“Debiteuren worden gehaaider in het rekken van betalingen”, zegt Kathleen Goense, directeur Factoring van de business unit financial institutions van De Lage Landen. “We zien dat de macht van de inkoop, zeker van de grote partijen zoals supermarktketens, groter wordt en dat grote debiteuren lagere prijzen eisen en de leverings- en betalingsvoorwaarden voorschrijven.”
“Bijna alle grote winkelketens doen het”, weet ook Michiel Steeman van ING Commercial Finance. Voor leveranciers is het doorgaans buigen of barsten. Wie weigert in te stemmen met langere betaaltermijnen verliest zijn handel. Leveranciers moeten tegenwoordig al snel twee tot drie maanden op hun geld wachten. Steeman: “Dat is lang, maar nog altijd korter dan in de meeste Zuid-Europese landen.” Wie niet zo lang kan of wil wachten heeft met factoring zijn geld binnen een paar dagen op zijn rekening. Steeman: “Uiteraard na goedkeuring van de factuur door de afnemer, maar dat proces verloopt dankzij de opkomst van elektronische facturering gemiddeld een stuk sneller.”
Elektronisch factureren is momenteel een hot issue. “Er is veel aandacht en belangstelling voor”, aldus Steeman. “Echter, de daadwerkelijke implementatie kost tijd. Het productaanbod varieert: van business to consumers (B2C) tot business to business (B2B) oplossingen, via portals, electronic data interchange (edi), e-mail en het digitaal verwerken van een (digitaal) binnenkomende factuur. Klanten eisen een elektronische factuur om kosten te besparen en de leveranciers willen elektronisch factureren om, naast de andere voordelen, hun efficiency te verbeteren.”
Beter inzicht
Elektronisch factureren sluit volgens Steeman naadloos aan bij factoring omdat het een beter inzicht biedt in de stappen die aan de factuur vooraf gaan. “In de toekomst, wanneer een debiteur een factuur bijvoorbeeld meteen kan accorderen of een dispuut kan opwerpen, kan op goedgekeurde vorderingen wellicht meer gefinancierd worden omdat de risico’s kleiner zijn.”
De Lage Landen ziet een sterke opkomst van elektronische facturatie in branches met langere termijnrelaties met klanten, zoals het uitzendwezen en de transportbranche. Goense: “Vanuit factoring-optiek alleen maar fijn omdat de factuur sneller en doelgerichter op de plaats van bestemming aankomt. Daarbij is het natuurlijk van belang dat dit traject ook juridisch goed geregeld is; wie is bevoegd en hoe zorg je ervoor dat alleen deze bevoegden aan de bedragen kunnen sleutelen? Self billing, waarbij het bedrijf dat geleverd krijgt zelf de factuur opstelt en verstuurt, zien we ook steeds meer. Voor ons als factoringmaatschappij is het met dergelijke ontwikkelingen uiteraard van belang dat ons pandrecht goed gewaarborgd blijft en dat de algemene levering- en betalingsvoorwaarden ons conveniëren.”
Kredietwaardigheid
Begin dit jaar werd Basel II ingevoerd. Volgens deze Europese richtlijn moeten kredietverstrekkers zich meer dan ooit verdiepen in de kredietwaardigheid van hun klanten. Een risicovoller klantenbestand betekent grotere verplichte reserves om eventuele stroppen als gevolg van wanbetaling te dekken. “Hoe meer grip je als financier op je risico’s hebt, hoe minder buffer je hoeft aan te houden”, zegt Goense. Risico’s worden bepaald door de combinatie van het kredietrisico en het asset risico. De goede of slechte financiële performance van de klant bepalen het kredietrisico. De waarde van activa als debiteuren, voorraden en orderstroom van de kredietnemer bepaalt het asset risico. De mate waarin je als financier grip hebt op beide risico’s (lees: of er wat te halen valt bij een eventueel faillissement van de debiteur en zo ja, welke plek je dan in de rij van schuldeisers inneemt), bepaalt vervolgens de Basel II-‘score’ van de financier. Goense: “Als asset based financier op het gebied van factoring, maar ook leasing, ziet De Lage Landen Basel II als een kans.” Binnen de Rabobank Groep, waar De Lage Landen onderdeel van uitmaakt, wordt factoring volgen Goense meer en meer ingeschakeld om beter grip te krijgen op de assets. “Wij taxeren en monitoren dagelijks. Dat zijn we als specialist uiteraard gewend en dat moet ook want debiteurenportefeuilles en voorraadposities veranderen dagelijks. De Lage Landen heeft daarom Leasing en Factoring in één business unit samengebracht.”
