Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Zo laadt Monique Frant (Upfield) weer op na de eerste virusgolf

Na maanden van keihard werken begint deze zomer voor velen een tijd van opladen. Hoe doe je dat? En wat zijn de managementlessen van de afgelopen tijd geweest? In deze mini zomerserie leggen we deze vragen voor aan corporate managers. In de vierde aflevering, Monique Frant, die in juli aan een nieuwe baan begon als HR-directeur voor Zuid en West-Europa bij plantaardig voedselproducent Upfield.

Monique Frant - Upfield

Je begon in juli met een nieuwe baan. Nam je het besluit om je vorige baan als Chief People Officer bij Wehkamp te verlaten tijdens de crisis?

‘Ik had het besluit om iets anders te gaan doen al genomen voor de eerste virusgolf. Maar wat precies, dat wist ik nog niet. De keuze voor een nieuwe baan heb ik echt gemaakt toen alles in volle gang was.

Aan het begin was dat spannend – de eerste maand zag je dat veel bedrijven hun vacatures stopzetten. Maar na die eerste schrikreactie, zag je dat er toch veel banen open waren. Bij sommige bedrijven ben ik een keer op kantoor geweest, anderen heb ik alleen online gesproken. En uiteindelijk koos ik voor Upfield, waar ik alleen mensen online had gesproken.’

Waar baseer je zo’n keuze op, als je geen kantoor of collega’s hebt gezien?

‘Natuurlijk is het een beperkt beeld wat je hebt, maar ik realiseerde me ook dat het sollicitatieproces maar zo’n klein schakeltje is in het hele proces. In de eerst golf dachten we dat de virusperiode een soort sprint zou zijn, maar dat beeld is wel gewijzigd, het is een marathon. Zo zie ik deze baan ook – je maakt nu de keuze, maar het is een keuze voor de lange termijn. Uiteindelijk heb ik voor Upfield gekozen vanwege de inhoud van de rol en het gevoel dat je krijgt bij de mensen die je via een videoverbinding spreekt. Je moet het doen met de minimale informatie die je hebt.’

Hoe waren je eerste weken in je rol?

‘Het is een bizarre situatie – je begint aan een nieuwe baan, maar begint ‘s ochtends aan hetzelfde bureau in je werkkamer als waar je afscheid nam van je vorige baan. Daardoor was het wel even wennen om m’n weg te vinden in de nieuwe organisatie. Aan het begin heb ik me opgesteld als één van de teamleden. Als zij ergens hulp nodig hadden, kon ik een handje helpen en daardoor leren over de zaken die spelen in het team.’

Heb je inmiddels een aantal van je nieuwe collega’s ontmoet?

‘Drie Nederlandse teamleden heb ik inmiddels op het terras of tijdens een wandeling gezien. Aan het begin had ik twijfels over de effectiviteit van het virtueel opbouwen van relaties en ik vond het fijn om wat meer dan een hoofd en schouders van m’n teamleden te zien. Maar toen we elkaar in het echt zagen, merkte ik dat we door het virtuele contact een goede basis hadden kunnen bouwen.

Het grootste deel van mijn teamleden werkt in Nederland, de rest zit verspreid over vijf andere Europese landen. Dat maakt het in deze tijden extra spannend: ieder land heeft eigen zorgen, eigen regels. Aan mij de taak als leider om bij iedereen individueel in te checken. Elke dag maak ik een half uur vrij om mensen te bellen en ook even te vragen hoe het gaat. Van sommige mensen weet ik precies hoe het met kinderen, kat en cavia gaat, anderen zijn wat gereserveerder. Allemaal oké, zolang ik maar even hoor hoe het gaat.’

Denk je dat je daar nu meer of minder tijd aan kwijt bent?

‘Eerlijk gezegd denk ik dat je op kantoor meer tijd kwijt bent aan sociale interactie. Je loopt naar de koffieautomaat, maakt een praatje, komt iemand tegen op de gang. Op die manier ben je zo best veel tijd kwijt aan sociale zaken. Dat mis ik ook wel: normaliter praat je even over je weekend, je vakantie. Nu moet je dat allemaal actief plannen, dat kost meer energie.’

Denk je dat managers straks ook meer vanuit huis kunnen gaan werken?

‘Omdat ik in mijn vorige rol en deze rol veel onderweg was, was het ook makkelijker om op afstand te werken. Ik denk dat je prima een team op afstand aan kan sturen, zeker als dat een internationaal team betreft. Tegelijkertijd denk ik dat ik, zodra het weer kan, wel weer naar kantoor wil. Ik hou van de reuring en het onder de mensen zijn, maar dat zal er helaas niet altijd meer zijn. Als je mensen face to face wil zien, zul je dat actief af moeten spreken. Dat is de nieuwe realiteit waarin we leven.’

Hoe heb je er in de afgelopen maanden voor gezorgd dat je weer oplaadde naast je werk?

‘Ik merkte dat het gebrek aan reizen me aan de ene kant goed deed, maar ik ook onrustig werd om constant op één plek te zijn. Ik ben zo gewend om veel te reizen, dat de muren soms wel even op me afkwamen.

Ik ben bewuster gaan plannen en heb goed in de gaten gehouden wat me energie geeft en wat me energie kost. Ook zorg ik ervoor dat ik elke dag rond lunchtijd even ga wandelen, je zit echt een stuk meer nu je thuis werkt. Wat ik echt mis en me normaliter veel energie geeft, zijn de sociale contacten. Daar moest ik wel echt aan wennen.’

Wat betekent vakantie in zo’n periode voor je?

‘Normaliter is vakantie voor mij een periode van nieuwe ervaringen en rondreizen, maar dat ging nu echt niet. Doordat ik mijn vakantie al lang had gepland, viel die bijna samen met de startdatum van m’n nieuwe baan. Ik heb daardoor ook m’n laptop op vakantie wel regelmatig opengeklapt.

Dan merk je toch hoe fijn verandering van omgeving is. Het is toch anders als je na je werk even lekker kan zwemmen of naar een restaurantje aan de kust gaat, in plaats van je eigen maaltijd klaarmaken in je eigen keuken. Dat heb ik meegenomen van m’n vakantie: als ik nu de hele week thuiswerk, zorg ik ervoor dat ik ook even in andere ruimte ga werken en ‘s avonds nog een rondje fiets. Anders word ik rusteloos.’

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wat voor boeken had je mee op vakantie?

‘Ik heb The culture Map van Erin Meyer gelezen, over werken met verschillende culturen. Ik vind het een feest der herkenning, omdat ik met zoveel verschillende culturen werk en zie hoe bepaalde culturen reageren. Op die manier leer ik hoe ik mensen het best kan aansturen.’

Wat is de belangrijkste les die je uit het boek haalde?

‘Waar we in Nederland heel erg van de feiten houden, gaat het Fransen bijvoorbeeld veel meer over de context waarin iets gebeurt. Wil je hen motiveren, dan moet je het dus op een andere manier uitleggen.’