Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Zo krijg je (beter) betaald in het buitenland

Als je internationaal zakendoet, krijg je automatisch te maken met betalingen die over en weer de grens over gaan. Wat komt daarbij kijken?

Foto: Getty

Belangrijkste vraag is uiteraard: wanneer krijg ik mijn geld? Verdiep je vooraf in de betalingsmoraal van het land waar je zaken mee gaat doen. Late betalingen kunnen immers flinke gevolgen hebben voor de liquiditeit van je onderneming, zeker als je er niet op bedacht bent. Zo is in Nederland is een betalingstermijn van 30 dagen gangbaar. In het buitenland gelden andere termijnen. Afhankelijk van het land en de sector kan het over de grens 60 tot zelfs 90 dagen duren voordat je als ondernemer je geld ziet.

Ruimere betalingstermijn

In Italië is de gemiddelde betalingstermijn bijvoorbeeld 60 dagen, maar in de praktijk betalen Italiaanse bedrijven vaak pas na gemiddeld 80 dagen. In Spanje en Portugal komen klanten na zo’n 70 dagen over de brug. In China bedraagt de betalingstermijn tussen de 30 en 60 dagen. Verder zijn bedrijven in de voedingssector en de detailhandel over het algemeen snelle betalers. In de sectoren gezondheid en technologie liggen rekeningen wel even op de plank.

Betalingsrisico’s afdekken

Je loopt over de grens, net als in Nederland, de kans dat jouw facturen niet worden betaald. Alleen is het in het buitenland een stuk lastiger om erachteraan te gaan. Probeer deze risico’s daarom zoveel mogelijk af te dekken. Meest voor de hand liggend is om de klant (deels) vooruit te laten betalen. Niet iedere klant staat daar uiteraard voor open, al is het maar omdat het risico dan volledig bij de klant ligt.

Alternatieven zijn een documentair incasso (de buitenlandse klant krijg de goederen pas als hij heeft betaald), een exportkredietverzekering (een kortlopende verzekering voor wanneer de buitenlandse klant niet betaalt), en een Letter of Credit (de bank van de buitenlandse klant staat garant voor de betaling). Bij een Letter of Credit kun je er tevens voor kiezen je eigen bank de vordering direct bij levering uit te laten betalen. Dit heet ‘verdisconteren’.

Verschillen

Een van de voordelen van de Europese Unie is dat er één uniform Europees betalingsverkeer is gekomen, de zogeheten Single European Payment Area (SEPA). Eigenlijk zijn daarmee alle verschillen tussen een binnenlandse en een internationale betaling weggevallen. En dat is wel zo makkelijk. Internationale betalingen gebeuren via een International Bank Account Number (IBAN), een rekeningnummer met 18 letters en cijfers.

Eigen betaalmiddelen

Dat gezegd hebbende, kennen sommige landen nog hun eigen specifieke betaalmiddelen. In Frankrijk gebruiken mensen Lettres de Change relevé (LCR). RiBa is een typisch Italiaans betalingsinstrument, te vergelijken met een elektronische bankwissel. In Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië wordt nog steeds regelmatig met cheques betaald. Omdat je met deze middelen niet altijd terecht kunt bij een Nederlandse bank, kan het openen van een buitenlandse rekening handig zijn.

Lokale rekening nodig

Vaak ben je als ondernemer zelfs verplicht een lokale rekening te openen. Zet je een buitenlandse vestiging op, dan eist de lokale wet- en regelgeving meestal dat je een lokale rekening opent. Pas dan kun je genieten van fiscale voordelen. Een buitenlandse rekening openen kan binnen een paar weken geregeld zijn. Maar in landen als Zuid-Afrika of China worden veel documenten en vergunningen gevraagd en dan kan het zomaar gebeuren dat je ruim een jaar verder bent. Houd daar rekening mee bij je planning.

Valutarisico’s

Betalen in euro’s is o zo handig. Maar niet altijd mogelijk. Dan is het slim je te verdiepen in valutarisico’s. Koerswisselschommelingen kunnen jouw bedrijfsresultaat zowel positief als negatief beïnvloeden. Stel bijvoorbeeld dat een grote Amerikaanse klant zijn factuur pas over twee maanden betaalt, en de Amerikaanse dollar tegen die tijd veel minder waard is dan nu. Dan ben jij de pineut. Dat vertelt ook Dertje Meijer in het FD over de ondergang van Fokker. Zij was daar ten tijde van het faillissement in 1996 werkzaam. ‘Natuurlijk speelde de wisselkoers daarbij een rol: de dollar daalde tot onder de 1,70 gulden en het valutarisico was onvoldoende afgedekt. Op elke gulden omzet in het buitenland werd een verlies geleden van 10 of 11 cent.’

Gunstige wisselkoers

Het valutarisico kun je ondervangen met een valutatermijntransactie. Daarmee leg je de koers nu al vast, zodat je zeker weet hoeveel euro’s je in de toekomst kwijt bent of ontvangt. Zo dek je je in voor verliezen als gevolg van koerswisselingen. Helaas profiteer je dan ook niet van een gunstige wisselkoers. Wil je dat wel? Kies dan een valutaoptie. Daarmee betaal je vooraf premie waarmee je het recht ‘koopt’ om tegen een bepaalde koers vreemde valuta te kopen. Als de koers op het moment van betalen in jouw voordeel is veranderd, maak je gewoon geen gebruik van deze optie.

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dit artikel is onderdeel van het dossier ‘Internationaal Zakendoen’ op mt.nl.

Lees ook: