Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De beste en duurste managementsprekers van Nederland

Wie regelmatig congressen bezoekt, komt steeds dezelfde sprekers tegen. Nederland telt zo'n driehonderd professionele praatjesmakers. Wat kosten ze? En wat beweegt hen om telkens weer dat podium te beklimmen?

Katja Staartjes stond in 1999 als eerste Nederlandse vrouw op de top van de Mount Everest. Haar alpinistische ervaringen maakt zij nu te gelde door lezingen te houden over keuzes maken, doelen stellen, grenzen verleggen en teleurstellingen overwinnen. Vergeleken bij de beklimming van de hoogste berg ter wereld zijn de drie, vier treden naar het spreekgestoelte een peulenschil. Toch voelt Staartjes elke keer een zekere spanning. “Ik doe het een à twee keer per week, maar de plankenkoorts blijft. Je moet steeds weer een prestatie neerzetten.”

Als interim manager en managementcoach zit Staartjes bepaald niet om werk verlegen. Wat beweegt haar dan om ook nog eens op te treden als spreker, gisteren in een management development programma van Fortis, vandaag voor relaties van schoonmaakbedrijf ISS en morgen bij de provincie Utrecht? “Ik kan het niet laten om mensen te vertellen over mijn passie, over bergbeklimmen. Met mijn verhaal wil ik hun nieuwe inspiratie geven voor hun leven en werk.” Staartjes is een spreker met een boodschap. “Het gaat heel sterk over het hebben van dromen en het realiseren daarvan. Dromen lijken altijd heel ver weg. Je ziet allemaal bezwaren: het werk, het geld… Maar als je bewuste keuzes maakt in het leven, kun je veel meer bereiken dan je denkt. Daar praat ik dan over aan de hand van mijn beklimming.”

Open haard
Staartjes is een van de naar schatting driehonderd mensen in Nederland die van het geven van lezingen geheel of gedeeltelijk hun vak hebben gemaakt. Zonder hen zou het akelig stil worden op de duizenden congressen, seminars, workshops en trainingen die ieder jaar in het hele land worden gehouden. Organisatoren van congressen die meer willen dan alleen maar informatie overdragen, kunnen niet buiten de professionele praatjesmakers. De meerderheid van hen is aangesloten bij de Speakers Academy. Of het nu gaat om trendwatcher Lidewij Edelkoort, econoom Eduard Bomhoff, e-marketeer Cor Molenaar, bestuurskundige Roel in 't Veld, investeerder Maurice de Hond, psycholoog Oscar David, kok Joop Braakhekke of publisher-on-demand Danny Jolink: bijna iedereen die wat voorstelt in het wereldje is te boeken via de in Rotterdam gevestigde makelaardij in 'entert(r)ainers, motivatoren en presentatoren'. Ook veel klanten van Katja Staartjes komen langs die weg bij haar terecht.

Iedere spreker heeft zijn eigen beweegredenen om met enige regelmaat de spotlights op te zoeken. Wat ze allemaal gemeen hebben, is dat ze zelf ergens enthousiast over zijn en dat enthousiasme met anderen willen delen. Zoals Katja Staartjes het hart vol heeft van bergbeklimmen dat haar mond ervan overvloeit, zo is Robert Benninga helemaal gegrepen door het fenomeen van de persoonlijke ontwikkeling. Velen beschouwen hem als de beste managementspreker van Nederland.

“Ik heb een reeks prachtige functies bekleed in het internationale bedrijfsleven. In 1989 ben ik er uitgestapt en heb me een paar maanden alleen maar met mijn persoonlijke ontwikkeling beziggehouden. Wie ben ik, wat wil ik met mezelf? Ik las veel, en ging naar allerlei presentaties. Anthony Robbins, Deepak Chopra, Wayne Dyer, Stephen Covey, Tom Peters…. Vriendjes van me zeiden op een gegeven moment: 'Jij combineert menselijk functioneren zo goed met bottomline resultaten, kom daar eens bij ons over vertellen'. Zo is het begonnen. Sindsdien heb ik 200.000 mensen in mijn gehoor gehad.”

Benninga is er verslaafd aan om dingen in mensen los te maken, hen naar het randje van hun 'comfortzone' te lokken en hen eerlijker met zichzelf om te laten gaan. Daarbij blijft hij zelf niet buiten schot. “Ik praat per definitie boven mijn stand. Ik doceer wat ik zelf te leren heb. Anders zou ik niet half zo gemotiveerd zijn.” Behalve dat Benninga het intens bevredigend werk vindt, levert het ook nog klandizie op voor zijn bedrijf B&S Mindpower. Daar staan zijn partners klaar om klanten te helpen de processen die Benninga op gang heeft gebracht te implementeren en te integreren. “Wat ik doe is de open haard aansteken, een kuub hout neerleggen en het pand verlaten. Als ik mensen niet vertel waar ze hout kunnen kopen als de stapel op is, houdt voor hen het proces op. En dat zou jammer zijn.”

