Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Let op dit essentiële verschil: ben je een webshop of een online platform?

Is jouw onderneming een webshop of een online platform dat vraag en aanbod bij elkaar brengt? Dat is een essentiële vraag bij het bepalen van de spelregels met je klanten of gebruikers, schrijft Sprout-expert Jeanne van Deuren.

Jij bent het nieuwe e-commerce-succes: je biedt via je website duurzame producten van retailers of cursussen van influencers aan. Mijn vraag aan jou is: hoe ziet de juridische kant van je businessmodel eruit? Welke dienst lever je precies en heb je vastgelegd tot hoever jouw verantwoordelijkheid reikt en waar die van – bijvoorbeeld – de influencer begint?

Voor een duurzaam succes is het belangrijk dat je je businessmodel juridisch scherp hebt en dat je contracten met aanbieders en afnemers hierop aansluiten.

Bepaal je businessmodel: webshop of online platform

Bepaal hoe jij opereert: is jouw onderneming een webshop of een online platform? Om het beeldend uit te drukken: wil jij de winkel zijn of het overkoepelende winkelcentrum voor andere winkels?

Ik gebruik de begrippen ‘webshop’ en ‘online platform’. Let wel, deze begrippen zijn niet wettelijk gedefinieerd en kunnen in de praktijk dus door elkaar worden gebruikt.

Mede om die reden is het belangrijk te bekijken wat de aard van jouw activiteit is. Is de aard van je kenmerkende activiteit ‘koop en verkoop’ of bestaat je kenmerkende activiteit uit ‘faciliteren dat aanbieders en afnemers elkaar kunnen vinden’?

Kenmerken van de webshop en het online platform

Door jezelf vragen te stellen over de kenmerken van je activiteiten kun je tot de kern van je businessmodel komen.

De antwoorden op deze vragen zijn belangrijk voor de juridische invulling van je businessmodel. Jouw keuze moet terugkomen in de spelregels die je wilt overeenkomen met je klanten of gebruikers.

De benodigde overeenkomsten

Zwart-wit gezegd komen er bij de webshop twee overeenkomsten tot stand, terwijl bij het online platform drie overeenkomsten tot stand komen.

Bij het webshopmodel zijn dit:

  1. een leveranciersovereenkomst tussen de leverancier/producent en jouw onderneming: jij koopt een product in.
  2. een koopovereenkomst tussen jouw onderneming en de klant: jij verkoopt een product (ook vorm te geven met een bestelformulier en algemene voorwaarden).

Bij dit model zijn de marges voor jou vaak hoger, maar daarbij komen ook de aansprakelijkheid van het product en de zorgplichten voor de klant jouw kant op.

Als je kiest voor een webshop waarbij je verkoopt aan de consument, zul je bijvoorbeeld rekening moeten houden met de rechten van een consument bij koop (op afstand), met garanties en met aansprakelijkheden voor de producten. Uiteraard, zal jij op jouw beurt vastleggen in de leveranciersovereenkomst dat je de kosten verlegt naar de leverancier als de producten niet deugen.

Bij het online platformmodel heb je nodig:

  1. gebruikersvoorwaarden tussen de aanbieder/leverancier/producent en jouw onderneming;
  2. gebruikersvoorwaarden tussen de afnemer en jouw onderneming;
  3. een koopovereenkomst tussen de aanbieder/leverancier/producent en de afnemer.

Bij dit model wil je juist niet aansprakelijk zijn voor de producten die worden aangeboden of rekening moeten houden met de rechten van de consument. Deze verplichtingen wil je verleggen naar de aanbieder/leverancier/producent. Dat kan, maar jouw rol moet dan wel duidelijk zijn voor de betrokken partijen.

Schrijf ten eerste met koeienletters in je gebruikersvoorwaarden dat jij slechts het platform bent en niet de verkoper van het product. Een tweede is dat jouw onderneming zich vervolgens ook (zoveel mogelijk) zo gedraagt.

Mengvormen

That’s it? Nee, de praktijk is veelal weerbarstiger en mengvormen bestaan. Om aan te sluiten bij de beeldspraak: Bol.com was eerst alleen een winkel, maar is nu óók een winkelcentrum. Om die reden maakt Bol.com gebruik van verschillende soorten algemene voorwaarden.

De keuze voor een bepaald businessmodel zal mede afhangen van het beoogde verdienmodel. Je kunt natuurlijk een fee vragen voor het gebruik van je online platform of verdienen met adverteerders op je website. Maar vaak zie ik dat een online platform kosteloos het gebruik van het platform aanbiedt en probeert te verdienen met het aanbieden van bijkomende diensten als de transports- of betaalservice.

Dit kan goed werken, alleen vraagt het extra aandacht voor de aankleding van je overeenkomst en algemene voorwaarden. Het moet steeds helder zijn voor de afnemer bij wie zij de dienst of het product koopt. Ook bij de transportservice moet je afspraken maken die zowel aan de zijde van de afnemer als aan de zijde van de aanbieder op elkaar aansluiten.

Bij een betaalservice kan een vergunning verplicht zijn

Bij de betaalservice is er nog een ander aandachtspunt. Door Europese wetgeving zijn de online platformen die geldmiddelen voor derden (in dit geval: de aanbieders) een tijdje onder zich houden vergunningplichtig.

Je kunt deze vergunningplicht voorkomen door ófwel direct de ontvangen gelden uit te betalen aan de aanbieders of gebruik te maken van een service payment provider die een dergelijke vergunning heeft, zoals Adyen.

De webshop heeft geen last van deze regels, omdat deze onderneming voor zichzelf verkoopt en de opbrengst int.