Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Advertorial – Sandd

Postbedrijf Sandd voert een consistente strategie van gecontroleerde groei, gebaseerd op de pijlers menskracht, eenvoud en (aandacht voor) de klant. Met nieuwe aandeelhouders en een solide financiële basis gaat Sandd zijn footprint in de markt voor geadresseerde post en het mkb de komende jaren uitbouwen.


Sandd bouwt gestaag door aan zijn marktpositie als postbedrijf met de beste prijs-kwaliteitverhouding. “Kwaliteit moet een randvoorwaarde voor dienstverlening zijn”, meent Sandd-CEO Gert-Jan Morsink. Het is een randvoorwaarde die in de organisatie geborgd wordt door de focus op eenheid van mensen, processen en systemen.
“Sandd onderscheidt zich ten opzichte van marktpartijen zoals TNT Post en DHL met de beste prijs-kwaliteitpropositie”, benadrukt Morsink. “Die positie gaan we de komende jaren verder uitbouwen. Dankzij onze lean-and-mean organisatie konden we snel schakelen toen de markt voor poststukken onder de vijftig gram vorig jaar werd geliberaliseerd. We zijn in staat om snel en professioneel te schakelen en service level agreements op maat af te spreken.”

Voorbereidende fase

In de voor Sandd relatief nieuwe markt voor transactiepost heeft dat per 1 januari 2010 geleid tot het overnemen van alle transactiepost van een grote bank. “We hebben meer klanten, maar dit is de eerste grote zakelijke klant waarmee we bewijzen dat we in staat zijn om onze logistieke en ICT-systemen en bijbehorende processen voor transactiepost goed aan te sluiten op die van onze klanten. We zijn tevens in de voorbereidende fase met een aantal andere banken en verzekeraars – de sectoren waar toch het grote volume in transactiepost zit.”

Gecontroleerde groeiambities

De lange voorbereidingstijd is volgens Morsink vrij logisch. “We hebben duidelijke groeiambities, maar willen gecontroleerd groeien. Zeker bij transactiepost speelt er een aantal zaken mee dat deze tak van sport complexer maakt dan bijvoorbeeld het bezorgen van tijdschriften en catalogi. Privacygevoeligheid van de informatie bijvoorbeeld. Denk daarbij aan polissen en facturen. Maar er zijn ook klanten die hun printwerk hebben uitbesteed aan dochters van TNT. Dat maakt de samenwerking er niet eenvoudiger op. Daarnaast heeft elke klant andere processen, een andere bedrijfsvoering en andere coderingen voor poststukken. Daardoor wordt er ook veel tijd besteed aan de voorbereiding met onze klanten. Zorgvuldigheid gaat voor alles.”

Stap naar mkb-markt

In de tweede helft van 2010 gaat Sandd zijn volume in transactiepost fors uitbouwen. Die basis is nodig om de volgende stap te kunnen zetten, naar de mkb-markt. Een grote, maar gefragmenteerde markt. Morsink: “Volumes van een half miljoen poststukken per jaar vergen een andere logistieke aanpak dan van bijvoorbeeld enkele tientallen miljoenen poststukken voor één organisatie. We zullen dan ook een zekere standaardisatie doorvoeren in ons maatwerk, hoewel er voldoende ruimte zal blijven voor de behoeften van elke klant.”

Zorgvuldig schakelen

Vanaf 2011 gaat Sandd de mkb-markt op. Morsink hierover: “We ontwikkelen daarvoor momenteel een aantal noviteiten op het gebied van logistieke processen en zoeken er de juiste strategische partners bij in logistiek en ICT. We willen ook daarin zorgvuldig schakelen.”
Sandd heeft, benadrukt Morsink, zeer duidelijke ambities. “We willen er echter ook zeker van zijn dat we ze kunnen waarmaken. Dit jaar verwachten we een groei in volume van vijftien procent. Minder dan we eerder hadden verwacht, maar een goede ontwikkeling in het licht van de afkalvende markt voor poststukken.”