Keet trappen
André van Eerden verzorgt met enige regelmaat presentaties over e-commerce en beleggen. Inhoudelijk en qua presentatie heel wat anders dan de inspiratie-injectie van Robert Benninga, maar ook voor de oprichter van online broker IMG Holland is het houden van lezingen een kwestie van het nuttige en het aangename verenigen. “Eerlijk gezegd ben ik gewoon begonnen mijn bedrijf te promoten. Waar je ook komt, het levert altijd weer contacten met beleggers op.” Gaandeweg ontdekte Van Eerden echter dat het commerciële effect van zijn presentaties beperkt bleef, en dat de werkelijke waarde ergens anders lag. Presentaties geven houdt hem alert en up to date. De kritische vragen die hij vaak krijgt uit de zaal dwingen hem om te blijven nadenken over de materie waar hij dagelijks mee bezig is. “Nu doe ik het daarvoor, en niet meer voor de pot.”

Ook André Wierdsma benut zijn publiek als klankbord. Hij bekleedt op Nyenrode de door de NS gesponsorde leerstoel 'Organiseren en co-creëren'. Wierdsma praat het liefst over de ideeën waar hij zelf mee worstelt, bijvoorbeeld in de colleges en masterclasses die hij dit voorjaar verzorgt in opdracht van Focus Conferences. Zes jaar lang werkte hij aan zijn promotie Co-creatie van verandering. Ook nadat die hem in Breukelen de professorale toga had opgeleverd, bleef hij met het onderwerp bezig. “Het verhaal uit dat boek is de ruwe grondstof. Elke keer als ik er een lezing over houd, scherp ik het verder aan. Momenteel probeer ik de filosofische component er wat helderder in te krijgen.” Zo vermijdt Wierdsma dat zijn optredens voor groot publiek een routineus nummer worden, en zorgt hij ervoor dat zijn toehoorders er echt wat van meenemen. “Het geeft me een kick als ik die chemie tot stand weet te brengen. Als het een beetje valt in die zaal en er ontstaat een sfeertje… Prachtig!”

Wat maakt iemand eigenlijk tot een goed spreker? Congresorganisatoren zijn geneigd de inhoudelijke kwaliteiten van het verhaal voorop te stellen. Om er in één adem de manier van presenteren op te laten volgen. Jasperine Breeuwsma, programmaontwikkelaar bij Euroforum, zegt het zo: “Het is met sprekers net als met leraren. Binnen twee minuten weet de klas of iemand een boeiend verhaal heeft en of hij orde kan houden. Bij de een denk je: 'Hé, even opletten' en bij de ander: 'Laat maar'. Is het knudde, dan gaan volwassenen niet zoals kinderen keet trappen, maar ze dwalen wel af. Het rampzaligste wat je kan overkomen, is dat er mensen in slaap vallen. Dat is één criterium. Twee is: kan iemand mij op een heldere manier uitleggen waar hij het over wil hebben? Het verhaal moet een duidelijke relatie hebben met het thema van de dag. Geen reclamebabbel over het eigen bedrijf. Uit de evaluaties die wij stelselmatig houden, blijkt dat onze doelgroep daar een regelrechte afkeer van heeft. De aankleding van het verhaal is ook belangrijk, maar mensen komen niet naar een congres voor de humor. De behoefte om te netwerken en om verder te komen met het onderwerp is primair.”

Spreekbeurt
Breeuwsma's collega – en concurrent – Leontine Born van Focus vult aan dat de eisen die zij aan een spreker stelt tot op zekere hoogte ook afhankelijk zijn van het onderwerp. “Als het over motivatie gaat of over leiderschap, let je op andere aspecten dan als het een heel technisch onderwerp betreft. In het ene geval moet iemand echt wat uitstralen, in het andere geval moet hij er vooral blijk van geven over kennis van zaken te beschikken.”

De sprekers zelf onderschrijven het belang dat hun opdrachtgevers hechten aan inhoud en vorm, maar kijken bij voorkeur naar het effect dat zij op hun gehoor hebben. Robert Benninga streeft naar een presentatie die onderhoudend, amusant en serieus tegelijk is. “Ik zorg ervoor dat mensen het een plezier vinden om naar mij te luisteren. Ik stop er veel humor in. Niet om grappig te zijn, maar omdat de materie zo serieus is. Mensen komen niet naar mij toe om onder de douche te worden gezet. Ik kan hen alleen helpen als dat ook voor hen plezierig aanvoelt.” André van Eerden probeert zijn verhaal zo leuk mogelijk te brengen, maar realiseert zich terdege dat niet iedereen bij voorbaat geïnteresseerd is in beleggen en internet. “Het hoogste wat ik kan bereiken, is als ook die mensen 's avonds even de pc aanzetten en naar een site over beleggen surfen.” Nyenrode-hoogleraar André Wierdsma is pas echt blij als zijn gehoor hem na afloop laat weten: “Het was inspirerend, je hebt ons aan het denken gezet, én het was aangenaam.”

