gasten.
2. Zoveel mogelijk (interessante mensen)
Op het evenement zelf probeer je alle naambordjes goed te lezen. Als je geluk hebt zijn de voornamen en de bedrijfsnamen GROOT geprint zodat je in het voorbij lopen kunt zien wie het is. Is het iemand waar je niets mee kunt, doorlopen. Je hebt maar weinig tijd en je wilt zoveel mogelijk interessante mensen spreken. In een bijeenkomst van 90 minuten spreek je maximaal 15 personen, en dat is inclusief in contact komen, afscheid nemen, een drankje halen en naar de wc gaan.
3. First contact
Uiteraard drink je niet of niet te veel. Je bent er om zaken te doen en daar heb je je hoofd bij nodig. De belangrijkste doelstelling is namelijk dat je een eerste contact legt zodat je later verder kunt praten. Op de netwerkbijeenkomst moet je dus vaststellen of die ander interessant voor jou is, of die potentie heeft, om mee door te praten. Dat kan zijn omdat zij biedt wat je nodig hebt (skills, geld) of zelf een interessant netwerk heeft (contacten), EN ze bereid is je te helpen. Dat laatste bereik je doordat ze jou aardig vindt.
4. Aansluiten
Goed; In gesprek komen dus. Je loopt langs een groepje van drie of meer. Je kunt dan meteen aansluiten. Er is altijd iemand die graag ‘vers bloed’ wil in zo’n groepje. Je gaat meteen goed (non verbaal) in het groepje staan, dus je stoort ze flink, zodat iedereen weet; die komt voor dit groepje.
In mijn netwerktrainingen zie ik wel eens ondernemers die zich half half aansluiten. Dat leidt tot een dodelijke eerste indruk en mensen weten niet wat ze met je aan moeten. Je stelt je meteen voor en als het gesprek niet automatisch weer op gang komt dan zeg je: ‘Wat vind jij van de bijeenkomst, van de spreker, wat brengt jou hier, wat interesseert je?’ Of een andere open vraag.
Heb je een groepje van twee personen, dan sluit je je alleen aan als een van de twee oogcontact met je maakt. Die wil dan graag met iemand anders praten maar weet niet hoe afscheid te nemen.
5. Tijd is schaars
Na een paar minuten zou je moeten weten of er mensen bij zijn met je verder kunt. Zodra je vastgesteld hebt of dit WEL of NIET zo is, ben je klaar. Dan moet je verder, want tijd is schaars. Dus als je verder wilt praten met een van de mensen dan zeg je: ‘laten we kaartjes uitwisselen/ik stuur je een LinkedIn verzoek/wil je met me Linken en een afspraak maken.’ Die ander zegt dan ‘ja is goed’ en jij volgt dit binnen een paar uur op (opvolgen betekent: je stuurt dat LinkedIn verzoek of die mail met twee data om af te spreken).
6. ‘Ik loop even verder’
Wil je niet afspreken want de ander is niet interessant voor je dan zeg je: ‘Leuk met je gesproken te hebben, ik loop even verder.’ of ‘Leuk gesproken te hebben, ik zie nog anderen die ik graag wil spreken’. Je zegt NIET dat je iets te drinken gaat halen want dan moet je terugkomen met een drankje voor de gesprekspartner waar je niets mee kunt.
Ook naar de wc gaan is niet zo’n goede. Soms volgen mensen je (on)bewust met hun ogen en dan moet je wel naar de wc. Dat kun je 1 of 2 keer doen op een bijeenkomst, daarna is het klaar. Let op handen goed wassen want je schudt veel handen op zo’n bijeenkomst! 😉
Zorg verder dat je in een goed humeur bent, de andere centraal stelt (veel vragen stellen en luisteren) en geniet van elke bijeenkomst. Succes!
