Geen producten in je winkelwagen.
Voor consumenten gaat er vast een belletje rinkelen bij de naam Netgear: menig Wifi-router in Nederlandse huishoudens komt van dit beursgenoteerde bedrijf uit San Jose, Californië. Maar Netgear, met een jaaromzet van 1,4 miljard dollar (1,3 miljard euro), houdt zich ook bezig met service providers en het midden- en kleinbedrijf. Netgear is actief in 25 landen. De Brabantse Richard Jonker werkt er al twaalf jaar. Eerst in de sales als country manager voor de Benelux, daarna ging hij het team voor de emerging markets leiden. Hij zette teams of kantoren op in zeventien landen en deed zaken in Europa, Azië, Afrika, Midden Oosten en Amerika. ‘Op een gegeven moment had ik dat wel gezien en toen kwam in 2015 het aanbod op het hoofdkantoor in San Jose te gaan werken en me meer met product in plaats van sales bezig te gaan houden’, vertelt hij.
Had je altijd al in je hoofd uiteindelijk in Silicon Valley terecht te willen komen?
‘Ja, zeker omdat ik al sinds eind jaren ’90 bij Amerikaanse tech-bedrijven werk. Hier gebeurt het allemaal. Toen de kans zich voordeed, heb ik die gelijk gegrepen. En ik heb de afgelopen jaren ontzettend veel geleerd. Als je eenmaal uit die typische Nederlandse spruitjeslucht vertrekt, zie je de wereld opeens met heel andere ogen. Nederlanders denken de rest van de wereld goed te kennen, maar dat blijkt niet helemaal zo te zijn.’
Op welk vlak heb je het meest geleerd sinds je vertrek uit Nederland?
‘Ik heb een expertise opgebouwd op het gebied van intercultureel leiderschap. Ik probeer altijd te zoeken naar wat twee mensen gemeenschappelijk hebben, ook al komen ze uit twee totaal verschillende culturen. Die overlap ligt vaak op het persoonlijke vlak – er zijn bepaalde universele, menselijke waarden waar we elkaar altijd kunnen vinden. Maar qua managementstijl en hoe je met elkaar moet samenwerken zijn de verschillen enorm. De Nederlandse hoogleraar Geert Hofstede, die ook bij IBM gewerkt heeft, heeft daar een hele theorie aan gewijd: wat het betekent om een manager te zijn in een heel individualistische cultuur, of wat voor verschillen er zijn tussen een feminine en een masculiene cultuur. Ik heb ondervonden dat zijn theorieën in de praktijk ook echt zo werken.’
Hoe vul je dat dan in, als je bijvoorbeeld de Amerikaanse en de Nederlandse cultuur met elkaar vergelijkt?
‘Het individualisme in Amerika ligt vele malen hoger dan in elk ander land in de wereld. In Nederland is er sprake van een mix van individualisme en collectivisme – een mix van het Anglo-saksische en het Duitse. In Nederland hebben we de orde en duidelijkheid van de Duiters, een Engelse invloed die ons iets beleefder maakt dan bijvoorbeeld Oost-Europeanen en een klein beetje het zachte van Zuid-Europa. Maar tegelijkertijd zijn we veel directer. En dat is rijmt niet zo goed met de Amerikaanse cultuur of met andere culturen. Internationaal gezien hebben Nederlanders een achterstand, omdat wat wij als direct en eerlijk zien door andere culturen als onbeschoft wordt ervaren.
Tenslotte is alles in Amerika een wedstrijd, of het nu om school, werk of een huis kopen gaat. Nederlanders zijn veel meer gericht op geluk, Amerikanen op succes.’
Is er ook iets waar Nederlanders beter in zijn dan Amerikanen of andere culturen?
‘Nederlanders zijn niet bang om beslissingen te nemen. Het is een mooie, Nederlandse karaktereigenschap dat we onze verantwoordelijkheid durven nemen en dat we niet automatisch naar de baas kijken om een besluit te nemen. We voelen niet zo’n grote afstand tot autoriteit. Dat zorgt ervoor dat ik ook makkelijk ruzie kan maken met mijn CEO, als ik vind dat hij iets verkeerd ziet. Een Chinees zou dat niet durven.’
Kan dat dan wel op jouw niveau, dat hele directe?
‘Ik heb nog steeds wel eens momenten waar ik denk: “dat had ik beter niet kunnen zeggen”. Het heeft te maken met hoe mensen respect zien. In Nederland hebben we respect voor daden, hier in Amerika heeft men respect voor titels.’
Wat is volgens jou de kern van goed leiderschap?
‘Empathie. Je vermogen om je te verplaatsen in een ander. Of dat nou op psychologisch of cultureel vlak is. Op het moment dat je niet goed begrijpt wat mensen drijft of hoe ze zich voelen, kun je geen goede leider zijn. Als leider moet je meer uit mensen halen dan dat ze individueel zouden kunnen.’
Is er iets wat je mist aan de Nederlandse werkcultuur?
‘Het directe en informele. Elkaar de waarheid kunnen zeggen en dan weer doorgaan. En ook de kleinere afstand tussen mensen, met z’n allen in een kantoortuin zitten zonder cubicles. Dat is socialer en dat mis ik hier zeker.’