Een verhaal zo kunnen vertellen dat iedereen aan je lippen hangt, is maar weinigen van nature gegeven. Ook in het onderwijs wordt er weinig aandacht aan besteed. Bij spreekbeurten op school gaat het meer om het formuleren van de vraagstelling en om het verzamelen en ordenen van informatie dan om het boeien van de toehoorder. Op universiteiten en hogescholen is het nauwelijks beter. Alleen juristen, dominees en onderzoekers worden tijdens hun opleiding getraind om in het openbaar te spreken. Ook de professionele en semi-professionele sprekers die het congrescircuit bevolken, hebben het vak in de praktijk moeten leren. Robert Benninga genoot van de dynamische manier van presenteren van Anthony Robbins, de grondlegger van het neurolinguïstisch programmeren. André Wierdsma moest als docent aan de universiteit zelf ontdekken hoe belangrijk het is om over een variatie aan stijlen te beschikken. “De een valt voor een mooie logische redenering, de ander onthoudt een frappante vergelijking.” In de loop der jaren is hij zichzelf steeds meer gaan toestaan een mix aan stijlen te hanteren. Katja Staartjes had voordat ze zich fulltime aan haar Everest-project ging wijden wel in leidinggevende functies gezeten en als zodanig geregeld “voor de troep gestaan om te vertellen welke kant we op gingen,” maar ze had nooit de vaardigheden ontwikkeld die nodig zijn om een breder publiek te bespelen. Dat kwam pas later, toen zij haar boek Hoog spel had gepubliceerd en de uitnodigingen voor spreekbeurten binnenstroomden.

Angst
Toch is er hoop voor wie zijn vaardigheden als spreker op een hoger plan wil brengen en daarbij niet alleen op vallen en opstaan wil zijn aangewezen. De grote bureaus die congressen organiseren, bieden mensen die voor het eerst op een van hun bijeenkomsten optreden een training aan. “Om de scherpe kantjes ervan af te halen,” zoals Jasperine Breeuwsma van Euroforum het uitdrukt. Dan gaat het vooral om praktische tips zoals het gebruik van de microfoon en het werken met sheets. “Het zijn simpele dingen, maar je moet er wel even op gewezen worden.” Professionele sprekers en ondernemers of managers die gewoon effectief voor het voetlicht willen komen, kunnen sinds jaar en dag ook terecht bij David Bloch, oprichter en directeur van Perfect Presentation in Gouda. Bloch combineerde inzichten uit de economie, taalwetenschap, psychologie en marketing tot een indringende training in presentatievaardigheden. “Ik ga uit van het unieke van ieder individu. Iedereen heeft ontwikkelingsmogelijkheden in zich die alleen maar ontdekt hoeven te worden,” vat de van positivisme overlopende Brit zijn methode samen.

Met het oog op volgende generaties sprekers ontwikkelt de Universiteit van Amsterdam een heus studieonderdeel over spreken, debatteren en discussiëren. “We willen onze studenten leren hoe je een helder betoog opbouwt, met een kop en een staart. Voorop staat dat je presentatie inhoudelijk interessant moet zijn en dat je publiek je moet kunnen volgen. Als je dat dan ook nog eens op een aardige manier kunt doen, is dat mooi meegenomen,” aldus Francisca Snoeck Henkemans van de leerstoelgroep Taalbeheersing.

De aanpak die de UvA kiest, steunt op die van Steven Beebe, hoogleraar aan de universiteit van South West Texas en auteur van het gezaghebbende boek Public Speaking. Het ideaal van Beebe is de 'publieksgerichte spreker' die zich in elke fase van de voorbereiding en de uitvoering van zijn presentatie laat leiden door de specifieke kenmerken van zijn gehoor. “Van de keuze van je onderwerp tot de gebaren die je maakt, het publiek is de sleutel tot je succes. Als er niemand luistert, is er geen reden om te spreken.” Beebe heeft slecht nieuws en goed nieuws. Het slechte nieuws is dat slechts 10 procent van alle mensen over een aangeboren talent als spreker beschikt. Zij kunnen zich instellen op een gehoor, hun ideeën ordenen, een verhaal afsteken en daar luisteraars op een emotioneel niveau mee aanspreken. Ongeveer 70 procent van de mensen voelt zich geremd of bang als zij voor publiek moeten spreken. 20 Procent is extreem angstig en heeft er grote moeite mee om een praatje te houden voor een groep. “Het goede nieuws is dat bijna iedereen de vaardigheden die daarvoor nodig zijn gewoon kan leren.”

