Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

NOW-voorschot afgewezen of teruggevorderd? Het maken van bezwaar kan zinvol zijn!

Laatst bijgewerkt: 12-02-2021 10:40:39

Persbericht - Om de verspreiding van het coronavirus te beperken heeft de overheid sinds maart 2020 meerdere maatregelen genomen. In eerste instantie...

Om de verspreiding van het coronavirus te beperken heeft de overheid sinds maart 2020 meerdere maatregelen genomen. In eerste instantie zijn op last van de overheid diverse instellingen en bedrijven, waaronder horeca-ondernemingen, gesloten. Daarna volgde de volledige lock-down en is de vrijwel de gehele detailhandel gesloten.

Wat is de NOW regeling?

Het kabinet heeft in een korte periode na de genomen noodmaatregelen een noodpakket, waaronder de NOW-regelgeving, opgesteld om zo veel mogelijk banen te behouden en de economische gevolgen van het coronavirus te beperken.

Het doel van de NOW is om werkgevers tegemoet te komen in de betaling van de loonkosten, indien sprake is van een acute terugval in de omzet met ten minste 20 procent, zodat zij werknemers in dienst kunnen houden voor de uren die zij werkten voordat sprake was van deze terugval.

Vanwege de acute noodsituatie waarin bedrijven en instellingen kwamen is ervoor gekozen om de NOW loonsubsidie gefaseerd te verstrekken, te weten: (1) de subsidieverlening en bevoorschotting en (2) de subsidievaststelling.

Al snel bleek dat veel ondernemers, waaronder starters en seizoensbedrijven, buiten de boot vielen en geen recht hadden op overheidssteun. Daarom is de NOW-regelgeving meerdere keren gewijzigd. Ook na deze wijzigingen vingen nog veel ondernemers naast het net. Een klein deel van deze ondernemers heeft via de rechter getracht alsnog in aanmerking te kunnen komen voor de loonsubsidie. Inmiddels zijn circa 120 rechtzaken geweest.

Op 28 januari 2021 heeft de Centrale Raad beroep de eerste NOW-uitspraak gewezen. Het onderwerp van geschil was de subsidieverlening, de bevoorschotting en peildata voor de vaststelling van de subsidie.

Op 1 februari 2020 is de ondernemer in kwestie gestart met zijn restaurant. Op 15 maart 2020 moest hij vanwege de getroffen coronamaatregelen het restaurant weer sluiten. De ondernemer had sindsdien geen omzet meer en daarom is een nul-loonaangifte ingediend om te voorkomen dat hij ook zou worden geconfronteerd met een belastingaanslag. Nadat hem bekend werd dat de belastingdienst in verband met de genomen coronamaatregelen betalingsuitstel verleende is de loonaangifte gecorrigeerd. Een volstrekt begrijpelijke en gerechtvaardigde werkwijze van een ondernemer in nood.

 

Het UWV heeft zijn aanvraag tot subsidieverlening en het bijbehorende voorschot afgewezen aangezien er geen loongegevens over januari 2020 en november 2019 bekend waren.

 

Starters & seizoensbedrijven vallen buiten de boot

 

De NOW is in een rap tempo in elkaar gezet. Doordat veel werkgevers, waaronder starters en seizoensbedrijven, buiten de boot vielen is de regeling tussentijds gewijzigd. De wijziging had echter enkel betrekking op de vaststelling van de subsidie en niet op de verlening, waardoor alsnog het hard benodigde voorschot niet werd verstrekt. Ondanks de genomen maatregelen verkregen veel ondernemers de benodigde steun niet. Zij moesten hun eigen broek ophouden, terwijl juist de startende ondernemingen met weinig vet op de botten de steun het meest nodig hebben. De ondernemer in kwestie was het dan ook niet eens met de genomen wijziging. Het doel van de regeling was immers om de noodlijdende ondernemingen snel de helpende hand te bieden.

 

De CRvB heeft het hoger beroep ongegrond verklaard. De CRvB heeft kortweg geoordeeld dat de NOW een noodmaatregel is waarbij snel een zeer groot aantal werkgevers duidelijkheid moest worden verschaft over de aard en inhoud van de regeling. De regeling heeft een generiek karakter en er kan volgens de CRvB geen maatwerk worden geleverd. De CRvB is het met de rechtbank eens dat de NOW niet als doel heeft om een alomvattende regeling te bieden om alle bedrijven te redden. Als de getroffen wijzigingen van de regeling ook zou moeten gelden voor de verlening van de subsidie zouden de uitvoeringslasten, waaronder het bouwen van een nieuwe rekenapplicatie, onevenredig zijn.  De regeling is naar het oordeel van de CRvB niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

Uitzonderingen

Er zijn echter meerdere uitzonderingsituaties bekend waar het UWV alsnog subsidie en het voorschot hebben toegekend, terwijl zij daar op basis van de NOW-regelgeving geen recht op hadden. Is er dan toch maatwerk mogelijk? Voor het maken van bezwaar of het instellen van beroep tegen de afwijzing van de aanvraag tot subsidieverlening en het bijbehorende voorschot zijn er wel degelijk aanknopingspunten.

 

Het UWV heeft circa 200.000 aanvragen voor het verlenen van een subsidie en het verkrijgen van een voorschot ontvangen. De meeste van deze aanvragen zijn toegekend en de bijbehorende voorschotten zijn uitbetaald door het UWV.

Werkgevers kunnen sinds oktober 2020 vaststelling van de subsidie aanvragen bij het UWV.  Aan de hand van de aanvraag en de bij het UWV en Belastingdienst bekende gegevens wordt het recht op de loonkostensubsidie (achteraf) vastgesteld. Een klein deel van de werkgevers heeft inmiddels de aanvraag tot vaststelling van de subsidie ingediend.

Terugbetalen & bezwaar

Uit de eerste resultaten blijkt dat circa 60 procent van de werkgevers het ontvangen voorschot gedeeltelijk of volledig moet worden terugbetaald.  Er zijn meerdere redenen voor terugvordering van het voorschot. De reden voor terugvordering zal veelal zijn dat het gerealiseerde omzetverlies lager is dan de verwachte en opgegeven omzetverlies. Daarnaast kan werkelijke loonsom voor het tijdvak waarvoor subsidie is aangevraagd lager zijn. Ook als niet is voldaan aan andere voorwaarden kan het voorschot worden teruggevorderd.

Als een werkgever wordt geconfronteerd met een afwijzing van de subsidie-aanvraag, een nihilstelling en/of een terugvordering van het voorschot is het raadzaam een gespecialiseerde rechtshulpverlener te raadplegen. De rechtshulpverlener kan beoordelen of het zinvol is om bezwaar en/of beroep in te stellen. Ook kunnen de mogelijkheden tot een minnelijke schuldsanering worden besproken om de onderneming ook na de coronacrisis levensvatbaar te houden.