Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Onderzoek: Familiebedrijven in gevaar bij afschaffing bedrijfsopvolgingsregeling

Nederlandse familiebedrijven verwachten grote financiële gevolgen als de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) worden afgeschaft.

Hand holds a laurel wreath - concept image against a rusty metal background - Success and fame concept image with copy space. Foto: Getty Images

De mogelijke veranderingen hebben ingrijpende gevolgen voor de solvabiliteit en de liquiditeit. Daardoor komt de continuïteit van familiebedrijven in gevaar.  Dat blijkt uit onderzoek van KPMG in samenwerking met FBNed, de vereniging van familiebedrijven, en de Stichting Familie Onderneming onder ruim tweehonderd familiebedrijven.

Ook de veronderstelling dat de maatregel de schatkist €400 miljoen extra inkomsten zou opleveren is onjuist. ‘Afschaffing betekent minder btw-inkomsten, minder vennootschapsbelasting en circa 90.000 minder arbeidsplaatsen’, zegt John Fentener van Vlissingen, oprichter en voorzitter van Stichting Familie Onderneming en initiatiefnemer van het onderzoek. ‘Hierdoor levert het onder aan de streep niets op.’

Afschaffing bedrijfsopvolgingsregeling: de gevolgen

  • Ruim 30 procent van de familiebedrijven in gevaar bij afschaffing BOR en DSR
  • Bijna de helft verwacht negatieve impact op werkgelegenheid en innovatie
  • Helft bedrijven voorziet verslechtering Nederlandse concurrentiepositie
  • Bijna 25 procent voelt zich gedwongen tot verkoop aan derde partij

De rekening van het afschaffen van de BOR en de DSR komt direct bij familiebedrijven terecht. Zij verwachten dat de mogelijke afschaffing van grote invloed is op het vermogen om te investeren, werkgelegenheid te bieden en te innoveren. Uit het onderzoek blijkt dat een meerderheid verwacht te moeten snijden in de kosten. Bijna de helft voorziet een verslechtering van de concurrentiepositie doordat minder geïnvesteerd kan worden. Bij 35 procent van de familiebedrijven leidt de extra belastingheffing tot continuïteitsproblemen omdat de financiering uit het bedrijf moet komen. De helft verwacht dan niet meer te voldoen aan de afspraken met de banken. Tot slot denkt bijna 25 procent van de familiebedrijven dat de financiële gevolgen zo groot zijn dat zij gedwongen verkoop aan een derde partij overwegen.

Hoog op de agenda

Uit het onderzoek blijkt dat bedrijfsoverdracht bij veel familiebedrijven een actueel onderwerp is. ‘Bijna 80 procent van de ondernemingen is van plan om in de komende tien jaar de aandelen of een deel daarvan over te dragen aan de volgende generatie’, zegt Maarten Merkus, partner bij de fiscale praktijk van KPMG. ‘De mogelijke afschaffing van de BOR en de DSR zorgt voor een toename van de belastingdruk van 3,4 procent naar 41,5 procent bij overdracht van de onderneming. Dat gegeven baart veel familiebedrijven grote zorgen.’

Bijna één op de vier familiebedrijven voelt zich gedwongen het bedrijf te verkopen

Ook de aanname van het ministerie van Financiën dat een meerderheid van de familiebedrijven over voldoende privévermogen beschikt om het wegvallen van de vrijstelling op te kunnen vangen, lijkt een onderschatting.  ‘Uit het onderzoek komt naar voren dat 18 procent de belastingen uit privévermogen betaalt’, constateert Marc Roels, partner bij KPMG Advisory. ‘De rest zal dit voor een deel uit de onderneming gaan financieren. Dit zorgt voor financiële druk, gedwongen kostenbesparingen en een afname van investeringen. Daarmee ondermijnt het voorstel de kracht van familiebedrijven als motor voor werkgelegenheid, groei en innovatie, met name in tijden van crisis.’

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Gedwongen verkoop

Volgens Albert Jan Thomassen, directeur van FBNed, bewijst het onderzoek dat de financiële druk in geval van afschaffing van de BOR en de DSR zo groot wordt dat bedrijven drastische maatregelen moeten nemen. Thomassen: ‘Bijna 1 op de 4 familiebedrijven voelt zich gedwongen het bedrijf te verkopen. Er is onvoldoende privévermogen en de uitdaging om geld uit de onderneming te halen zonder de continuïteit in gevaar te brengen, zijn de belangrijkste redenen. De bedrijven voorzien dat de onderneming dan in handen van private equity partijen of het grootbedrijf komt. Daarmee vloeit een significant deel van het kapitaal naar verwachting naar het buitenland en is de kans groot dat de bedrijfswinsten die in Nederland worden gemaakt niet meer in onze economie worden geïnvesteerd.’

Het gehele onderzoek van KPMG, FBNed en de Stichting FamilieOnderneming is hier te downloaden

Concurrentiepositie verslechtert

Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat de huidige belastingdruk op erving en schenking van ondernemingsvermogen in Nederland bovengemiddeld is in vergelijking met andere Europese landen. Veel landen hebben en handhaven een kortingsregeling of heffen helemaal geen erf- of schenkbelasting. Afschaffing van de BOR en de DSR leidt er volgens KPMG dan ook toe dat Nederland in Europa het minst aantrekkelijke klimaat voor familiebedrijven krijgt.