Overheidsinstanties overtreden vaak de eigen regels. Dat gebeurt meestal bewust, omdat de uitvoering van wetten en regels te duur of onmogelijk is. Soms zijn de regels onbekend, te complex of tegenstrijdig of ontbreekt het bij de betrokkenen aan deskundigheid.
Dat blijkt uit een donderdag gepresenteerd onderzoek dat is uitgevoerd onder leiding van dr. L. Huberts, hoogleraar bestuur en organisatie aan de VU in Amsterdam in opdracht van de stuurgroep Handhaven op Niveau. Het komt volgens de onderzoekers incidenteel voor dat “oneigenlijke belangen” ten grondslag liggen aan overtredingen.
Tussen 1999 en 2002 hebben de verschillende overheden zich schuldig gemaakt aan 552 strafrechtelijke overtredingen. In 60 procent van de gevallen hielden ze zich niet aan natuur- en milieuregels. Het ging bijvoorbeeld om illegale lozingen, de opslag van gevaarlijke stoffen en het illegaal kappen van bomen.
De onderzoekers constateren verder dat organisaties die de regels moeten handhaven, zoals inspecties, minder strikt letten op de naleving ervan door andere overheden dan door burgers en bedrijven. Ook blijkt dat bestuurders en ambtenaren vinden dat de overheid zich beter aan de regels zou moeten houden dan burgers en bedrijven.
In de praktijk is dat echter vaak niet het geval. Zo komt het voor dat overheidsgebouwen niet aan de eisen voor brandveiligheid voldoen of dat overheden de aanbestedingsregels niet goed toepassen, aldus het onderzoek. (Planet/ANP)