Solide financiële basis

Overigens heeft Sandd een zeer solide financiële basis om zijn groeiambities – een marktaandeel van twintig tot vijfentwintig procent – waar te maken. Morsink: “Recent zijn we volledig overgegaan in handen van nieuwe aandeelhouders, die onze groeistrategie ondersteunen. We hebben nieuw vermogen van tien miljoen euro, waarmee we zeker in staat zijn om onze strategie de komende jaren in praktijk te brengen. Want voordat we groeien, moeten we eerst investeren.”

Sandd BV

IJsseldijk 2, 7325 WZ Apeldoorn
Postbus 10071, 7301 GB Apeldoorn
Telefoon: (055) 368 25 25
Fax: (055) 368 25 26
E-mail: [email protected]
www.sandd.nl
 

Gerommel in de bestuurskamer: ruim 90 procent vindt collega’s in de board incompetent

Een overgrote meerderheid van de bestuurders ziet een of meerdere collega’s het liefst uit de boardroom vertrekken. Slechts dertig procent is tevreden over het functioneren van het management, blijkt uit onderzoek van PwC en The Conference Board.

PWC Boardroom
Foto: Getty Images

Gerommel in de boardroom. Een meerderheid van de bestuurders – maar liefst 92 procent – vindt dat een of meerdere hoge leidinggevenden zouden moeten worden vervangen. Dat blijkt uit jaarlijks onderzoek van PwC en The Conference Board naar het functioneren van de C-suite, onder ruim zeshonderd C-level leidinggevenden van beursgenoteerde bedrijven.

Onder de ceo’s is dat aandeel met 62 procent eveneens aanzienlijk. Bovendien gaat het om een forse stijging ten opzichte van een jaar eerder (39%).

Te lang in het pluche, te oud

Leidinggevenden zijn ook sceptisch over de algehele effectiviteit van het bestuur waarvan ze onderdeel uitmaken. Slechts 30 procent is positief over de prestaties, een op de vijf vindt het functioneren ronduit slecht. Ze zijn bezorgd dat de boards in hun huidige samenstelling niet de juiste kwaliteiten hebben om bedrijven de toekomst in te leiden. Ongeveer de helft zou niet voldoende kennis hebben van digitale transformaties, omgang met ESG-strategieën en –risico’s, en ESG-rapportagevereisten.

Lees ook: Aandeelhouders willen winst, activisten willen ESG. Wat kies je als ceo?

Dat duidt volgens de respondenten op een onderliggend probleem: het onvermogen om zich aan te passen en mee te bewegen met een snel veranderende tijd. Ongeveer de helft van de leidinggevenden vindt dat hun bestuur innovatie niet voldoende aanmoedigt.

De samenstelling van de raden speelt een rol. Bestuurders zitten al te lang in het pluche en/of worden te oud. Hoewel vertrouwen wordt uitgesproken voor de inzet voor meer diversiteit, vindt slechts twee op de vijf bestuurders de top momenteel divers genoeg.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Ceo’s positiever dan cio’s

Het verschilt overigens wel aan wie je het vraagt. Hoe hoger op de ladder, hoe rooskleuriger het beeld. De meeste ceo’s (86%) en cfo’s (64%) vinden dat het bestuur zijn taken uitstekend of in elk geval goed invult, waar een groeiend aantal cio’s (38%), chro’s (26%) en coo’s (20%) juist stelt dat de prestaties ondermaats zijn. Zij voelen zich mogelijk minder gehoord omdat ze meer afstand hebben tot de top, suggereren de onderzoekers. ‘Het verbreden van de betrokkenheid van het bestuur kan een belangrijk verbeterpunt zijn.’

Lees ook: Waarom hoogmoedige leiders nog gevaarlijker zijn dan narcisten

Diversiteitsquota zijn als pijnstillers, ze lossen niet het echte probleem op

Organisaties die diversiteit tot speerpunt maken bij het aantrekken van nieuwe medewerkers falen negen van de tien keer. Terwijl organisaties die niet expliciet een quotum nastreven (onbewust) diverser talent lijken aan te trekken, schrijft Charlotte Melkert van Equalture. Wat gaat er fout en welke aanpak werkt dan wél?

diversiteit quotum
Foto: Getty Images

In 2018 startte ik met Equalture, een game-based assessmentplatform dat zich inzet voor objectieve selectie van kandidaten. Wij geven op een wetenschappelijke manier inzicht in iemands cognitieve eigenschappen en gedragingen, de sterkste voorspellers voor performance.

