Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Kuddegedrag van topmanagers leidt pas echt tot recessie

Nieuwe mode van bedrijfssaneringen zet de economie nog verder op achterstand

Tamelijk complexe zaken kunnen we met grote waarschijnlijkheid voorspellen, beredeneren of berekenen. Dat de wereldbevolking in 2070 zal pieken op 9 miljard zielen bijvoorbeeld, of dat de komeet van Halley op 12 december 2734 om 13.17 uur de aarde rakelings zal passeren. Handig om te weten, want zo kunnen we tijdig wat voorzorgsmaatregelen treffen.
Wat we maar niet onder de knie krijgen, is het doorgronden van economische cycli. Op zich is dat niet vreemd. Economie is namelijk een menswetenschap, net zoals psychologie. We klampen ons vast aan manipuleerbare meetinstrumenten en noemen die consumenten- of producentenvertrouwen. Zonder blikken of blozen baseren we op dergelijk massapsychologisch drijfzand onze diagnose van de economische gesteldheid.

Twee jaar geleden resulteerde dat in de luchtballon van de nieuwe economie, wat bij nader inzien niet uitsluitend een collectief waanidee van een stel onverantwoordelijke nep-ondernemers was. Ook heel wat respectabele entrepreneurs met een jarenlange staat van dienst lieten zich vrijwillig gek maken door dat tomeloze vooruitgangsoptimisme.
Een investeringsboom van jewelste zorgde ervoor dat de afgelopen periode van hoogconjunctuur een van de langste uit de moderne geschiedenis is geweest. In plaats van de gebruikelijke vier à vijf, hebben we kunnen profiteren van maar liefst zéven vette jaren. Ogenschijnlijk een voordeeltje in de categorie 'mooi meegenomen'; welbeschouwd betalen we nu een forse tol voor deze twee bonusjaren, waarin een record aan bedrijfsinvesteringen een situatie van overcapaciteit heeft opgeleverd die er niet om liegt.

In Amerika draaiden productiebedrijven jongstleden februari nog maar op 78 procent van hun toeren, wat toen het laagste niveau in negen jaar tijd was. Nieuwe cijfers zijn nog niet voorhanden, althans voor wat de gehele industriële productie betreft, maar zeker is dat bepaalde sectoren in de tussentijd aanzienlijk méér gas hebben moeten terugnemen, en lang niet meer alleen in de VS. Nog geen anderhalf jaar geleden was er een wereldwijd tekort aan computerchips. Nu ligt ruim 35 procent van de mondiale productiecapaciteit stil – dat is inclusief de tientallen nieuwe halfgeleiderfabrieken die de laatste jaren zijn opgeleverd.

Was het maar zo dat deze ernstige vorm van overcapaciteit alleen de computer- en telecomindustrie had getroffen, per slot van rekening de grote aanjagers van de recente investeringswoede. Niet dus. De auto-industrie, de chemie, de detailhandel, de mediasector en allerlei andere dienstverleners bekopen het ongecontroleerd oliën van hun investeringsmachines eveneens met een grote hoeveelheid onbenutte capaciteit.

Het massapsychologische effect dat deze situatie heeft veroorzaakt – 'wie zijn capaciteit niet uitbreidt, heeft er geen snars van begrepen' – is nog lang niet uitgewerkt, zij het dat de hysterie nu in tegengestelde richting voortwoekert. Het producentenvertrouwen staat fel op rood, wat volgens de economische wetenschap maar tot één reflex kan leiden: saneren! 'Wie de kaasschaaf niet royaal hanteert, is behoorlijk van gisteren.'
De gevolgen van dit kuddegedrag zijn even voorspelbaar als desastreus. Wie de hoeveelheid geannuleerde orders optelt bij het aantal uitgestelde investeringen in kapitaalgoederen, kan weinig anders dan concluderen dat we hierdoor pas écht op een recessie afstevenen.

Beursgenoteerde bedrijven gooien daar nog een schepje bovenop door elk beetje tegenvallende winst te pareren met ontslagaanzeggingen. Dat vinden de aandeelhouders prettig, denken ze. Hoe meer overtollige banen, des te beter voor het aandeel. Tijdens vorige 'groeivertragingen' was dat inderdaad het geval. Toen kon de boodschapper van een forse bedrijfsreorganisatie nog rekenen op een stijgerende beurskoers. Maar sinds enkele jaren zijn de mensen die nu ontslag boven het hoofd hangt zélf belegger. Een omstandigheid die nu niet bepaald bevorderlijk is voor het vertrouwen in bedrijven die flink met het slagersmes in de weer zijn.

Ondernemingen kunnen behoorlijk ver gaan in hun bezuinigingsdrift. Zo kondigde het kwakkelende Ericsson begin deze maand een algeheel verbod af op de aanschaf van nieuwe pc's. Erg consequent was dat niet, want vlak daarvoor had topman Kurt Hellström zijn honderdduizend werknemers opgeroepen om bedrijfsabonnementen op kranten en tijdschriften te annuleren en voortaan het nieuws van internet te halen. Diezelfde werknemers hadden eerder al lijdzaam moeten toezien hoe espressomachines, fruitschalen en waterdispensers uit de kantoorruimten werden verwijderd.


Ondernemers zijn hardleers. Menigeen die zich door de investeringshausse van de afgelopen jaren horendol heeft laten maken, loopt nu opnieuw in de val door zich volledig over te geven aan een ongekende saneringswoede. Veel van de bezuinigingsoperaties die nu gaande zijn of de komende maanden worden aangekondigd, zullen een verlammende uitwerking hebben op de bedrijven in kwestie. Recent onderzoek toont aan dat ruim de helft van de werknemers in de Westerse wereld nog maar weinig vertrouwen heeft in zijn directie. Met dat personeel is het lastig de oorlog te winnen.

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.