Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Zo bouw je een groene campus, waar studenten en wetenschappers ook gelukkig worden

In samenwerking met Heijmans - Een hypermoderne, nieuwe universiteitscampus bouwen die niet alleen groen en duurzaam is, maar waar studenten, wetenschappers en docenten tegelijkertijd met veel plezier studeren en werken. Bouwbedrijf Heijmans deed het bij de nieuwe Science Campus van de Universiteit Leiden.

universiteit leiden campus heijmans

De tweede fase van het Gorlaeus Gebouw, waar de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden is gehuisvest, werd eind vorig jaar opgeleverd door Heijmans en in maart door de medewerkers in gebruik genomen. Sinds de start van het nieuwe studiejaar begin september vindt ook het onderwijs in het gebouw plaats.

Het nieuwe gebouw sluit aan op de eerste fase, die in 2016 werd opgeleverd. Het vormt ook de nieuwe hoofdentree van de faculteit aan het Rosalind Franklinplein, in het hart van Leiden Bio-Science Park. In de tweede fase is 30.000 vierkante meter aan collegezalen, kantoren, studie- en ontmoetingsruimtes, laboratoria, een bibliotheek en een brasserie bijgebouwd. De voorbereidingen voor de derde en laatste fase zijn begonnen. Als die klaar is, beslaat het complex 100.000 vierkante meter.

Very Good

Naast de state-of-the-art onderzoeks- en onderwijsfaciliteiten heeft het gebouw ook allerlei duurzame elementen. Op het dak liggen bijna zevenhonderd zonnepanelen en een warmte-koude-opslag (WKO)-systeem zorgt ervoor dat de faculteit zo zuinig mogelijk gekoeld en verwarmd wordt. Verder zijn de glazen gevels, daken en vloeren goed geïsoleerd, is er overal ledverlichting en zetten sensoren de klimaatinstallaties en de verlichting uit als er niemand in de ruimte is. Dat leverde de universiteit het BREEAM-certificaat ‘Very Good’ op.

Interne eis

‘Dit is het minimale vereiste bij al onze nieuwbouwprojecten. Eigenlijk wilden we voor het hogere niveau van ‘Excellent’ gaan, en zelfs energieneutraal, maar dat lukte net niet’, zegt Jeroen van der Lelie, hoofd projectmanagement van het vastgoedbedrijf van de universiteit. ‘Er zitten veel laboratoria in het gebouw, met veel zuurkasten, die veel energie gebruiken. Dan is energieneutraal gewoon onhaalbaar.’

Van der Lelie is van begin af aan bij de nieuwe Science Campus betrokken. Daarbij werd duurzaamheid een steeds belangrijker onderdeel. ‘Het is tegenwoordig bijna regelgeving. We mogen niet anders meer. Ook op de universiteit is het een hot item. Wij krijgen die vragen ook veel van medewerkers en studenten. Intern wordt dit gewoon van ons verlangd’, zegt hij.

Bekijk hier een video over de opening van het Gorlaeus Gebouw:

Circulair bouwen

Ook op het gebied van circulair bouwen heeft de universiteit stappen gezet. Bij elke fase wordt eerst op lege plekken nieuw gebouwd. Vervolgens verhuizen de faculteiten en wordt het bestaande gebouw gesloopt.

‘Tijdens de sloop van het oude collegegebouw zei de landschapsarchitect ineens: waarom gebruiken we niet het oude skelet? Toen zijn we acuut gestopt met slopen en hebben we met een deel van het oude skelet een nieuwe fietsenstalling ontworpen. Op de eerste verdieping daarvan komt straks een verblijfstuin’, vertelt Van der Lelie. Het andere deel van het skelet is gebruikt voor de hoofddraagconstructie van Biopartner 5, elders op het Leiden Bio-Science Park, dat mede hierdoor Paris Proof is.

Toekomstbestendig

De universiteit had de duurzame ambitie, de praktische uitwerking daarvan liet het over aan aannemer Heijmans en de architectencombinatie Inbo en Sweco Architects. ‘Wat voor ons belangrijk was is dat het gebouw toekomstbestendig is. Het moet minstens vijftig jaar mee kunnen gaan’, zegt architect Ad van Aert van Sweco.