Zo ondersteunen wij onze klanten in het vinden van de best passende talenten op een eerlijke manier. Maar óók op een manier die de kans vergroot om een succesvolle keuze te maken.

Diversiteitsquotum als pijnstiller

Waar bij Equalture alles draait om een gelijke kans voor iedereen, zette ik met mijn vorige bedrijf volle bak in op positieve discriminatie. Dit was namelijk een werving- en selectiebureau voor vrouwelijk talent binnen de finance-sector.

Inmiddels geloof ik (gelukkig) niet meer in positieve discriminatie. De welbekende diversiteitsquota, meestal geïntroduceerd met de beste bedoelingen, doen vaak meer kwaad dan goed.

De meeste grotere organisaties hebben het afgelopen decennium diversiteitsquota ingevoerd. Niet omdat ze dat nou zo graag wilden, maar omdat zij vaak geen andere manier zagen om hun gebrek aan diversiteit te bestrijden.

Het is bemoedigend dat bij meer organisaties diversiteit en inclusie op de agenda staat, en dat ze zoeken naar manieren om dit binnen hun teams te verbeteren. Toch geloof ik niet in quota als oplossing voor de lange termijn. Het is een pijnstiller die symptomen bestrijdt in plaats van problemen oplost. Het veroorzaakt vaak zelfs – onbedoeld – een tegenovergesteld effect.

De nadelen van diversiteitsquota

Wanneer organisaties gedwongen worden om quota te halen, kunnen zij in de verleiding komen minder gekwalificeerde kandidaten uit ‘ondervertegenwoordigde’ groepen aan te nemen of promotie aan te bieden. Met als enige doel om de streefcijfers te halen.

De indruk kan ontstaan dat mensen een baan krijgen om aan een quotum te voldoen, in plaats van om hun vaardigheden en kwalificaties. Dat kan ook de rest van het team demotiveren.

Als kandidaten het gevoel hebben dat ze alleen actiever in aanmerking komen voor een functie vanwege hun ras of geslacht, zullen ze bovendien misschien minder snel solliciteren naar een baan of promotie. Je wil je immers nooit afvragen of je bent aangenomen vanwege je talenten of vanwege je demografische achtergrond.

Diversiteitsquota kunnen tot slot soms leiden tot meer polarisatie en conflicten binnen organisaties. Dit kan het moeilijker maken om een positieve en productieve werkomgeving te creëren.

Diversiteit verbeteren? Focus op kwaliteit

Het ‘diversiteitsprobleem’ los je dus niet op met een quotum. Sterker nog, hoe harder je het probeert, des te minder succesvol het vaak is. Maar hoe dan wel?

Jaarlijks maken honderden organisaties gebruik van het game-based assessment-platform van Equalture om tienduizenden kandidaten te evalueren. Dit stelt ons in staat om veel data te verzamelen over de beslissingen die organisaties nemen, maar ook over de kenmerken van deze kandidaten.

Zo heeft iedere kandidaat de optie om anoniem extra informatie over zichzelf te delen, zoals geslacht, leeftijd, etniciteit en neurologische aandoeningen (AD(H)D, autisme, etc.). Daardoor kunnen wij op grote schaal zien in hoeverre kandidaten met verschillende (demografische) kenmerken de competenties bezitten die benodigd zijn voor de rol waarop zij solliciteren, en hoeveel procent van deze kandidaten daadwerkelijk wordt aangenomen.

Onderbuikgevoelens uitsluiten

Voor de duidelijkheid: ik ben Equalture niet gestart om organisaties diverser te maken, maar om ervoor te zorgen dat iedereen een gelijke kans krijgt voor een baan. Wij helpen organisaties hun evaluaties te baseren op wat daadwerkelijk succes voorspelt op de werkvloer (cognitie & gedrag), zonder afleiding door irrelevante informatie die vooroordelen voedt.

