Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Diversiteit is iets anders dan je denkt

Een grote diversiteit aan ideeën, normen en waarden op één werkvloer: wel of geen goed idee? Onderzoekers van onder meer Stanford en Berkeley komen tot de conclusie dat zelfs diversiteit diverser is dan we dachten.

Foto: Christopher Rusev via Unsplash

Wat maakt een bedrijf succesvol? Een uniek product of briljante dienst? Het best gekwalificeerde personeel? De meest uitgekiende strategie? Het is allemaal van belang, maar minstens zo belangrijk is: de bedrijfscultuur.

Een bedrijfscultuur is onder meer van invloed op de manier waarop mensen met elkaar samenwerken, wat ze motiveert en hoe betrokken ze zijn bij hun organisatie. Zo’n cultuur is meestal niet vooraf uitgedacht, maar ontstaat in de regel door de jaren heen en wordt gevormd door bepaalde waarden, symbolen en rituelen die binnen een bedrijf bestaan. Dat klinkt wat abstract en dat is het natuurlijk ook. Daarom stellen steeds meer ondernemingen op een goed moment een document op om hun eigen cultuur concreter te definiëren. Netflix is daarvan een schoolvoorbeeld, met zijn befaamde Culture Deck, een presentatie van 126 pagina’s dik waarin de belangrijkste waarden binnen het bedrijf worden omschreven. Daaronder spelen vrijheid, autonomie, nieuwsgierigheid en verantwoordelijkheid een hoofdrol.

Een bedrijfscultuur is niet eenvoudig te meten of kwantificeren, maar wel van grote invloed op de prestaties van een bedrijf. Daarom doen wetenschappers veel onderzoek naar de relatie tussen cultuur en succes. Een deel van hen kijkt daarbij specifiek naar de invloed van een diversiteit aan ideeën en overtuigingen binnen een bedrijf en op de winstgevendheid ervan.

Veelzijdige gereedschapskist

Binnen het onderzoeksgebied dat culturele heterogeniteit op de werkvloer (oftewel: het bestaan van een verscheidenheid aan ideeën en overtuigingen in één bedrijfscultuur) bestudeert, kennen we twee dominante stromingen. De eerste ziet culturele heterogeniteit als een obstakel voor een bedrijf om optimaal te kunnen presteren.

Het idee daarachter is dat bedrijven waarin iedereen op zo’n beetje dezelfde manier zijn of haar werk doet, met dezelfde achterliggende motivatie op basis van vergelijkbare waarden, de beste samenwerking tussen medewerkers bereiken. Dat maakt ze productiever dan bedrijven waarin mensen elkaar niet goed begrijpen, doordat ze bijvoorbeeld met verschillende doelen voor ogen hun werkzaamheden uitvoeren. Wie snelheid als hoogste doel stelt, vindt het wellicht minder erg om af en toe een foutje te maken dan iemand die precisie als belangrijkste norm hanteert. Dat soort verschillen aan de basis kunnen volgens deze lijn van onderzoek al snel tot conflicten en werkvertraging leiden.

De tweede stroming daarentegen ziet culturele heterogeniteit juist als het beste wat een bedrijf kan overkomen, omdat het creativiteit en innovatie bevordert. Wetenschappers die deze onderzoekslijn volgen, stellen dat wanneer bijvoorbeeld problemen ontstaan waar een oplossing voor gevonden moet worden, een groep mensen veel vindingrijker is als ze kunnen putten uit allerlei verschillende zienswijzen en aanvliegroutes. Waardoor ze oplossingen kunnen bedenken die binnen een homogene bedrijfscultuur nooit op tafel zouden komen. Je zou een bedrijf dan kunnen zien als een soort gereedschapskist waar niet alleen maar hamers en spijkers in zitten. En zelfs niet alleen maar lijm, touw en plakband, maar bijvoorbeeld ook vuilniszakken, 3D-printers en goocheldozen. Verder leren mensen in een heterogene bedrijfscultuur niet alleen meer en sneller van elkaar, ze erkennen ook eerder de noodzaak tot vernieuwing.

Anders denken over diversiteit

De geleerden zijn het er dus nog niet over eens of culturele diversiteit belemmerend of juist stimulerend werkt voor een bedrijf. Wat de vraag oproept of je het nou wel of niet moet nastreven. De ene groep acht diversiteit slecht voor de productiviteit, de andere groep denkt dat het innovatie bevordert. Deze tegenstrijdige conclusies binnen het onderzoeksgebied wekken ook wel de suggestie dat er een trade-off bestaat: wat je wint aan productiviteit, verlies je aan innovatie. En andersom. Toch is hier nog nooit echt empirisch bewijs voor gevonden.

Een groep wetenschappers van onder andere de universiteiten van Berkeley en Stanford vroeg zich daarom recentelijk af of deze trade-off wel bestaat, en of er misschien een manier is om eraan te ontsnappen. Om juist een win-win situatie te creëren met behulp van een bepaalde vorm van diversiteit binnen een bedrijfscultuur. Daarvoor richtten ze zich om te beginnen op het theoretische begrip ‘culturele heterogeniteit’, en op de manier waarop andere onderzoekers dit eerder hebben gedefinieerd. 

Bij dat laatste gaat volgens de wetenschappers van Berkeley en Stanford iets mis. Tot nu toe zagen onderzoekers culturele heterogeniteit alleen als het bestaan van verschillen tussen mensen. Werknemer A vindt bijvoorbeeld dat snelheid het belangrijkste doel is, terwijl werknemer B meer waarde hecht aan precisie. Hoe meer mensen binnen één bedrijf een ander idee hebben over dat belangrijkste doel, hoe heterogener een bedrijfscultuur is. 

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

In hun nieuwe onderzoek voegen de wetenschappers van Berkeley en Stanford echter een tweede dimensie toe aan het begrip culturele heterogeniteit. Zij stellen dat verschillen niet alleen tussen mensen kunnen bestaan, maar dat mensen ook intern verschillende ideeën en waarden met zich mee kunnen dragen. Omdat mensen nu eenmaal complexe wezens zijn die worden beïnvloed door allerlei verschillende factoren. Wij beschikken zelf ook allemaal over onze eigen gereedschapskist, die bij de een meer verschillende soorten gereedschap bevat dan bij de ander.


Dit is een samenvatting van een artikel uit MTInsights03. Het hele artikel lezen? Bestel hier een los nummer.