Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Drijvende koeienstal krijgt Picnic als klant, voert eerste gesprekken in China 

Met een investering van 2,7 miljoen euro bouwde Minke van Wingerden in Rotterdam de eerste drijvende koeienstal van de wereld. Met online supermarkt Picnic komt nu de eerste grote klant aan boord. Ondertussen lopen er gesprekken over uitbreiding naar Azië.

Het is maar een pilot, zegt Minke van Wingerden over de koeienstal Floating Farm. Maar in de Rotterdamse Merwehaven (Google Maps) dobberen sinds afgelopen mei toch écht 35 koeien op een drijvende boerderij van twee verdiepingen. Ook internationaal trok het project al veel aandacht.

Floating Farm is een initiatief van drie partijen: bouwbedrijf Beladon (waar de echtgenoot van Van Wingerden ceo is), landbouwinnovatie-bureau Courage en Uit je Eigen Stad, een inmiddels ter ziele gegaan project voor urban farming. Van Wingerden: “We doen dit met nul euro subsidie, het is best wel bijzonder dat we dit van de grond hebben laten komen.” 

De drijvende boerderij is grotendeels zelfvoorzienend en circulair. Regenwater wordt opgevangen en gefilterd tot drinkwater voor koeien. Een trits van 165 – eveneens drijvende – zonnepanelen levert een flinke hoeveelheid stroom (Van Wingerden kent de precieze opbrengstcijfers nog niet uit haar hoofd), een koppeling met windenergie zit ook in de pijplijn. Koeienmest wordt verwerkt tot strooisel voor in de stal en mestkorrels voor de tuin. Het koeienvoer bestaat deels uit restproducten zoals aardappelschillen, bierbostel en zemelen van bedrijven in en rond Rotterdam.

Gamechanger

Van Wingerden noemt haar drijvende boerderij “game changing”, op een aardbol waar tenslotte 70 procent van de oppervlakte water is. “Het aantal vierkante kilometers landbouwgrond neemt af, terwijl de wereldbevolking toeneemt. Daar is een wrijving. We moeten meer voedsel produceren om mensen te voeden. Water is vaak dichtbij of rondom steden. Daarmee maak je de afstand van producent tot consument kleiner.”

Met een investering van 2,7 miljoen euro is Floating Farm een behoorlijk kapitaalintensief project, beaamt Van Wingerden. “Maar we moeten ons realiseren dat het duurzaam produceren van voedsel de toekomst is. Het idee van steeds meer voor minder, daar moeten we mee kappen. We moeten een eerlijke prijs betalen.” Biologisch is Floating Farm overigens niet, daarvoor hebben de koeien simpelweg niet genoeg ruimte. Wel is de boerderij via een steiger verbonden met de kade, waar gras is ingezaaid zodat de koeien af en toe een wandeling kunnen maken.

Agro TV nam eerder dit kijkje bij Floating Farm:

Voor Picnic is de stap een kleine, symbolische bijdrage aan zijn duurzame imago. De onlinesuper van Michiel Muller rijdt met elektrische bezorgauto’s en verwijderde recent al het wegwerpplastic uit het assortiment.

Hoeveel melk Picnic precies zal afnemen bij Floating Farm kan Van Wingerden niet zeggen, wel dat de maximale productie van de drijvende koeienstal 800 liter per dag is. Daarvan gaat een deel naar een eigen winkel bij de boerderij en naar een aantal restaurants in Rotterdam.

Floating Farm is nu in gesprek met een aantal geïnteresseerde partijen in Singapore en China, waar het Nederlandse project eerder de ‘iPhone van de agro-wereld’ werd genoemd. “We willen kijken of we deze pilot daar op grotere schaal kunnen doen.”

Overstromingen

In Azië zal het gaan om drijvende boerderijen met minimaal 110 koeien per stuk, een aantal dat nodig is om het project ook financieel drijvende te houden. Floating Farm is vooral interessant voor gebieden die te kampen hebben met overstromingen, een doelgroep die dankzij klimaatverandering rap uitdijt.

Op den duur zouden drijvende koeienstallen wel eens een doodnormaal beeld kunnen worden in steden, denkt Van Wingerden. “Straks zeggen mijn kleinkinderen verbaasd: ‘Had je vroeger dan geen floating farm?’” Als die droom uitkomt, is agro-exportkampioen Nederland weer een agrarisch exportproduct rijker. Van Wingerden: “We brengen hiermee twee dingen samen waar Nederland groot in is: water en ‘agro’ – beter wordt het niet.”