Het echte probleem achter een gebrek aan diversiteit los je in mijn optiek niet op met diversiteitsquota. Om een meer diverse groep talenten te werven, moeten we simpelweg voorkomen dat vooroordelen en onderbuikgevoelens onze beslissingen beïnvloeden. Met andere woorden: alleen wanneer wij onszelf dwingen om evaluaties te baseren op objectieve inzichten, terwijl we nog steeds streven naar het aannemen van de beste kandidaat, kunnen we zorgen voor gelijke kansen.

Het gaat niet om het halen van een getal, maar om het ontwikkelen van een onbevooroordeelde, objectieve kijk op iemands talent. Als je dat eenmaal hebt bereikt, volgt diversiteit vanzelf.

Inzichten vanuit Equalture’s data

Ik ben groot fan van data, dus gelukkig kan ik mijn verhaal onderbouwen met gegevens. Zoals gezegd verzamelen wij over tienduizenden (zo niet honderdduizenden) kandidaten per jaar waardevolle informatie, zoals:

  • (Demografische) kenmerken;
  • Competenties;
  • ‘Fit’ met de vereiste competenties voor de vacature;
  • Status (aangenomen/afgewezen).

Dit betekent dat wij precies kunnen zien hoeveel procent vrouwen versus mannen is aangenomen, of hoeveel procent witte versus Aziatische kandidaten (uiteraard genormaliseerd). En de data liegen niet. Zo is bijvoorbeeld gebleken dat vrouwen over het algemeen vaker worden aangenomen dan mannen, en dat ook kandidaten met autisme gemiddeld gezien vaker de baan krijgen dan neurotypische kandidaten.

Kortom: de ‘underrepresented groups’ lijken, juist door enkel te focussen op competenties die succes voorspellen, zónder afgeleid te worden door andere ruis, een veel eerlijkere kans te hebben gekregen op een baan.

Vrouwen strenger beoordeeld

Is dit dan allemaal positief? Nee, er zijn nog steeds problemen te zien in de data. Zo zien we bijvoorbeeld dat procentueel meer mannen worden aangenomen die niet perfect aansluiten op de vereiste competenties, in vergelijking met vrouwen. Oftewel, vrouwen lijken nog steeds een stuk strenger beoordeeld te worden.

Discriminatie is dus nog niet volledig uit het proces. Maar zij hebben wel bewezen dat het inzetten van een assessment pre-screening de kansen aanzienlijk verbetert.

Tot slot hebben we ook nog één andere conclusie kunnen trekken op basis van deze data. En dat is niet de minste. Organisaties die het hardst hun best doen voor diversiteit behalen aanzienlijk minder goede resultaten vergeleken met organisaties waarbij diversiteit geen doel is, maar het logische gevolg van een eerlijke blik op talent.

Oftewel: de organisaties met een focus op diversiteit zijn minder succesvol in het werven van divers talent dan de organisaties die een focus hebben op kwaliteit. En dat is precies hoe Equalture zou moeten werken.

De usecase van Randstad

Om dit te illustreren, neem ik Randstad als voorbeeld. De uitzender had twee grote uitdagingen: het vinden van geschikte kandidaten voor klantcontactfuncties en het verminderen van personeelsverloop binnen deze doelgroep. Veel sollicitanten voldeden niet aan de ervarings- en opleidingseisen, terwijl veel geplaatste medewerkers ook snel weer vertrokken vanwege moeilijkheden bij het afronden van verplichte opleidingen.

In samenwerking met Equalture verlegde Randstad de focus van traditionele cv-eisen naar potentie op basis van cognitie en gedrag. Door de prestaties van huidige Customer Contact-professionals in Equalture’s games te analyseren, identificeerden ze de belangrijkste competenties van high-performance professionals op een onbevooroordeelde manier.

