Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Gebrek aan collegialiteit – en nog 4 grote ergernissen op de werkvloer

Gebrek aan collegialiteit. Dat blijken we nog erger te vinden dan domheid of luiheid van onze collega's.

Aan menselijke gebreken geen gebrek op de werkvloer. Een maand geleden vroeg hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk aan welke gebreken van collega’s, medewerkers of leidinggevenden we ons het meest ergeren. Maar de vraag was ook: wat zijn onze eigen gebreken waar anderen zich aan kunnen ergeren?

Vijf ergernissen

Zo’n 2.000 mensen beantwoordden deze vragen in de peiling van Roos Vonk, in samenwerking met Psychologie Magazine en Management Team. Deze vijf ergernissen werden het vaakst genoemd:

Gebrek aan collegialiteit en teamspirit is dus het ergste euvel, zo blijkt, met 18 procent van de respondenten die dit als grootste ergernis opgeven. Deze ergernis verslaat zelfs nipt de domheid, onbekwaamheid en luiheid van onze collega's. Vrouwen storen zich het meest aan het gebrek aan collegialiteit, zo blijkt, terwijl mannen zich juist weer meer blijken te ergeren aan domheid en onbekwaamheid, de nummer 2-ergernis op de werkvloer.

Stereotype

Dit verschil komt overeen met stereotiepe sekseverschillen, verklaart Roos Vonk: 'Waar vrouwen meer gericht zijn op samenwerking en collegialiteit, zijn mannen meer gericht op prestaties en succes.' De derde grote ergernis werd genoemd door 17 procent van de deelnemers: luiheid van collega's.

Eigen tekortkomingen

We gaan overigens zelf ook niet bepaald vrijuit. Gevraagd naar onze eigen tekortkomingen aan de hand van dezelfde ergernissen ziet de top-5 er heel anders uit.

Ik, dom? Lui? Welnee

Zo zien we bij onszelf nauwelijks gebrek aan collegialiteit, luiheid of domheid. Slechts 6 procent ziet 'gebrek aan collegialiteit' bij zichzelf, slechts 4 procent kan zich voorstellen dat collega's hen lui vinden, en slechts 2 procent denkt dat collega's hen wel eens zouden kunnen zien als dom of onbekwaam.

Betweterig

Daarentegen denkt 27 procent van de deelnemers wel eens als betweterig te worden gezien door collega's, terwijl 'slechts' 13 procent zich hieraan ergert bij anderen. In dit opzicht lijken mensen dus juist te negatief over zichzelf te denken. Ook 'behaagziek gedrag' is een gebrek dat meer mensen zichzelf toedichten (10%) dan dat hun collega's zich eraan ergeren (5%). Logisch, zegt Vonk.

Behaagziek gedrag is natuurlijk typisch iets waar een ander juist weinig last van heeft.'

Heel gezond zelfvertrouwen

Een grote groep deelnemers heeft een wel heel gezond zelfvertrouwen, zo blijkt uit het onderzoek: 15 procent kan zich überhaupt niet voorstellen dat hun collega's hen ergerlijk zouden kunnen vinden, terwijl maar 2 procent van de respondenten aangaf dat zij zich niet of nauwelijks ergeren aan anderen.

Banken: gebrek aan fatsoen en gekonkel

Sommige ergernissen spelen meer in bepaalde sectoren dan andere. 'Gebrek aan fatsoen of moraal' en 'politieke spelletjes en gekonkel' werden relatief vaak genoemd in de financiële sector en in de 'overige zakelijke dienstverlening'. 'Kuddegedrag, kritiekloos meegaan met de groep' was daarentegen juist een ergernis die vaak voorkwam bij overheidsmedewerkers. Roddelen, tot slot, werd als ergernis vaak genoemd door mensen in de zorg – mogelijk doordat in deze sectoren veel vrouwen werken, aldus Vonk.

Vergeleken met mannen noemen vrouwen roddelen twee keer zo vaak als ergernis.'

Defensief? Ik? Hoe kom je erbij?

Defensief reageren is ergernis nummer 4 op de lijst. Vermoedelijk is dit vooral een ergernis van mensen die de feedback géven. Tegelijkertijd beseffen de feedbackgevers – meestal managers – dat zij er zelf ook niet altijd even goed mee omgaan: 20 procent van de deelnemers denkt van zichzelf dat ze 'te weinig feedback geven, of niet op een zinvolle manier'. Met name leidinggevenden met veel ondergeschikten (meer dan 10) vinden dat ze hierin tekortschieten.

Zeuren en klagen

Als klacht over anderen wordt het geven van te weinig zinvolle feedback relatief weinig genoemd (6%), maar degenen die het noemen zijn met name ondergeschikten. Daarmee is deze klacht 'complementair' aan wat de leidinggevenden over zichzelf zeggen, aldus Vonk.

Een vergelijkbaar complementair patroon werd gevonden voor de ergernis 'slachtoffergedrag, zeuren en klagen': 14 procent van de respondenten ergert zich daaraan. Dat zijn voornamelijk leidinggevenden met veel ondergeschikten. Van alle deelnemers denkt juist 12 procent, met name ondergeschikten, dat anderen zich daaraan ergeren bij hén. En dat is dus vermoedelijk terecht. Volgens Vonk is dit resultaat in lijn met de uitspraak

Leidinggeven is omgaan met zeuren'

O, wat ben ik toch kritisch

Deelnemers hadden ook de mogelijkheid om zelf ergernissen aan te dragen. Mensen vermoeden van zichzelf met name dat hun eigenwijsheid, kritische instelling, onzekerheid, perfectionisme en eerlijkheid lastig kan zijn voor hun collega's. Vonk: 'Zo gaat het vaak: als je mensen vraagt naar hun slechte eigenschappen, noemen ze vooral dingen die in bepaalde zin eigenlijk best goed zijn.'

Bemoeizucht

Als het gaat om ergerniswekkend gedrag van anderen zijn de gekozen woorden minder voordelig:

  • bemoeizucht
  • ongevraagd advies
  • niet luisteren
  • geen visie of leiding
  • negativiteit
  • slechte communicatie
  • rommel maken
  • herrie maken (telefoons, radio, kwebbelen, te hard praten).
  • de hele dag whatsappen, facebooken, of sms'en
  • eetgeluiden
  • continu hakken tikken op de vloer
  • irritant hoestje
  • kauwgom kauwen

Vonk, concluderend:

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Kortom: er wordt op de werkvloer heel wat leed verdragen'

Inschattingsproblemen

De hoogleraar stelt dat we de tekortkomingen van anderen maar al te goed zien, terwijl we ons eigen gebrek aan talent of inzet minder goed inschatten. Zo zien we onszelf veel minder als oncollegiaal, onbekwaam of lui dan onze collega’s. Alleen als het gaat om betweterigheid steken we de hand in eigen boezem: we vinden onszelf zelfs betweteriger dan onze collega’s ons vinden, want als het gaat om te weinig feedback geven, roddelen of behaagziek gedrag, dichten we onszelf meer ergerniswekkend gedrag toe dan anderen. Maar bij de meeste ergernissen is het omgekeerd, en maar liefst 15 procent van de mensen kan dus helemaal niets bedenken waar anderen zich bij hen aan zouden kunnen ergeren. Best ergerlijk, wel beschouwd.

Lees de oorspronkelijke peiling:

Lees meer van en over Roos Vonk: