Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

7 tips om je Engels te verbeteren

Misschien twijfel je over je Engels. Of erger: je denkt dat je een near-native speaker bent, terwijl Engelstalige mensen je niet kunnen verstaan. 7 tips om van je Dunglish (Dutch English) af te komen.

engels spreken
Foto: Chris Benson/Unsplash

Stel: tijdens je volgende zakentrip zit je in een kamer vol Amerikanen. De vergadering is afgelopen. Je moet door naar je volgende afspraak en dan floept deze zin eruit: “How late is it, actually?” 

Grote kans dat je klanten er niets van zeggen, maar je trapt wel direct in een veelvoorkomende taalkundige valkuil. In Nederland vraag je hoe laat het is. In het Engels vraag je: “What time is it?”

Er is een serie van dit soort fouten die makkelijk te vermijden zijn en waardoor je veel professioneler overkomt, vindt Buffi Duberman. De in New York geboren taalcoach is onder meer actief in de entertainmentwereld en heeft het taalgebruik van menig artiest onder handen genomen.

1. Maak een woordenboekje

Koop een notitieboekje die je in de binnenkant van je colbert steekt. Of beheer een online notitieboek via je smartphone of tablet. Zorg ervoor je nieuwe woorden of gezegdes in je persoonlijke woordenlijst opslaat.

2. Plaats Thesaurus.com in je favorieten

“The weather is nice today… Thank you, you are nice… What a nice speech.” Kom op, er zijn vast wel synoniemen te vinden voor het woord nice. Ga bij jezelf na welke woorden je vaak gebruikt en zoek naar alternatieven.

3. Gebruik werkwoordstijden strategisch

Positief nieuws te vertellen? Gebruik de simple present (onvoltooid tegenwoordige tijd: ik loop). Slecht nieuws te vertellen? Gebruik de present continuous (geen aparte werkwoordtijd in het Nederlands: ik ben aan het lopen).

Stel dat een internationale klant belt met een klacht. Je wilt uitleggen dat er vandaag problemen zijn met de website. Je zegt: “We have problems with our website.” Fout, daarmee zeg je dat je ‘altijd’ problemen hebt met de website. Beter: “We are having problems with our website.” Dit laatste betekent dat de problemen van tijdelijke aard zijn.

4. Wees je bewust van het juiste gebruik van verleden tijd

Het gebruik van werkwoordstijden is soms net iets anders dan in het Nederlands. Wees je bijvoorbeeld bewust van de present perfect (voltooid tegenwoordige tijd: ik heb gewerkt). “I have worked at that company for five years.” Dit betekent dat je er vijf jaar geleden van start bent gegaan en er nog steeds werkt. Behoort iets echt tot het verleden gebruik dan liever de simple past (onvoltooid verleden tijd). “I worked at that company for five years.”

Trap ook niet in deze valkuil: zeg nooit “I am born”, maar “I was born.” Het eerste betekent dat je op dit moment in het proces van geboren worden zit. Niet echt smakelijk voor je gesprekspartner.

5. Oefen je uitspraak

Je klinkt beter als je de veel voorkomende th-klank goed beheerst. Oefen het uitspreken zoals een baby de klant produceert. Hoe precies? Duberman legt het in deze video zelf even uit.

6. Haal when en if niet door elkaar

Wanneer je onderhandelt, haal deze twee niet door elkaar. “When we sign the contract…” “If we sign the contract…” De eerste zin betekent: wanneer we het contract tekenen. De tweede: als we het contract tekenen. Als jij dus een voorwaarde wil stellen voor iets of iets hypothetisch wil zeggen, gebruik dan altijd de if-constructie.

7. Blijf netjes

Iemand deelt handouts uit tijdens een vergadering. Als assertieve Hollander sta je alvast op, reik je je hand uit en zegt: “Please, do me!” Oeps! Je vraagt nu of iemand seks met je wil hebben. Vermijd dus de Nederlandse ‘doe mij maar’-constructies. Het gebruik van do me kan wel, maar dan in combinatie met bijvoorbeeld favour: “Do me a favour.” Doe mij een plezier.

Als iets wilt, kun je beter I would like gebruiken. Let op dat je die zegswijze niet verward met I like. Dat betekent dat je iets lekker vindt.

Als je boos bent, gebruik dan niet de uitspraak fucked up. Dat komt misschien in menig Amerikaans actiefilm voorbij, maar het is een te sterke uitdrukking. Gebruik liever: “That’s so frustrating.” Of: “I am frustrated.”  

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Een laatst voorbeeld voorbeeld om te voorkomen dat je unappropriate bent. In Nederland zeg je: “Kom je naar ons feest of niet?” Dat vinden wij niet bot. In het Engels moet je dat omzichtiger formuleren. Niet doen: “Will you come to our party or not? Dit zou je zeggen in een context waarin iemand weken heeft lopen draaien en je dat echt, echt zat bent. Beleefder is: “You’ll come to our party, won’t you?” Gebruik dus een bevestigende zin, gevolgd door een ontkennende vraag.

Fout: “Have Peter and you met already or not?” Subtieler: “Peter and you have met before, haven’t you?”