Kandidaten kregen vervolgens de keuze: de reguliere sollicitatieprocedure met cv of het doorlopen van Equalture’s games zonder cv en zonder eis voor een bepaald opleidingsniveau. 52 procent koos voor de game-based benadering. Uiteindelijk resulteerde deze nieuwe methode in de aanname van 47 kandidaten.

Nog opmerkelijker: maar liefst 70 procent van deze nieuw aangenomen medewerkers (33 in totaal) zouden op basis van hun cv normaal gesproken niet eens voor een gesprek zijn uitgenodigd. Dit waren vaak mensen die eerder over het hoofd waren gezien vanwege een gebrek aan ervaring of opleiding, of omdat zij terugkeerden op de arbeidsmarkt.

De diversiteit binnen deze groep was significant hoger. ‘Juist omdat dit ook veel mensen zijn die arbeidsmarktdiscriminatie hebben meegemaakt, lijkt de intrinsieke motivatie een stuk hoger, wat leidt tot een enorm prettige werksfeer’, gaf de operationeel manager van Randstad aan. Bovendien daalde het uitvalpercentage tijdens de cursus van 32 procent naar 18 procent.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dit is een perfect voorbeeld van waarom focussen op kwaliteit – door irrelevante ruis weg te filteren en kandidaten te evalueren op basis van data die daadwerkelijk voorspellend zijn voor succes – leidt tot meer diversiteit. Niet omdat het moet, maar omdat de beste kandidaat nu eindelijk wordt gezien.

Lees ook: Beoordeel jij sollicitanten op hun cv? Dan heb je in 2025 een crisis

De baas van het Duitse Bayer draagt de leiding over aan de werkvloer – als dat maar goed gaat

Farmagigant Bayer moet innovatiever, creatiever en sneller worden. Dat kan volgens ceo Bill Anderson door radicaal te breken met de hiërarchie binnen het bedrijf. Hij deed dit eerder ook bij Roche. 'Denken dat hij hetzelfde trucje bij Bayer kan doen, is zijn valkuil', zegt leiderschapsexpert Franka Rolvink Couzy.

bill anderson bayer ceo
Bill Anderson is sinds juni 2023 ceo van Bayer. Foto: Bayer

Wie de presentatie van Anderson en zijn gevolg over het reorganisatieplan op Youtube bekijkt, kan niet anders dan geloven dat zijn plan gaat werken. Naast het enthousiasme van de topman en zijn medebestuursleden mag Gary Hamel van de Londen Business School en schrijver van het boek Humanacracy vertellen hoe belangrijk het is om de mensen op de werkvloer het leiderschap te geven.

Wereldwijd voelt 80 procent van de werknemers zich niet betrokken bij hun werk, zegt Hamel. Hoe kan dat? Hij heeft diverse slides met data voor dit antwoord, maar het komt er in het kort op neer dat bedrijven hun werknemers in een omgeving laten werken vol met regels en een opeenstapeling van managementlagen. Elk besluit duurt door deze uit de kluiten gewassen hiërarchie maanden. Dat is een giftige omgeving voor innovatie.

Ommekeer voor Bayer

Terwijl Bayer innovatie hard nodig heeft, want het gaat niet goed met de Duitse farmagigant. De resultaten vallen flink tegen, de aandelenkoers is gehalveerd en er is snel een ommekeer nodig.

Dus ziet topman Bill Anderson geen andere mogelijkheid dan de controle door managers af te schaffen. Vanaf nu krijgt de werkvloer de leiding en de 1.362 pagina’s aan regels, ‘die toch niemand kan onthouden’, worden voor 99 procent geschrapt. Dynamic Shared Ownership heet dit plan, stelt Anderson. Kortweg: ‘DSO’.

Zoals gezegd, wie deze presentatie aanhoort, kan DSO alleen maar toejuichen. Het werken bij Bayer wordt eenvoudiger, zonder regels, en iedereen wordt een leider. ‘Onze banen worden betekenisvolle banen’, zegt Anderson op Youtube.