Dat komt onder meer terug in de flexibele indeling en de mogelijkheid om ruimtes en zalen te wijzigen en voor andere doelen te gebruiken, zonder dat grote verbouwingen nodig zijn. Van Aert begon, met Hans Toornstra van Inbo, vijftien jaar geleden al met de eerste ontwerpen voor fase 1 van de nieuwe campus. ‘Duurzaamheid is altijd belangrijk geweest, maar je moet het wel in zijn tijd plaatsen. Toen was circulair bouwen bijvoorbeeld nog niet zo’n hot item als nu’, zegt hij.

laboratorium gorlaeus gebouw universiteit leiden
De nieuwe laboratoria slokken veel energie op. Foto: Marcel van der Burg

Gebruiker bepaalt

Het moest niet alleen een duurzaam, maar ook een leefbaar gebouw worden. Het gebruikersgeluk was net zo belangrijk. Daarom spraken het vastgoedbedrijf van de universiteit, de architecten en Heijmans van begin af aan met de gebruikers, zoals studenten, onderzoekers, docenten en professoren. Via werkgroepen werden hun wensen en eisen geïnventariseerd en tijdens de bouw werden regelmatig feedbacksessies en bouwbezoeken met hen georganiseerd. ‘Dat gebeurde ook al in de eerste fase en die ervaringen zijn meegenomen om de tweede fase te verbeteren’, zegt Van der Lelie.

Het komende jaar wordt het klimaat in de faculteit gemonitord en wordt gebruikers gevraagd naar hun ervaringen met zaken als binnenklimaat, de beleving van het interieur, akoestiek en de uitstraling. Dit wordt gebundeld in een zogeheten ‘belevenismonitor’.

Aangepast ontwerp

Die eisen en wensen van gebruikers leidden tot diverse aanpassingen in het ontwerp. Voor trillingsvrije apparatuur in laboratoria bleken hogere ruimtes nodig. Studenten gaven aan dat ze meer beenruimte wilden in collegezalen en dat de klaptafels te veel lawaai maakten. Dat werd aangepast in het ontwerp. Ook kregen wetenschappers iets smallere kantoren voor maximaal twee personen. Zo kunnen wetenschappers zich maximaal concentreren zonder dat dit extra gevellengteruimte en energieverlies betekenden.

gorlaeus gebouw universiteit leiden
De nieuwe collegezalen kregen na opmerkingen van studenten meer beenruimte. Foto: Marcel van der Burg

Onderdeel van community

De belangrijkste aanpassing ging over de vorm van het gebouw. ‘Het is een heel groot gebouw. Wij vonden het belangrijk dat je je goed kunt oriënteren. Rustig en geconcentreerd werken doe je vooral in de vleugels. Maar als je die vleugels verlaat dan sta je ineens in een grote centrale hal. Daar zitten alle publieke functies rondom een centrale as. Dat is de plek om elkaar te ontmoeten. Zo ervaar je dat je onderdeel bent van een community en voel je je als individu toch prettig in zo’n groot gebouw’, legt architect Van Aert uit.

De werkruimtes heeft hij zoveel mogelijk daglicht en uitzicht gegeven. ‘Alle kantoren en werkplekken kijken uit op de groene omgeving. De laboratoria liggen juist aan de noordkant, om ze op constante temperatuur te kunnen houden’, zegt Van Aert.

Studenten komen er graag

Volgens hem blijkt een paar weken na de ingebruikname al dat het concept werkt. ‘De ruimtelijke variatie en de warme uitstraling met kleuren en materialen is goed gelukt. Wat je wilt bereiken is dat studenten er graag komen en dat je een levendige cultuur hebt in het gebouw. Ik zie nu al dat dit werkt. Studenten komen er graag en zoeken een plekje om samen te komen of te studeren. Dat is leuk om te zien’, zegt hij.

gorlaeus gebouw universiteit leiden
De centrale hal van het nieuwe Gorlaeusgebouw van de Universiteit Leiden. Foto: Marcel van der Burg

Kwaliteit geborgd

Heijmans kreeg van de universiteit het vertrouwen om zelf aan te tonen dat de kwaliteit van het project geborgd werd. ‘De samenwerking met de Universiteit Leiden heeft ons in staat gesteld om onze gezamenlijke waarden rondom kwaliteit en maatschappelijke verantwoordelijkheid in praktijk te brengen’, zegt Ramon Janssen, projectdirecteur bij Heijmans. ‘We delen een passie voor vooruitgang en het verbeteren van de leefomgeving, wat duidelijk zichtbaar werd in de manier waarop we het project hebben benaderd. Deze gedeelde waarden vormden de basis voor een succesvolle samenwerking.’

Het werk is nog niet af. Achter de nieuwe campus wordt nog een derde gebouw aangebouwd. Ook gaat de universiteit het grote, centrale plein voor de entree, het Rosalind Franklinplein, verlevendigen. Van der Lelie: ‘Dat wordt het hart van de campus. Behalve onze faculteit komen er winkels en woningen en een sportgebouw. Zo maken we van een oud industrieel gebied, dat ’s avonds dood was, een leefbaar gebied.’