Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De held van ASR’s Jos Baeten

ASR-topman Jos Baeten hecht aan harmonie. ‘Ik heb pas later geleerd dat ruzie ook enorm kan opluchten.’

Toen Jos Baeten in het Limburgse Horst het levenslicht zag, was hij al voorbestemd om verzekeraar te worden. Dat hij het zou schoppen tot voorzitter van de raad van ­bestuur van ASR Verzekeringen (met de merken De Amersfoortse, Ditzo, Europeesche Verzekeringen en Ardanta) lag toen echter minder voor de hand. Vernoemd naar zijn opa zou hij Jos Baeten en Zn., een makelaar in schadeverzekeringen, als derdegeneratie-eigenaar voortzetten.

Zijn vader hield kantoor aan huis, maar een bureaubaan was het niet. “Ik vond het prachtwerk”, blikt Baeten terug. “Was er ergens een ongeluk, dan reed vader ernaartoe. En op de plek zelf had hij een heldenrol.” Vader vulde de schadeformulieren voor zijn klant in, probeerde de schade in te dammen en adviseerde ter plekke. Als hij zijn zoon al niet meenam naar de plekken des onheils, vertelde hij er aan tafel zijn dagelijkse verhalen over.

Zakcentje

Het gezin Baeten telde vijf kinderen en voor zijn jongere eeneiïge tweelingbroers uit, bevocht Jos zijn plek in het gezin. Hij ritselde zijn eigen bijbaantjes: aardbeien plukken, snijmachines schoonmaken in de supermarkt, of werk in spoelkeukens of aan de lopende band in een augurkenfabriek. Vader weigerde zijn zoon bij klanten aan te bevelen, maar kon zelf Jos’ hulp wel goed gebruiken. Hij bezorgde vaders rekeningen in het dorp. “Tegen 10 cent per brief. Scheelde hem postzegels van 15 cent. En ik had een zakcentje.”

Uitgaan deed Baeten in de plaatselijke Horseshoe Bar. Daar ontmoette hij op 17-jarige leeftijd zijn vrouw. Hij zag haar, liep een tijd later op haar af en wist haar te schaken door haar een vuurtje aan te bieden, met een geleende aansteker. Twee weken later, vlak voor carnaval, was de deal gesloten. Drie jaar later verhuisde Gerda mee naar Rotterdam. Daar vond Jos zijn eerste baan – de enige betrekking die zijn vader wel voor hem wilde regelen. Toen Jos voor zijn heao-studie een stageplek zocht, belde zijn vader zijn vaste contact bij Stad Rotterdam Verzekeringen. Met die verzekeraar waren de familiebanden hecht – ooit liep vader er zelf ook stage.

Jos besloot echter eerst rechten te gaan studeren, maar omdat hij de colleges “geen bal aan” vond, belde hij al na twee weken met Stad Rotterdam om het aanbod alsnog te verzilveren. Hij kreeg toen wat nu een traineeship heet: hij snuffelde bij meerdere afdelingen en de latere bestuursvoorzitter Carlo de Swart beschouwde hem als zijn leerling. Volgens het familieadagium ‘Baetens maken af waar ze aan beginnen’ studeerde Jos wel verder, maar het andere plan van vader (bedrijfsopvolging) brak hij af.

Fortis en ABN Amro

Baeten voelde zich steeds meer thuis in Rotterdam en zag zich niet meer terugkeren naar het Limburgse Horst. Maar pas toen De Swart hem voor het blok zette – “Je móét kiezen. Een loopbaan bij ons of bij je vader?” – durfde Baeten het zijn vader te vertellen. Vader verkocht daarop zijn bedrijf, en de relatie met zijn zoon was enkele jaren verstoord. Maar de echte afsluiting van deze familiegeschiedenis is symbolischer, en vindt pas jaren later plaats. Die echte afsluiting luistert naar de naam Ditzo, maar kent een voorgeschiedenis in de strijd van Fortis om ABN Amro.

Baeten, in die tijd directie­voorzitter van Fortis-onderdeel ASR, wordt in die strijd gedwongen om 900 miljoen euro van zíjn weerstands­vermogen aan Brussel over te hevelen, zodat het Fortis-concern zijn aandeelhouders dividend kan uitkeren. Daar heeft hij geen trek in. Volgens het boek De Kloof, een verslag van de ondergang van Fortis, houdt Baeten voet bij stuk als Fortis ook grote delen van de effectenposities van ASR voor zijn dan al wankelende ambitie opeist. In stilte vraagt Baeten daarop aan DNB de transactie van 900 miljoen euro stop te zetten.

