Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘Onze rolluiken moeten omhoog’

Willy Biewinga heeft een claim van Parmalat aan zijn broek hangen. En ook van de Ahold-beleggers is Deloitte nog niet af. “Claimen is een industrie geworden. Het lijkt op chantage.” Biewinga start een pr-offensief.

De 26ste etage van de Cristal Tower in Amsterdam Sloterdijk ademt de luxe en ietwat landerige sfeer van de executive boardroom. Bedienden in livrei, adembenemend uitzicht, kunst aan de muur: we zijn hier niet zomaar ergens, maar in het hart van de Nederlandse Deloitte-organisatie. Voorzitter Willy Biewinga van Deloitte Nederland (tevens lid van de excecutive group van Deloitte wereldwijd) heeft zowel een pakje sigaretten als een buil shag voor zich liggen. Eindelijk kan hij zijn verhaal kwijt, want in de media verschijnen sinds ‘Enron’ in 2001 ‘nauwelijks normale verhalen meer’ over de grote accountants. En juist nu hebben ze, althans Deloitte, meer te vertellen dan ooit. “Natuurlijk, we zitten in de verdediging,” zegt hij energiek. In augustus 2003 werd Deloitte in Italië, de VS en wereldwijd geconfronteerd met een claim van tien miljard dollar van Parmalat. En vooral in de VS worden grote vraagtekens geplaatst bij de rol van Deloitte Nederland inzake Ahold. Welk effect hebben deze affaires en de negatieve publiciteit op de pr en de marketing van het concern? Biewinga: “We zoeken nu meer dan ooit het debat met onze stakeholders. Vroeger richtten we ons vooral op kwaliteit en visibility, maar nu wordt het klimaat volledig beheerst door regelgeving. Dat moet allemaal worden uitgelegd. Onze rolluiken moeten definitief omhoog. We stonden altijd met de rug naar de samenleving, maar we worden gedwongen de samenleving recht in de ogen te kijken.”
De regelgeving: het is een bijna traumatische ervaring voor de big four (Deloitte, KPMG, PricewaterhouseCoopers en Ernst & Young). Biewinga laat een presentatie zien die hij heeft gegeven tijdens een partners meeting (er zijn 330 partners in Nederland). Hierop staan alle ‘uitdagingen’ voor Deloitte. Het scherm staat vol met afkortingen: daar is de AFM, de organisatie die vanaf dit jaar toezicht houdt op de accountants van grote bedrijven, de nieuwe Wet Toezicht Accountancy (WtA), IFRS/IAS, het nieuwe Europese verslagleggingssysteem waarover nog altijd veel onduidelijkheid bestaat, de SEC in de VS die van alles wil voor in de VS genoteerde bedrijven. En dan zijn er nog de talloze interne programma’s voor risicomanagement, ethiek, onafhankelijkheid en het naleven van regels en procedures. Het is duidelijk: de grote vier zitten met een probleem. En dat probleem moet worden opgelost met een stortvloed aan nieuwe wetten, regels, voorschriften en procedures.

Diepe zakken

Wat ‘ging er door Biewinga heen’ toen hij het nieuws vernam van de torenhoge Parmalat-claim? “Het is raar dat de claim mede is gericht tegen Deloitte VS, want die hadden niets met Parmalat te maken. Als er al ergens een claim thuishoort, is dat bij Deloitte Italië. Het druist sterk in tegen mijn rechtvaardigheidsgevoel. Claimen is een industrie geworden. We hebben in bepaalde zaken al moeten schikken onder druk van onze verzekeraars. Het lijkt op chantage. Daarnaast vind ik de hoogte van de Parmalat-claim belachelijk.”Biewinga stelt dat Deloitte bij zowel Parmalat als Ahold tijdig het management heeft ingelicht. “Vergelijk het met een moordzaak. Er wordt van ons als rechercheurs verwacht dat we de moordenaar arresteren voordat er een moord gepleegd is. Interessanter lijkt me de vraag waar de veertien miljard is gebleven die bij Parmalat is verdwenen. Natuurlijk, we nemen de claim serieus. Toch denk ik dat onze kosten door Parmalat en Ahold voor het overgrote deel zullen bestaan uit de fees van onze advocaten.” De claim van Parmalat is bijzonder, omdat het niet eerder is voorgekomen dat een nog bestaande onderneming de eigen accountant voor de rechter sleept. In de regel zijn het derde partijen zoals gedupeerde aandeelhouders die deze stap zetten.De vraag ‘welk Deloitte’ precies kan worden aangesproken bij drama’s als Parmalat is een juridisch mijnenveld. Parmalat heeft uiteraard Deloitte Italië aangesproken. Deloitte VS is uitverkoren op basis van de ‘deep pockets-theorie’: klaag vooral ook die partijen aan die beschikken over ‘diepe zakken’. Deloitte Touche Tohmatsu (DTT), de wereldwijde koepel waar alle ‘landenfirms’ onder hangen, is aangesproken om de mogelijkheid open te houden dat Deloitte wereldwijd mee moet betalen. Andersen werd inzake Enron met een vergelijkbare situatie geconfronteerd, maar omdat Andersen werd geliquideerd is de zaak juridisch nooit duidelijk geworden. Volgens hardnekkige geruchten hebben alle Andersen-partners, dus ook de Nederlandse, flink moeten dokken, maar die zijn nooit bevestigd. Het probleem is dat de grote vier zich bij ‘mooi weer’ graag presenteren als wereldwijd geïntegreerde organisaties, maar er bij ‘slecht weer’ op wijzen dat de organisatie juist bestaat uit ‘compleet onafhankelijke landenfirma’s’.

