Steeds meer mensen laten het arbeidsethos van de vorige generaties achter zich. De houding van werk-is-alles, die van spaarzaamheid, soberheid en daardoor succesvol zijn.
Socioloog Max Weber zag ooit een verband tussen het protestantisme en het kapitalisme: hard werken, pleziertjes opzij zetten en vooruitkomen. Dat zou een teken zijn dat je uitverkoren was. Wim Kok was het schoolvoorbeeld. Veel mensen doen het nu anders. Zij willen lekker moederen en vaderen. Bekommernis om ziel en planeet staan bij hen hoger in de top tien dan de ratrace naar de boardrooms. Het privéleven vinden we belangrijker dan ooit. Het nieuwe arbeidsethos is zowel hedonistisch als sociaal. Ik zou bijna zeggen dat het ‘rooms' is geworden: feestelijker, opzichtiger en lichamelijker.
Het komt in alle generaties voor en niet alleen bij de jongste zoals sommigen menen. De ‘postmateriële hedonisten' – marketeers weten als geen ander de mens in hokjes te stoppen – krijgen natuurlijk op hun donder van de noeste werkers: verwende vrouwen, labbekakkerige jongeren, luxepaardjes. Hoe het ook zij, managers zullen merken dat de nieuwe instroom aan personeel gemarineerd is in dit nieuwe vrijzinnige arbeidsethos. Wat biedt u voor mijn ontwikkeling? Is de cultuur hier oké? Doet u genoeg aan duurzaamheid? Wellicht wordt het weer tijd uw organisatiecultuur tegen het licht te houden althans, als u uw vacatures wilt vervullen.
Joep Schrijvers is auteur van ‘Hoe word ik een rat' en andere kritische boeken over management, mens en maatschappij.