Dat laatste kan volgens DNB niet, maar het levert Baeten wel een heldenrol op in de annalen. Dat Baeten in 2008, na de nationalisatie van Fortis Bank Nederland en ASR, zijn functie behoudt, heeft hij er ongetwijfeld aan te danken.
In hetzelfde bedrijfsbelang is volgens Baeten ook zijn beslissing om in 2007 Ditzo te lanceren, een direct verkoopkanaal waarmee de verzekeraar definitief concurreert met intermediairs. Het is een zet die hem niet alleen veel kritiek oplevert, maar ook als een definitieve streep onder zijn jeugd kan worden gezien: hij opent de aanval op de verzekeringstussenpersonen.

Heeft u aan uw vader verantwoording afgelegd toen u Ditzo begon?
“Ja. De klant wilde via internet toegang krijgen tot verzekeringen. Wij konden onze ogen niet sluiten voor die nieuwe realiteit. Maar voor onze intermediairs was dat enorm moeilijk. Mijn vader toonde er weliswaar begrip voor, maar ik weet dat hij het diep in zijn hart een heel moeilijk besluit vond. Er waren intermediairs die het wel begrepen. Maar er zijn er genoeg die ook felle kritiek hebben. Of hebben gehad. En dat vind ik niet leuk.”

Heeft u nog altijd moeite kritiek los te laten?
“Ik heb het moeten leren. Maar ik krijg liever helemaal geen kritiek. Ik zoek liever de harmonie, al weet ik dat dat model niet altijd werkt.”

U heeft uw rechtenstudie uiteindelijk afgerond. Hebben uw vader en moeder toch hun zin gehad.
“Ja. Maar vergeet niet: ík was het die de studie afmaakte.”

U kreeg ooit te horen dat uw vader aan uw baas vroeg u te bewegen uw studie af te ronden. Wat vond u daarvan?
“Ik heb dat nooit als vervelend ervaren.”

Heeft hij zijn rol daarin ooit bekend?
“Nee. Ik heb het later, bij een borrel, van mijn baas gehoord. Ik weet dat het uit zorg van hem was. Je moet je realiseren dat ik op dat moment bijna zes jaar studie achter de rug had en alleen nog maar mijn scriptie moest schrijven. Daar ging het om. Bovendien heb ik zelf nooit het idee gehad dat ik de studie niet zou afronden.”

Zou u dit zelf net zo als uw vader hebben aangepakt?
Resoluut: “Nee. Nooit.”

Dat druist in tegen uw normen?
“Nee. Ik zou het gewoon nooit doen. Ik zou zelf het gesprek aangaan.”

Heeft u er ooit nog met uw vader over gesproken?
“Mijn vader en ik hebben een moeilijke fase in onze verstandhouding gehad, die begon toen ik hem liet weten dat ik zijn bedrijf niet zou voortzetten. Dat voelde erg ongemakkelijk en op gegeven moment was ik het zat. Ik kan zelf ook lang genoeg ergens mee ronddarren, maar je moet ermee dealen. Je moet afstand houden. Ik ben op het laatst in de auto gestapt en naar hem toe gereden om het uit te praten. Dat gesprek sloot hij af door mij de typemachine te schenken die hij van zijn vader heeft gekregen. Dat was zijn manier om te zeggen dat het goed was.”

Had u vaak ruzie met uw ouders?
“Wij hadden nooit ruzie. Dat werd bij ons altijd handig omzeild. Die natuur hebben wij ontwikkeld.”

Hoe ontwikkel je zoiets?
“Door soms te slikken. En soms los te laten. Die conflictmijdende aard hoorde niet alleen bij mijn middenstandsouders, veel meer nog hoorde dat bij de Limburgse cultuur van die tijd. Ik leerde pas later dat ruzie ook enorm kan opluchten.”

Hoe verliep uw eerste echte ruzie?
“Ik word niet heel snel boos, maar als ik dat wel word, ben ik volstrekt onredelijk. Als kind kon ik in een opwelling van boosheid met beide vuisten op de rug van mijn zus of broer slaan. Of ik knalde een deur zo hard in het gat dat de schilderijen van de muur vielen. Ik weet nu dat ruzies meestal ontstaan als ik te lang iets heb laten gebeuren wat niet lekker voelde, of waarbij iemand anders over mijn grenzen heenging. Ik vind het nu gemakkelijker om dat tijdig open te bespreken.”

