Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Machinebouwer Meyn: ‘Predicatief onderhoud is nu nog een stap te ver’

Machines onderhoud je het liefst vóórdat ze stuk gaan, niet erna. Machinebouwer Meyn ontwikkelde een uitgekiend model voor preventieve maintenance.

Oostzaan, ten noorden van Amsterdam, vormt de thuisbasis van Meyn: wereldwijd een van de marktleiders op het gebied van verwerkingslijnen voor de pluimvee-industrie. De machines van Meyn, bestemd voor het sorteren, slachten en uitbenen van kippen, zijn terug te vinden in slachterijen over de hele wereld.

Onderhoudsplannen

Klanten stellen steeds strengere eisen aan de betrouwbaarheid van hun machines, schetst business analyst John Deken van Meyn. ‘Daarmee is ook het belang van goed onderhoud flink gegroeid. Lange tijd ging het zo: een klant belde op met de vraag of we zijn machines konden reviseren, waarop wij de vraag stelden welke onderdelen aan vervanging toe waren. Totdat er een klant was die de wedervraag stelde: waarom vertellen jullie míj niet eens welk onderdeel vervangen moet worden? Vanaf dat moment zijn we het onderhoud veel planmatiger gaan aanpakken.’

Enorm veel meetgegevens

Nieuwe machines worden uitgebreid getest, vertelt Deken. ‘Bij een aantal klanten laten we de machines enkele maanden proefdraaien, waarna onze R&D-afdeling ze weer volledig uit elkaar haalt. Welk onderdeel slijt normaal, welk snel, en welk helemaal niet? Dat levert enorm veel meetgegevens op, die vervolgens door onze serviceafdeling worden verwerkt in gedetailleerde onderhoudsplannen. Op basis van de feedback van onze monteurs over de daadwerkelijke slijtage passen we het onderhoudsplan voortdurend aan.’

Kosten bij normaal gebruik

Op basis van 12 jaar aan ervaringsgetallen en de voortdurende feedback van monteurs en klanten, heeft Meyn inmiddels voor vrijwel al zijn machines gedetailleerd in beeld hoe ze zich gedragen. ‘Ook voor een slachterij met 300 machines kunnen we daardoor nu binnen afzienbare tijd een volledig uitgewerkt onderhoudsplan op tafel leggen. We zorgen ervoor dat de monteur precies op tijd ter plekke is, waar ook ter wereld, en dat alle benodigde onderdelen er precies op tijd zijn. De klant weet hoeveel het onderhoud bij normaal gebruik gaat kosten en heeft zo uitstekend zicht op de total cost of ownership.’

Strak geregisseerd

Het ‘hogere’ doel van maintenance is uiteraard om de bedrijfscontinuïteit te waarborgen, schetst Deken. ‘Geen enkele ondernemer vindt het fijn als zijn machines stil komen te staan. Maar waar een producent van niet-levende waar altijd een voorraadbuffer kan aanhouden en zo zijn leveringen op peil kan houden, wordt dat bij levende kippen lastig. De hele keten, van kippenfarm tot supermarkt, is enorm strak geregisseerd: zodra één met kippen volgeladen vrachtwagen stil komt te staan, stokt het hele proces. Een kip is beperkt houdbaar, en de regels rondom dierenwelzijn zijn de laatste jaren terecht veel strenger geworden; deed vroeger niemand echt moeilijk over een volgeladen vrachtwagen die een halve dag stilstond, tegenwoordig is dat voor zowel producent als consument onacceptabel.’

De hele keten, van kippenfarm tot supermarkt, is enorm strak geregisseerd: zodra één met kippen volgeladen vrachtwagen stil komt te staan, stokt het hele proces."

Druk toegenomen

Bovendien is de druk op het proces enorm toegenomen, vervolgt Deken. ‘De toegenomen concurrentie tussen supermarkten heeft ervoor gezorgd dat zij de hele dag door vers aanbod in de schappen willen hebben. Produceerden veel slachterijen vroeger maximaal 8 uur per dag, tegenwoordig gaat de productie tot wel 20 uur per dag door, 6 dagen per week. Tegelijkertijd is de verwerkingscapaciteit van onze machines flink gegroeid, tot wel 14.000 kippen per uur. Als een verwerkingslijn stil komt te vallen, heeft dat direct flinke gevolgen.’

De verwerkingscapaciteit van onze machines is flink gegroeid, tot wel 14.000 kippen per uur."

Onderhoud voorspellen

Klanten zijn volgens Deken steeds kritischer geworden, en daarmee is het belang van een uitgekiend onderhoudsplan flink gegroeid. De mogelijkheden van condition based, predicatief onderhoud – waarbij machines via het Internet of Things (IoT) zélf aangeven dat een bepaald onderdeel aan vervanging toe is – is momenteel onderwerp van onderzoek, vertelt Deken. ‘Concrete stappen hebben we nog niet gezet op dit vlak, ook omdat onze huidige preventieve onderhoudsaanpak prima functioneert. Toch kan ik me voorstellen dat we op termijn toegaan naar een situatie waarin we meer naar de machine zelf gaan luisteren.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Beetje meten is al veel weten

Zo kan uit het manufacturing execution systeem (MES), het informatiesysteem voor het monitoren en aansturen van productieprocessen, veel worden afgeleid, schetst Deken. ‘Neem een frequentieregelaar die de snelheid van een motor regelt. Als de motor opeens meer vermogen gaat vragen, kán dat duiden op een defecte lager. Ook plotselinge temperatuurstijgingen zijn vaak een indicatie dat er iets niet goed gaat. Wat dat betreft hoeven we eigenlijk maar op enkele plekken te meten om heel veel te weten.’

We hoeven eigenlijk maar op enkele plekken te meten om heel veel te weten."

Flinke kosten

Eind vorig jaar schreef het FD dat predictieve maintenance, zeker in een industrieland als Duitsland met zijn grote spelers en afzetmarkt, volop kansen biedt. Niet voor niets zetten onze oosterburen, meer dan andere Europese landen, stevig in op deze nieuwe onderhoudstechnologie. Voor een bedrijf als Meyn is de overstap naar predictive maintenance volgens Deken nu nog iets te groot. ‘Ons hele machinepark moet worden aangepast, en daaraan zijn flinke kosten verbonden. Bovendien zijn de risico’s van slecht onderhoud in bijvoorbeeld de petrochemische en de luchtvaartindustrie veel groter; als dáár iets misgaat, heeft dat meteen grote gevolgen. In die zin is de maakindustrie geen trendsetter op dit vlak. Maar zeker als de technologie verder doorontwikkeld is en de kosten omlaag gaan, zien ook wij mogelijkheden. We houden de ontwikkelingen in elk geval goed in de gaten.’

 

Dit artikel is onderdeel van het dossier Made in NL. Bij MT vinden we dat Nederland trotser mag zijn op zijn maakbedrijven. Met Made in NL wil MT de kennisdeling binnen én over de sector bevorderen en maakbedrijven een podium bieden. Opdat we terecht trots zijn op de hidden champions van de maakindustrie. In deze missie wordt MT vergezeld door de volgende partners: Centraal Beheer Achmea, MBCF, NIBC, Salesforce en TNO.