Gele kaart

De agenda van Biewinga geeft een goed beeld van waarmee deze manager in deze heikele tijden bezig is. Op de partners-meeting die al even ter sprake kwam sprak onder anderen Paul Koster van de AFM over het nieuwe toezicht. Er werd gesproken over het strategisch plan voor de komende drie jaar en over de positionering van de ‘brand Deloitte’. Gisteren zat Biewinga de bestuursvergadering van Deloitte Nederland voor waarin werd gesproken over de ontwikkeling van e-commerce. Vandaag heeft Biewinga een vergadering achter de kiezen met de directeur communicatie en marketing over de toekomst van Deloitte als sponsor van onze topschaatsers. Daarna kwam Doekle Terpstra van het CNV even binnenvallen om Biewinga in zijn hoedanigheid van bestuurder van werkgeversorganisatie VNO/NCW een ‘gele kaart’ uit te delen. Daarna volgt nog een gesprek met de eigen accountant van Deloitte en een meeting met de directeur hrm. Die middag vliegt Biewinga nog naar Londen voor een vergadering van DTT en een ontmoeting met een Spaanse collega. Biewinga: “Op die vergadering spreken we ook over de wereldwijde Deloitte-structuur en over de vraag hoe we al onze member firms de maat moeten nemen.” Dit is gevoelige materie. Deloitte spreekt, net als de andere van de grote vier, al jaren over homogenisatie van de wereldwijde organisatie, maar juist dat is munitie voor de indieners van de Parmalat-claim. Er blijkt immers uit dat Deloitte voor een deel wel degelijk opereert als een global organisation. Deloitte Italië is tenslotte al die jaren door de ‘koepel’ goed genoeg bevonden om deel uit te maken van DTT.
Tot de verantwoordelijkheden van Biewinga hoort het REPP-programma, een direct gevolg van ‘Enron’ en de beruchte Sarbanes Oxley-wet die de onafhankelijkheid van accountantsorganisaties moet bevorderen. REPP staat voor reputation, excellence, practise en protection. Onder de vlag van dit programma is Deloitte een wereldwijd computersysteem aan het ontwikkelen dat belangenverstrengeling moet opsporen. Biewinga: “Duizend van de grootste bedrijven waar we voor werken worden hierin helemaal gefileerd zodat we exact weten wat we bij wie doen. Als je van bedrijven accountant bent, mag je in sommige landen helemaal niets meer voor ze doen en in andere landen slechts een beperkt aantal zaken. Als we hier in Nederland dus een intake doen van een internationaal bedrijf, moeten we precies weten wat we elders in de wereld voor dit bedrijf doen.” Het is niet alleen de investering in dit conflict control-systeem dat een groot beroep doet op de deep pockets van Deloitte. De legal fees, de stijgende verzekeringspremies, de implementatie van alle wet- en regelgeving en vooral de toenemende complexiteit en risicogevoeligheid van de controles zelf: het zijn stuk voor stuk enorme kostenposten. Vandaar dat de kosten voor de externe accountants voor bedrijven stevig stijgen, afgelopen jaren met soms wel twintig procent. Biewinga: “Er wordt wel eens gezegd dat de grote vier door deze stijgende fees profiteren van de problemen die ze zelf hebben veroorzaakt. Maar dan stapt men heen over de enorme kosten die er door het veranderde klimaat gemaakt moeten worden.” En hoe zit het met Ahold? Is Biewinga daar niet ook mee bezig? Deloitte ligt in deze zaak vooral onder vuur via rechtszaken vanuit de VS. Kern van de verwijten: Deloitte was op de hoogte van de fraude bij Ahold/US Foodservice maar sloot te lang de ogen. Biewinga: “Hiermee bemoei ik me niet rechtstreeks. Enkele partners van het audit-team Ahold, dat in totaal zo’n 35 man omvat, worden wel onderworpen aan intensieve ondervragingen door de SEC. Hiervoor moeten ze naar New York. Ter voorbereiding voeren ze hier gesprekken met onze advocaten. Maar dit alles is zaak voor onze afdeling risk management, al kijk ik natuurlijk wel over de schouder mee.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Risicogevoelig

Ook als groep zitten de grote vier in de problemen. Uit onderzoek uit de VS blijkt dat ze steeds sneller klanten verliezen ten faveure van kleinere maar snel opkomende organisaties als BDO. Het zijn vooral bedrijven uit de middengroep (tot 250 werknemers) die zich steeds minder thuis lijken te voelen bij de grote vier. Hier wordt echter wel veel geld verdiend. Er is een duidelijke trend zichtbaar dat de grote vier ‘blijven zitten’ met de grootste bedrijven, die niet alleen het meest complex zijn, maar ook het meest risicogevoelig. Een lijk valt snel uit de kast bij mondiale organisaties die in meer dan honderd landen actief zijn en waar meer dan honderdduizend mensen werken. Het is de vraag of zelfs de meest geavanceerde systematiek van risk management dat kan voorkomen. Hier ligt de grote uitdaging voor Deloitte en de andere grote drie.