Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Werkloos? Neem een bedrijf over, zo adviseren coaches

Thuis op de bank zitten is zonde van je tijd, vinden Onno Makor (52) en Hans Houweling (53). Met De Opstartfabriek brengen zij daarom werklozen in contact met bedrijven die een nieuwe eigenaar zoeken. Het project, dat pas in maart van start ging, bracht al vier overnames voort.

Goed bedoelende managers die onder het mom van ‘jobcoaching’ rek- en strekoefeningen doen met groepen werkloze 50-plussers, die hierna nog even moeilijk een baan blijken te vinden als voorheen. Dit imago kregen jobcoaches in de periode de economische crisis van 2008. Dat het ook anders kan, bewijzen Onno Makor, Hans Houweling en Cornelis Los. Met De Opstartfabriek leiden zij sinds maart dit jaar werklozen op tot ondernemende beroepen. Met succes: zo’n 65 procent van alle deelnemers aan het programma vond tot nu toe werk.

Het idee voor De Opstartfabriek ontstond in 2015. Los is eigenaar van een bedrijfsadviesbureau en merkte op dat veel bedrijven tevergeefs naar een koper zochten. Kinderen van de eigenaar wilden de tent bijvoorbeeld niet overnemen, waardoor er geen opvolging was. Houweling leidt een integratiebureau en zag veel ondernemende 50-plussers thuis op de bank zitten. Wat als ze die twee groepen zouden samenbrengen?

Gemêleerde groep

Dat idee resulteerde in maart dit jaar tot een eerste coachingsprogramma, waarbij zo’n twintig 50-plussers in 12 weken voorbereid werden voor een nieuwe, ondernemende fase in hun carrière. Sindsdien begon maandelijks een nieuwe groep 50-plussers aan het traject. De groepen waren gemêleerd: van ex-winkeliers tot professionals, die voor hun voormalige werkgevers dependances in het buitenland hadden opgezet.

Tot nu toe hebben zo’n honderd deelnemers het programma doorlopen. 75 procent zat in de WW en een deel in de bijstand, maar de organisatoren zijn met het UWV afgesproken dat de deelnemers tijdelijk niet verplicht hoefden te solliciteren. Tijdens het traject leerden ze namelijk alles over het ondernemerschap: van het schrijven van een businessplan met de business model canvas-methode tot in sommige gevallen zelfs lessen over due diligence.

De deelnemers gaan uiteindelijk verschillende kanten op. De grootste groep, 30 procent, kiest voor het zelfstandig ondernemerschap, 25 procent vindt een passende baan in loondienst en 10 procent neemt een bedrijf over of is daarover nog in gesprek. Een deel vond na de cursus dus geen werk, wat volgens Makor door verschillende, moeilijk te elimineren factoren komt, zoals ziekte of privéproblemen. Hij benadrukt dat de cursisten die voor het zelfstandig ondernemerschap kozen, geen verborgen werklozen zijn. “Zij kozen er bewust voor en behalen momenteel hun eerste successen.”

Strenge screening

We zijn geen kaartenbak van bedrijven, waar je uit kunt shoppen

Om het slagingspercentage zo hoog mogelijk te krijgen, houden de organisatoren een strenge screening aan de poort. Geïnteresseerden worden aan een test onderworpen, waaruit blijkt of ze ondernemende personen zijn. Is dat het geval, dan volgt een intake-gesprek. Verloopt het gesprek goed, dan mag de persoon aan het traject deelnemen. “We willen geen mensen die achterover leunen”, zegt Makor. “We zijn geen kaartenbak van bedrijven, waar je uit kunt shoppen. Iemand moet vanuit zijn eigen passie willen ondernemen.”

De ondernemers benadrukken dat deze strenge selectie ook geldt voor de deelnemende bedrijven die in de etalage staan. Ondernemingen die hun geldzaken niet op orde hebben, mogen dan ook niet deelnemen. Het heeft tot nu toe tot vier bedrijfsovernames geleid, vertelt Houweling. Drie overnames worden binnenkort afgesloten en twintig bedrijven zijn nog in gesprek met een deelnemer uit het programma. Een van de overnames betreft een toko in Rotterdam, waarbij de eigenaren al noodgedwongen met het idee speelden om de zaak te sluiten wegens een gebrek aan opvolging. Dankzij De Opstartfabriek is dit niet nodig.

Subsidie

Om de financiën van De Opstartfase op peil te houden, willen de heren in de toekomst een bijdrage vragen aan deelnemende bedrijven, die een nieuwe eigenaar zoeken. Het ondernemersproject wordt verder gesteund door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat de ondernemers een subsidie verleent. Hoe hoog deze is, houden zij geheim. Subsidies voor dergelijke projecten bedragen doorgaans 125.000 tot en met 750.000 euro.

Door te investeren, laat je zien dat er echt voor gaat

Het overheidsgeld is speciaal bedoeld om werkloze 50-plussers van de bank te krijgen. Makor en Houweling menen echter dat hun programma ook interessant kan zijn voor een jongere doelgroep, die in korte tijd klaargestoomd wil worden voor het ondernemerschap. Vanaf 2019 zullen ze het programma daarom openstellen voor mensen jonger dan 50 jaar. Zij moeten hiervoor 1.750 euro betalen of 5.000 euro, indien het tot een overname komt. “Door te investeren, laat je ook aan een bedrijf zien dat je er echt voor gaat”, meent Houweling. “Cursusgeld kunnen wij vervolgens weer investeren in coaching van toekomstige deelnemers.”