Geen producten in de winkelwagen.
Naar eigen zeggen is Jan J. Smith (63) bezig aan zijn tweede jeugd. De exportmanager van Sunrise Spas en Paragon Spas heeft in de afgelopen twaalf jaar een dealernetwerk opgebouwd in 42 landen. En dat terwijl hij rond zijn vijftigste de buik even zó vol had van werken dat hij in 1995 zijn bedrijf Smith Groep verkocht. Het maakt nieuwsgierig naar de lessen van Smith voor jonge managers.
Laten we beginnen met uw wonderlijke carrièrepad.
“Zo wonderlijk is het nu ook weer niet. Ik ben in 1963 begonnen als vertegenwoordiger, later ben ik fabrikant en ook investeerder geworden in huishoudelijke en industriële producten. Tot ik dus besloot dat het genoeg was geweest en de boel heb verkocht. Maar na vijf maanden tuinieren had ik het niets doen wel weer gezien. Toen ik, als consument, in contact kwam met de Canadese fabrikant van bubbelbaden, bleek hij op zoek naar exportmogelijkheden. Voor ik het wist was ik weer aan het werk.”
Even terug naar uw eerste loopbaan. Wat voor manager was u?
“Een meewerkend voorman om het zo te zeggen. Ik was zeven dagen per week in touw, stond dichtbij mijn mensen en zorgde voor de juiste morele push door ze te laten zien dat niets onmogelijk was.”
Bestaat dit soort managers nog?
“Nee, maar tijden veranderen. Mijn vrouw stond volledig achter me, werkte mee als het moest en fungeerde als batterijlader. Dat kan nu allemaal niet meer. Maar dat neemt niet weg dat jonge managers wel meer ogen zouden moeten hebben voor hun sociale omgeving.”
Hoe bedoelt u?
“Iedereen zit maar verscholen achter het computerscherm, de persoonlijke touch ontbreekt. Kennis halen ze van het web in plaats van de werkvloer en ze e-mailen de hele dag. Met elkaar en met klanten. Ik zou zeggen: trek de stekker toch eens uit de computer en ga praten, bellen, nadenken. Dat levert veel meer op. De mens kan namelijk niet zonder sociaal contact.”
Verder nog iets?
“Probeer gebruik te maken van de zo goed als gratis kennis van mensen zoals ik. Met andere woorden: pluk de bloemen van het zaad dat wij hebben gezaaid. Al moet ik eerlijk toegeven dat ik vroeger ook niet altijd wilde luisteren naar de adviezen van mijn vader. Bij elke generatie past toch een soort van eigenwijsheid.”