Gevaarlijk kunstje

Geef hem eens ongelijk: zelfcontrole heeft een positief effect op de motivatie van werknemers, blijkt keer op keer uit wetenschappelijk onderzoek. Bovendien heeft de topman ook bij concurrent Roche een systeem van zelfsturende teams ingevoerd, wat DSO in feite is. Hij heeft dus ervaring.

Lees ook: 5 tips om een zelfsturende teams in je organisatie te creëren

Toch is het precies dat vertrouwen van Anderson om dit kunstje nog een keer te doen, dat gevaarlijk is. De eerste les in veranderkunde is namelijk dat resultaten uit het verleden geen garantie bieden voor de toekomst.

Dat heeft te maken met de context; die is overal anders. Elk bedrijf is anders, de locatie is anders, de hoofdrolspelers zijn anders, het moment is anders dan de vorige keer. En als de context anders is, dan kan de uitkomst ook zomaar 360 graden anders uitvallen.

Diepgeworteld cultuurverschil

Die context is bij Bayer wezenlijk anders dan bij Roche. Zo heeft Bayer veel meer werknemers dan Roche. Bayer is in een reeks aan rechtszaken verwikkeld die het bedrijf miljarden en veel kopzorgen kost.

En een ander groot contextverschil tussen de twee farmabedrijven is dat Roche zijn basis heeft in Zwitserland en Bayer in Duitsland. Daardoor zit bij Bayer hiërarchie diepgeworteld in de mensen. Om dat af te schaffen en de werknemers de leiding te geven, vraagt een aanpassing van de werknemers die niet voor iedereen even gemakkelijk zal zijn.

Als de meer dan 100.000 werknemers van Bayer tot nu toe onder de Duitse hiërarchie hebben geleefd en gewerkt, en gewend zijn aan orders, regels en controle, dan weten diezelfde werknemers zich niet opeens raad met de vrijheid die hun wordt gegeven om een zelfsturend team te vormen. Van afwachten op dat wat de baas zegt, zullen ze initiatief moeten nemen. En bij zelfsturende teams geldt: een beetje zelfsturend, dat werkt niet.

Structurele feedback is cruciaal

Nu begrijpt Anderson wel dat deze ommekeer gepaard gaat met vallen en opstaan. In elk veranderproces zit een chaotische fase, waarin iedereen afscheid moet nemen van een oude manier van werken en een nieuwe moet omarmen. Dat is bij Roche niet anders zijn geweest.

‘We zijn allemaal opgegroeid in dit systeem’, zei hij ooit. ‘Het is heel gemakkelijk om terug te vallen in oude gewoonten.’ Mede daarom krijgen de medewerkers hulp bij de nieuwe werkwijze. Er staat een compleet hr-plan klaar om iedereen te leren met eigen ideeën te komen.

Het is de vraag of dat hr-plan voldoende is. Van levensbelang bij een ommekeer naar zelfsturende teams is bijvoorbeeld structureel feedback, iets wat in een organisatie met controle en gezag vaak niet wordt gedaan en wat veel mensen best eng en lastig vinden.

Lees ook: Hoe je constructief feedback geeft (en zelf krijgt van werknemers)

Dus ook al worden mensen getraind op het geven van feedback, als ze het om persoonlijke redenen niet doen, dan blijkt uit onderzoek dat het geven van leiding aan het personeel juist nadelige gevolgen kan hebben. Zodra zelfsturende teams elkaar geen of onvoldoende feedback geven, ontstaan disfunctionele veranderingen met nadelige gevolgen voor de prestaties.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Gedrag veranderen vraagt tijd

De bedoeling van Anderson is goed. Er moet wat veranderen bij Bayer, want doorgaan op de huidige weg kan ook niet. De vraag is of deze verandering de juiste is. Achttien maanden heeft Anderson ervoor uitgetrokken. Dat lijkt lang, maar toch nog een korte blik naar Roche.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Volgens een artikel op het platform Medium is Roche vijf jaar sinds het DSO heeft ingevoerd verre van klaar met de reorganisatie. Gedrag veranderen vraagt meer dan een andere structuur.

Lees ook deze artikelen over leiderschap van Franka Rolvink Couzy: