Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Drie cognitieve fouten die je beslissingen kunnen verpesten

Dagelijks neem je talloze beslissingen: van je planning voor morgen en de prioriteiten voor het komende kwartaal tot de beoordeling van je team. En al die beslissingen neem je rationeel en afgewogen, toch? Niet helemaal, zo stelt MT-columniste Yolanda van Heese.

Dagelijks neem je talloze beslissingen: van je planning voor morgen en de prioriteiten voor het komende kwartaal tot de beoordeling van je team. En al die beslissingen neem je rationeel en afgewogen, toch? Niet helemaal, zo stelt MT-columniste Yolanda van Heese.
Foto: Hans Vivek via Unsplash

Je brein maakt denkfouten die je gedrag en beslissingen beïnvloeden en ervoor zorgen dat je niet altijd de beste beslissing neemt.

Uh? Ik zet alle feiten toch op een rijtje?

Wanneer je een beslissing neemt maak je denkfouten, ook wel cognitieve fout of cognitieve bias genoemd: een irrationele, foutieve gedachtegang. Je beoordeelt de situatie, de mensen of het vraagstuk verkeerd doordat je conclusies trekt met gebruik van vuistregels of een vaste aanpak. Je hebt die vuistregels niet voor niets: ze helpen je om snel een beslissing te nemen. In het verleden hebben jouw vuistregels je misschien wel goede diensten bewezen – maar dat is niet altijd het geval.

Wat voor denkfouten zou ik dan maken?

Laat ik voorop stellen: iedereen maakt denkfouten. Wanneer anderen dat doen herken je dat veel makkelijker dan wanneer je zelf een denkfout maakt.

Er zijn verschillende vormen van denkfouten. Sommige ken je vast wel, zoals groepsdenken: ‘Als iedereen vindt dat we linksaf moeten, dan zal dat wel de goede richting zijn’. Of het gebruik van stereotypes: ‘Creatieve mensen hebben een rommelige werkplek’.

Andere vormen van denkfouten zijn echter minder bekend – maar wel relevant voor je rol als professional of leidinggevende. Er zijn er heel wat – ik noem er een paar die ik in de praktijk vaak tegen kom.

#1 ‘Anchoring bias’

In goed Nederlands wordt dit ook wel het referentie-effect genoemd. Je maakt een inschatting op basis van de gegevens die je als eerste krijgt: de referentie, of het anker. Maar vaak is het eerste gegeven niet perse nodig of relevant voor de inschatting die je moet maken. Maar omdat je het als eerste hoort heeft het wél invloed op je mening.

Een voorbeeld: HR vraagt je ‘Denk je dat deze kandidaat meer dan € 115.000 per jaar moet gaan verdienen?’ Het genoemde bedrag gebruik je dan onbewust als referentiepunt en beïnvloedt het bedrag dat je als salarisindicatie gaat noemen. Of een medewerker geeft aan dat hij deze klus niet binnen een week kan afronden – dan is die termijn van een week jouw referentiepunt geworden. Terwijl het misschien beter zou zijn om ook te kijken naar de samenhang met de planning van andere projecten.

Andersom kun je ook invloed uitoefenen door zelf een anker in je communicatie te gebruiken.

#2 ‘Confirmation bias’

We hebben de neiging om alleen informatie en gegevens te horen die onze vooroordelen en meningen bevestigen. Ben jij van mening dat er geen klimaatcrisis is? Dan zul je alleen gegevens lezen die je mening bevestigen en juist die informatie als juist beschouwen. Ben je er van overtuigd dat jullie dienstverlening stukken beter is dan die van de concurrent? Dan zul je niets negatiefs over jullie diensten willen horen. Heb je net een leuk sollicitatiegesprek gehad met de huisgenoot van je dochter? Dan zul je alleen maar open staan voor positieve reacties op haar CV.

Deze denkfout is vergelijkbaar met de ‘choice-supportive bias’ ofwel de ‘rationalisatie achteraf’: als je eenmaal een beslissing hebt genomen dan hoor je achteraf alleen maar gegevens die je keus onderbouwen.

#3 ‘Overconfidence’

Sommige mensen hebben veel vertrouwen in hun eigen  kwaliteiten, en naarmate je meer succesvol bent krijg je nog meer zelfvertrouwen. (Te) veel zelfvertrouwen zorgt er echter voor dat we steeds grotere risico’s nemen en de mening van anderen niet serieus nemen. Dat zie je goed in ‘The Wolf of Wall Street’, waar Jordan Belfort denkt weg te komen met illegale actitviteiten. Of kijk naar Epstein, die lang heeft gedacht dat hij dankzij zijn connecties juridisch niet zou worden vervolgd. Denk je dat dit extreme voorbeelden zijn? Niets is minder waar. Op elk niveau treedt dit effect op, ook bij minder bekende mensen of grote namen: zelfvertrouwen leidt tot het nemen van (te) grote risico’s.

En nu?

Let er de komende dagen eens op: welke denkfouten kunnen bij jouw beslissingen een rol spelen? Wees je bewust dat iedereen – ja, ook jij – gebruik maakt van allerlei vuistregels. Anders val je in de valkuil van de blind-spot bias: dan herken je niet dat je zelf ook last van cognitieve biases hebt.