Hebben uw ouders u vaak moeten ­corrigeren?
“Ja. Toen ik vanuit 4-havo rechtstreeks naar de mts wilde overstappen, gaf mijn moeder me te verstaan dat dat een goed idee was, maar dat ik beter eerst de havo kon afmaken. En daarna nog eens kon overwegen naar de mts te gaan. Dat was achteraf geen advies, maar een plicht. Ik ervoer geen onderhandelingsruimte. En het pakte trouwens goed uit.”

School ging u dus makkelijk af?
“Ja, anders had ik me zulk gedrag nooit kunnen permitteren. Ik liep op de heao tegen de grenzen van mijn opportunisme aan. Toen ik rond Kerst merkte ik dat ik zo het eerste jaar niet zou gaan halen, vond ik dat mijn eer te na. Vanaf toen ben ik echt gaan studeren.”

Hoe zag een doorsnee dag uit uw jeugd eruit?
“De dag begint vroeg. Als ik wakker word, zit vader al aan de koffie en de krant. Moeder maakt ons klaar voor school. Tussen de middag eten we warm en na school liggen door moeder gesmeerde witte boterhammen met ­pindakaas en roggebrood klaar. ’s Middags ben ik op een trapveldje aan het voetballen, of ik neem een zaag en zaag in het bos met vriendjes een boom om. Of we bouwen een hut in een autowrak. Om zes uur ben ik weer thuis, voor de avondboterham.”

Hoe lang leefde u in de gedachte uw ­vader op te volgen?
“Zolang ik me kan herinneren. Ik vond het fascinerend wat hij deed. Mijn vader was de held bij elk ongeluk. Hij had iets te regelen en zorgde ervoor dat mensen hun recht kregen.”

Wat zijn de lessen uit uw jeugd?
“Maak af waar je aan begint. Houd oog voor wat andere mensen vinden. En blijf knokken. Je moet je leven zelf opbouwen, zelf maken. Het maakt niet uit wat je doet, als je het maar doet en ervoor zweet.”

Vindt u dat eenvoudig, afmaken waar u aan begonnen bent?

Resoluut: “Nee. Niet altijd. Ik ben erg makkelijk te verleiden tot iets anders. Nu ik directievoorzitter ben van ASR, kan ik dat niet meer, heel veel ballen in de lucht houden. Maar eenvoudig vind ik dat van nature niet.”

Had u ooit uw vader toegezegd hem op te zullen volgen?
“Het was een impliciete verwachting die mijn vader had.”

Nooit uw verwachting?
“Nou, ook mijn verhaal. Maar het was een erg gemakkelijk verhaal. Ik wist niet beter, tot ik alternatieven ontdekte. En toen pas werd het me duidelijk dat ik vooral het assurantievak leuk vond. En niet de Limburgse setting.”

Wat vond u er leuk aan acceptant te zijn?
Ik kwam van een kantoor met drie man personeel op een kantoor terecht met honderden collega’s. En ik kwam in een stad terecht, met een uitgaansleven. En de Rotterdamse cultuur was heerlijk direct. Die directheid ontdekte ik ook in mezelf. En ik kreeg de kans om me te ontwikkelen.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dit had u ook bij Unilever, Akzo of Shell kunnen leren.
“Ja. Maar wat mij altijd fascineerde in het vak is dat je kunt laten zien dat je er voor mensen bent als het echt spannend wordt. Behulpzaam zijn is altijd mijn fascinatie geweest. Ik heb nooit een ander type carrière overwogen.”

Jos Baeten

  • 1958 geboren in Horst aan de Maas
  • 1980 afgestudeerd heao, Eindhoven
  • 1980 acceptant Stad Rotterdam
  • 1988 Nederlands Recht, Erasmus Universiteit
  • 1999 voorzitter directie Stad Rotterdam
  • 2000 lid hoofddirectie Fortis ASR ­Verzekeringsgroep
  • 2003 voorzitter directie De Amersfoortse Verzekeringen
  • 2005 voorzitter hoofddirectie Fortis ASR Verzekeringsgroep
  • 2008 voorzitter hoofddirectie ASR Verzekeringen

Welke invloeden vormen de topman of vrouw? Management Team en The Executive Network onderzoeken in deze serie samen de aloude vraag naar nurture en nature van onze bestuurders en de invloed ervan op hun carrière.

Eerder in deze serie: