Persbericht - Veel werkgevers kennen het fenomeen ‘de eigenwijze werknemer’. De werknemer die bij elke opdracht van de baas in discussie gaat en het zelf beter weet. Dat kan voor de werkgever erg frustrerend zijn. Wat zijn de juridische mogelijkheden in dergelijke situaties ?
Arbeidsvoorwaarden
De rechtsverhouding tussen werkgever en werknemer wordt voor een belangrijk deel bepaald door de afspraken die zijn gemaakt in de arbeidsovereenkomst. In de arbeidsovereenkomst zijn zaken opgenomen als de uit te oefenen functie, de werktijden en het salaris. Deze voorwaarden zijn – uitzonderingen daargelaten – niet te wijzigen zonder wederzijdse overeenstemming.
Instructiebevoegdheid
Naast de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst kan werkgever de werknemer eenzijdig verplichtingen opleggen. De wordt de instructiebevoegdheid van de werkgever genoemd. De bevoegdheid is gebaseerd op de wet ( artikel 7:660 BW ). Volgens die wetsbepaling mag de werkgever voorschriften geven over:
– het verrichten van het werk. Voorbeelden: klanten netjes te woord staan, volgorde uitvoeren werkzaamheden, kledingvoorschriften, registeren van klantverzoeken.
– ter zake van de goede orde in de onderneming. Voorbeelden: niet pesten op het werk, minimaal 2 personen op de werkvloer, geen negatieve berichten over werkgever op sociale media.
Het geven van instructies hoeft niet schriftelijk plaats te vinden, dat kan ook mondeling.
Beperkingen instructiebevoegdheid
De bevoegdheid van de werkgever om instructies te geven is niet onbegrensd. Instructies die de privacy van werknemer aantasten of op een andere wijze inbreuk maken op grondrechten ( denk aan discriminatie ) zijn meestal niet mogelijk.
Ook is het instructierecht afhankelijk van de concrete omstandigheden. Zo kan een werknemer met een kantoorbaan niet geïnstrueerd worden een zware kisten te sjouwen.
De eigenwijze werknemer
Sommige werknemers hebben een vergaande zelfstandigheid bij het uitvoeren van hun werk. Dit is echter niet een vrijbrief om instructies van de werkgever naast zich neer te leggen. De arbeidsrelatie is immers een gezagsverhouding waarbij de werkgever uiteindelijk bepaald hoe het werk moet worden uitgevoerd. Als de werknemer zich verzet tegen de instructie van de werkgever en deze niet uitvoert, kan de werkgever disciplinaire maatregelen treffen. Denk daarbij aan – in oplopende volgorde van ernst – stopzetten salaris, schorsing of ontslag.
De disciplinaire maatregel moet gepast zijn. Zo is ontslag bij het eenmalig niet op het juiste tijdstip pauzeren een te zwaar middel, maar kan het stelselmatig pesten van een collega wel ontslag rechtvaardigen. Ontslag kan mogelijk zijn op grond van disfunctioneren, verwijtbaar gedrag of een verstoorde arbeidsrelatie.
Conclusie
De werkgever kan de werknemer op grond van het instructierecht veel verplichtingen opleggen. Werkgever hoeft dus niet akkoord te gaan met tegenwerpingen van een eigenwijze werknemer. Blijft de werknemer weerbarstig dan kunnen disciplinaire maatregelen worden opgelegd, waaronder – in sommige gevallen – ontslag.
Raadpleeg bij twijfel een jurist of arbeidsrecht advocaat.
Voor nadere informatie: mr Edwin van Jaarsveld, Ontslagspecialist 020 – 6160 120