Ook binnen ING Commercial Finance neemt asset based finance een steeds prominentere plek in. Steeman: “Wij zien een duidelijke verschuiving van pure factoring naar asset based finance, met oog voor álle activa in plaats van slechts het kredietrisico. We werken mede daarom steeds intensiever samen met ING Lease. Factoring ‘oude stijl’ beperkt zich doorgaans tot het debiteurenrisico, terwijl je met asset based finance ook de waarde van duurzamere activa als onroerend goed en vrachtwagens meeweegt. Door deze posten allemaal op een grote hoop te vegen creëer je al snel meer ruimte voor financiering.”
Oost-Europa in trek
Factoring werd tot een paar jaar geleden vooral ingezet door het mkb; kleinere bedrijven die hun werkkapitaal op peil moesten houden of simpelweg de tijd en expertise misten om zelf hun debiteuren effectief achter de broek te zitten. Volgens Steeman hebben nu ook bedrijven met omzetten van honderden miljoenen euro’s factoring ontdekt. “Grotere concerns willen meer grip op hun creditmanagement. Factoring maakt het mogelijk om werkkapitaal lokaal te financieren zonder dat je op concernniveau het overzicht verliest. Dat vereist natuurlijk wel een zekere uniformering.” Veel grote spelers op de factoringmarkt breiden daarom uit over de landsgrenzen, zodat ze hun grotere, internationaal opererende klanten lokale aanwezigheid kunnen bieden. Fortis Commercial Finance heeft momenteel veertien kantoren in Europa; IFN zit in Nederland, Duitsland, Frankrijk en Engeland; ING Commercial Finance zit in Nederland, Duitsland, België, Frankrijk, Polen en Roemenië; De Lage Landen is wereldwijd in meer dan 25 landen actief. Volgens Steeman zijn vooral Centraal- en Oost-Europa momenteel erg in trek.
Groei
De Nederlandse factoringmarkt blijft gestaag doorgroeien. In 2006 ging er een slordige 26 miljard euro in om. Goense: “Afgezien van de economisch gunstige tijden merken wij al langere tijd dat de factoringmarkt groeit. Allereerst omdat sectoren zoals zakelijke dienstverlening, groothandel, transport (Nederland groeit nog steeds als distributieland) en industrie groeien. Daarnaast omdat in bedrijfsfinanciering steeds meer behoefte is aan specialistisch kennis, zo ook op het gebied van factoring. Klanten verwachten maatwerkoplossingen voor hun handel met buitenlandse debiteuren en de hele werkkapitaalstroom binnen het bedrijf. Factoring geeft bedrijven de ruimte te ondernemen.”
De behoeften van de factoringklanten van De Lage Landen zijn volgens Goense divers. “Dat varieert van bedrijven op overnamepad tot snelle groeiers en bedrijven met (seizoens)pieken. Anderen kiezen voor factoring om zich beter op hun kernactiviteiten te kunnen concentreren. Ze kunnen bij ons terecht voor debiteurenfinanciering, kredietverzekering, voorraadfinanciering, ondersteuning bij- of overname van het debiteurenbeheer, advisering gericht op een professionelere administratieve organisatie, de verkoop van een debiteurenvordering, of combinaties van het bovengenoemde. Factoring wordt doorgaans in combinatie met de totale bancaire financiering bekeken, waarbij De Lage Landen veelal nauw samenwerkt met Rabobank.”
Reversed factoring
Normaal gesproken wordt er gefinancierd op basis van de kredietwaardigheid van de schuldeiser, maar het kan ook andersom. Als bijvoorbeeld de Hema aankondigt de krediettermijnen te zullen oprekken, kan het zijn rookworstenleverancier tegemoet komen met reversed factoring. Niet de kredietwaardigheid van de worstenmaker, maar die van de HEMA vormt de basis van het contract dat de leverancier met de factoringmaatschappij sluit. Aangenomen dat de kredietwaardigheid van de HEMA groter is dan die van de leverancier, zullen de voorwaarden voor de leverancier gunstiger zijn. “Reversed factoring, iets wat we jaren geleden misschien als exotisch betitelden, komt nu steeds meer voor,” stelt Goense. Verder signaleert ze dat factoring meer en meer actief door bedrijven wordt opgezocht. “Vooral bij bedrijven op overnamepad, maar ook in de groothandel is nu algemeen bekend dat met factoring de financieringslasten marginaal toenemen terwijl de baten met een veelvoud van die meerkosten toenemen. Er wordt gemakkelijk één procent van de inkoopwaarde van de omzet bespaard en met een goede omloopsnelheid maak je geld met geld. Factoring wordt dus meer ingezet als financieringsmiddel.”