Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘Founder friendly’ is marketingjargon. Zo word je écht een ethische investeerder

Investeerders gebruiken te pas en te onpas het woord 'founder friendly'. Maar hoe vriendelijk ben je voor ondernemers, als je ze met milestone-contracten en andere due dilligence-nachtmerries bestookt? Een daadwerkelijk ethische investeerder voldoet aan de volgende kenmerken.

investeerders founder friendly
Foto: Getty

Founder friendly‘, het is een term die de laatste jaren geregeld de revue passeert als het over investeerders gaat. Geldschieters die als ‘founder friendly‘ te boek staan, zouden de belangen van ondernemers vooropstellen. Oftewel: niks geen milestones, wurgcontracten met schimmige aandelenconstructies of desinteresse in de beweegredenen van ondernemers. Nee, investeerders die ‘founder friendly‘ zijn, staan als een blok achter hun pupillen.

Of niet? Volgens investeerder Eva Yazhari hebben we te maken met een bullshit-term. Het begrip zou zo ‘alomtegenwoordig’ zijn dat de uitdrukking ‘niet langer zinvol aanvoelt’, schrijft zij in een opiniestuk in ondernemersblad Entrepreneur. Investeerders die geen moer lijken te geven om ondernemers maken schone sier door zich ‘founder friendly‘ te noemen.

Lees ook: Milestones afspreken met een investeerder: wat ondernemers moeten weten

Het doet denken aan het woord ‘purpose‘, al in 2019 door MT/Sprout bestempeld als jeukwoord. Het begrip is bedoeld als soort moderne vervanging voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo), maar is gestrand op een eiland der non-begrippen. Immers: als zelfs megaklimaatvervuiler Shell met de term strooit, weet je dat je te maken hebt met leeg marketingjargon.

Afijn, wat kunnen durfinvesteerders doen om startup-ondernemers van degelijke, ethisch gemotiveerde hulp te voorzien? Met andere woorden: hoe kunnen venture capitalists toch een beetje ‘founder friendly‘ worden, maar dan écht? Yazhari komt met de drie eigenschappen van een respectvolle startup-investeerder.

1. Ze laten ondernemers meedelen in hun winst

Het eerste advies zal meteen slikken zijn voor Nederlandse investeerders, die nogal spaarzaam te boek staan. Toch is het wel degelijk zinvol om startup-ondernemers een deel van de winst van je fonds uit te keren. Sterker nog, Yazhari doet het zelf ook. Je straalt ermee uit dat je niet puur met ondernemers zakendoet omwille van een snelle exit, maar dat je ze ziet als onderdeel van je team.

‘We zien elke oprichter als een potentiële eigenaar van ons fonds’, schrijft Yazhari. ‘Ons succes is hun succes en dat willen we delen met de mensen die het hardst werken om dat voordeel te genereren. Zo laten we oprichters zien dat we er echt samen voor staan.’

2. Ze zijn helder in hun communicatie

Kille en afstandelijke communicatie is nooit een goed idee. Yazhari ziet meer in communicatie die ‘respectvol en empathisch’ is. De kunst zit ‘m erin al tijdens het due diligence-proces te leren waar de behoeften van startups zitten. Daarbij moet je als investeerder duidelijk zijn over welk tijdpad je wil bewandelen en wat je zorgen en prioriteiten zijn.

Lees ook: Investeerder gevonden? 7 tips om een due diligence-onderzoek met glans te doorstaan

‘Due diligence moet gaan over het vinden van de kansen en het potentieel van een startup, niet alleen over wat er nu is of waar het bedrijf tekort is geschoten’, aldus Yazhari. ‘Investeerders moeten optreden als strategische partners en adviseurs.’

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

3. Ze helpen ondernemers met hun netwerk

Als ondernemer kun je het niet alleen, meent Yazhari. Goede investeerders helpen ondernemers niet alleen aan kapitaal, maar ook aan andere relevante zakenlieden. Bijvoorbeeld aan advocatenkantoren en accountants, maar ook aan andere investeerders. Voor een ondernemers is het dan ook van belang om toegang te blijven hebben tot groeigeld en uit meerdere bronnen te kunnen putten.

‘Welke ondersteuning ben je bereid te bieden?’, stelt Yarhari de vraag aan investeerders. ‘Ga je echt deuren openen voor je portfoliobedrijven?’