Geen producten in de winkelwagen.
De ene startup is de andere niet. Waar Nederlandse starters vaak al blij zijn met een investering van een miljoen, doet het Amerikaanse Slack het niet voor minder dan 540 miljoen dollar, so far.
Slack is dan ook geen relatief simpele chat-app à la Whatsapp, maar een platform dat naar eigen zeggen e-mail overbodig maakt (lukt nog niet). En waarop tientallen andere tech-bedrijven inhaken met plugins, zoals de integratie met Google Analytics en Docs, chatbots, het kunnen volgen van hoe je app het doet in de App Store en koppelingen met boekhoudprogramma’s.
Met zijn 600 medewerkers gaat het bedrijf van oprichters Stewart Butterfield (ceo) en Cal Henderson (cto, foto boven) nog steeds door als startup. Maar het bedrijf komt in wat zwaarder weer. niet in het minst omdat gigant Facebook met een vergelijkbare dienst komt, Facebook at Work.
Hobbelige start
De beginfase van Slack (gestart in 2013) verliep dus niet zonder slag of stoot. Het moet destijds bijvoorbeeld ook een nare mededeling geweest zijn, toen Butterfield en Henderson een belletje kregen van een ontevreden, en prominente klant: Uber. Schitterend product maken jullie daar, zeiden de Uber-executives, but it just doesn’t work. Slack, lieveling binnen de startup- en techscene, kreeg het niet voor elkaar om de grote aantallen werknemers van het taxibedrijf gelijktijdig op het platform te bedienen.
Die mededeling kwam op een vervelend moment, maar er werd met Amerikaanse optimisme geïncasseerd en doorgepakt. Slack had tenslotte niet voor niets naam gemaakt als disruptieve dienst. Henserson en Butterfield verklaarden e-mail dood en begraven; met Slack werd communicatie een stuk makkelijke en overzichtelijker. Slackgebruikers zagen een vermindering van e-mailgebruik van bijna vijftig procent, en het aantal vergaderingen werd dankzij de tool met een kwart teruggebracht.
De stap naar multinationals
Gevolg: veel productievere werknemers, die ook nog eens een prettigere sfeer onder collega’s rapporteerden. Goed nieuws voor de oprichters, die het aantal gebruikers zagen oplopen naar drie miljoen, waarvan ongeveer 800.000 betalenden. Let wel, deze fanbase bereikte het bedrijf zonder noemenswaardige marketingcampagnes.
Mooie cijfers voor een startup, en Henderson wilde graag de stap naar de multinationals maken. Hij gunde hen ook de verhoging in productiviteit, en zag uiteraard het gebruikersvolume lonken. ‘Inmiddels werken 77 van de Fortune Top 100-bedrijven met Slack’, vertelt de Brit trots, in het hippe kantoor van Slack, downtown San Francisco.
Dat klinkt goed, maar Henderson vertelt er niet bij dat Slack bij veel van die bedrijven niet het leading communicatiekanaal is. Die uitdaging staat Henderson en Butterfield nu te wachten. Voor het eerst moeten salesteams en marketingcampagnes hard aan de slag om het gearriveerde bedrijfsleven te overtuigen.
Concurrentie van Facebook
Daarbij komt dat Facebook deze week Facebook at Work lanceert. Volgens Slack is dat naar eigen zeggen geen bedreiging, maar de arm van Zuckerberg reikt natuurlijk ver. Ondertussen wil Microsoft zijn programma Skype uitbreiden naar Slacks voorbeeld, maar ook dat is ook geen probleem, vertelt het bedrijf tijdens een perspresentatie. Slack wil zich vooral etaleren als conversatietool, minder als team-applicatie.
Mode onder startups
Dat doet Slack vanuit hartje San Francisco. Zoals enkele jaren geleden iedere starter in Silicon Valley wilde zitten, onder de radar van Apple en Google, zo wil nu ieder zichzelf serieus nemend techbedrijf in de stad zitten.
De oudere wijken en fabriekspanden krijgen een tweede leven dankzij bedrijven als Slack. Ze doen mee met de mode onder startups: een oud pand, veel open plafonds met industrieel erfgoed, hoge ruimtes. Vanaf de straat vaak onzichtbaar, maar binnen een oase van rust. En veel minder reistijd voor werknemers, die veelal in de stad wonen.
Slack als ‘ongelukje’
Al met al staat het bedrijf er niet slecht voor. Zeker voor een bedrijf dat per ongeluk geboren is. Butterfield en Henderson, eerder oprichters van fotodienst Flickr, stortten zich na de verkoop van dat bedrijf vol op de ontwikkeling van een online multiplayer game. Het werd een sof, vertelt Henderson, niks werkte zoals het moest, en ontwikkelaars liepen aan alle kanten vast. Het enige dat goed ging, was de onderlinge communicatie van het team.
Daarvoor hadden de twee een klein tooltje in elkaar gesleuteld, wat de basis voor het toekomstige Slack werd. ‘We vroegen een paar bedrijven om dit ook eens te proberen, bij hen sloeg het aan. Ze werden enthousiast en vroegen om meer’, vertelt Henderson. Onder die eerste gebruikers was streamingdienst Rdio, dat in die tijd groeide naar 120 werknemers. Het bleek de ideale proeftuin voor Slack.
Groeifase
En zoals het een Silicon Valleybedrijf betaamt, houdt Slack de technologie niet binnen de muren van het bedrijf. Zelf zit Slack nog volop in de (venture capital)groeifase, maar dat weerhoudt het bedrijf er niet van zelf ook een investeringsfonds – The Slack Fund – op te richten, voor startups die applicaties bovenop Slack bouwen.
Daar zit nu tachtig miljoen dollar in, en zijn de eerste achttien investeringen gedaan. Achter het bedrijf staat inmiddels een developer-community van 10.000 man, die tot dusver 600 apps hebben ontwikkeld, gebaseerd op de technologie van Slack.
Henderson ziet de toekomst daarom zonnig in. ‘We werken iedere dag aan verbeteringen. Slack heeft echte fans, en die vertellen ons gelukkig ook wat er niet goed gaat. Je gaat nog veel van ons horen.’
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Sprout.