Top 10 (plus honoraria)


1. Pim Fortuyn (columnist en beroepsprovocateur) 10.000-12.500
2. Ben Tiggelaar (internetgoeroe) 7500-10.000
3. Tom van 't Hek (ex-hockeycoach en radiopresentator) 5000-7500
4. Willem Bol (televisieproducent) 5000-7500
5. Rob Creemers (trendwatcher ict) 7500-10.000
6. Maarten van Rossem (Amerika-specialist) 5000-7500
7. Cor Molenaar (e-marketingprofeet) 7500-10.000
8. Richard Lamb (e-commercegelovige) 5000-7500
9. Susanne Piët (motiveren en presenteren) 5000-7500
10. Erwin Kroll (weerman) 5000-7500


Ook te huur (plus honoraria)


10.000-12.500
Jay Curry (marketinggoeroe)
Roel Pieper (ex-basketballer)
Robert Benninga ('Haal het beste uit jezelf')
Fons Trompenaars (columnist en managementgoeroe)

7.500-10.000
Maurice de Hond (opiniepeiler en internetinvesteerder)
Midas Dekkers (tv-bioloog)

De exacte honoraria (in guldens) zijn afhankelijk van factoren als locatie, duur, aantal gasten, en benodigde voorbereidingstijd. Bron: Speakers Academy.


Internationale topsprekers (plus honoraria)


$ 100.000 +
Bill Clinton (ex-president)

$ 60.000 – $ 100.000
Bill Gates (ex-baas Microsoft)
Nicholas Negroponte (inspirator van Maurice de Hond)

$ 40.000 – $ 60.000
Peter Drucker (oudste nog levende managementgoeroe)
Tom Peters (nog steeds 'in search of excellence')
Henry Mintzberg (als hij niet op strategie-safari is)
Kevin Kelly (nieuwe regels voor de nieuwe economie)
Peter Senge ('the dance of change')
Igor Ansoff (management-strateeg)
Michael Gorbatsjov (ex-president)
Scott Adams (geestelijk vader van Dilbert)
Lee Iacocca (automaker, vond fiets opnieuw uit)
Richard Branson (hippie werd Virgin-baas)
Stephen Covey (leiderschapsgoeroe)

$ 20.000 – $ 40.000
Sumantra Ghoshal (global strategy vanuit Europees perspectief)
Alan Greenspan (voorzitter van de Amerikaanse centrale bank)

De vermelde honoraria zijn exclusief reiskosten (first class) en verblijf in een tophotel.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

De 10 I’s van de managementspreker

Robert Benninga is medeoprichter van B&S Mindpower en specialist op het gebied van change management, het optimaliseren van menselijk potentieel en bottomline resultaten in organisaties. Hij vat zijn eisen aan de managementspreker samen in 10 I's:
Intentie. De goede spreker is vervuld van zijn onderwerp. Niet alleen met het hoofd, maar vooral ook met het hart. Hij heeft een boodschap die hij kwijt wil. Hij spreekt letterlijk met hart en ziel.
Integriteit. De goede spreker gaat voor de kern, en heeft het eerlijk en kwetsbaar over het leven zelf. Mensen die spreken om den brode kunnen op zich heel integer zijn, maar zijn nooit de beste sprekers.
Interesse. De goede spreker is niet alleen geïnteresseerd in de materie maar minstens zozeer in zijn publiek. Waar komen ze voor, wat hebben ze er aan?
Interactiviteit. De goede spreker houdt voeling met zijn publiek terwijl hij aan het woord is.
Inspiratie. De goede spreker probeert niet mensen te motiveren – dat is onmogelijk – maar hen te inspireren. Hij creëert een situatie waarin mensen besluiten zich gemotiveerd te voelen om datgene te doen wat hij hen voorhoudt.
Intelligentie. De goede spreker moet behalve 'booksmart' ook 'streetsmart' zijn. Als ik zeg dat hij een beetje moet hebben rondgelopen in de wereld, is dat een understatement.
Innerlijke energie. De goede spreker heeft een hoop uiterlijke energie die voortkomt uit innerlijke energie. Het begint bij hoe zijn eigen échte vuurtje brandt.
Intuïtie. De goede spreker is meer dan alleen rationeel geïnteresseerd in mensen en materie. Zijn antennes zijn helemaal uitgetrokken. Hij richt zijn 'satellietschotel' zo dat wat hij uitzendt ook gebeurt.
Integratie van ervaringen. De goede spreker heeft een enorme ervaring, in leven en werk. Hij is tot aan de knieën door de modder gegaan. Die bagage integreert hij in al zijn verhalen.

Intensheid. De goede spreker is intens, in de plezierige zin des woords. Niet 'all over you', maar wel honderd procent betrokken, zeer verantwoordelijk en vol van liefde voor zijn beroep (roeping?!).