Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Oorlog op de uitzendmarkt

Met de ene na de andere overname zijn de drie grote uitzendbureaus in een ratrace verwikkeld om de grootste te worden. Ondertussen ligt een spook op de loer: kleinere marges.
 

Terwijl vrijwel iedereen nog met vakantie was, deed Randstad een opmerkelijke overname. Op 20 juli kocht het uitzendbureau voor een bedrag van 540 miljoen euro het Amerikaanse SFN Group, beter bekend als Spherion.
Nog geen week later maakte concurrent Adecco ook een deal bekend. En óók in Amerika. De wereldmarktleider in uitzendwerk kocht outplacementbedrijf Drake Beam Morin. Het prijskaartje: 149 miljoen euro. Ondertussen deed concurrent Manpower zaken in China, waar het voor een onbekend bedrag Xi’an Fesco overnam, een hr-dienstverlener met zo’n 10.000 medewerkers.

De overnames passen in een patroon. Feitelijk zijn alle middelgrote bedrijven in de uitzendmarkt een mogelijke prooi van de grote drie – Adecco, Randstad en Manpower – die maar niet voor elkaar willen onderdoen. Zo gonsde het de afgelopen jaren ook van de geruchten rond de Nederlandse detacheerder Brunel (2008), het Britse recruitmentbedrijf Michael Page (2008), diens even Britse concurrent Hays Plc (2009) en de Almeerse uitzender USG People, moeder van merken als Unique, Start en Creyf’s (afgelopen voorjaar nog, zie kader).

Monsterdeal

Eigenlijk zijn zulke geruchten al 15 jaar aan de orde van de dag in de uitzendmarkt. Het begon allemaal in 1996, toen het Zwitserse Adia met het Franse Ecco fuseerde. Als Adecco verdreven deze twee topdriespelers Manpower, de toenmalige nummer 1, van de troon, een positie die sindsdien ook niet meer verlaten is. De fusie van Adecco was het begin van een ratrace waarin grote en minder grote bedrijven elkaar verschalkten. Deed de ene uitzendgigant een overname, dan volgde pal daarna ook de ­concurrentie.

Zo ontstond een grote consolidatieslag. Deze strijd leek drie jaar geleden een hoogtepunt te bereiken, toen Randstad (nummer 3) Vedior (nummer 4) overnam. Met die Nederlandse monsterdeal passeerde Randstad niet alleen toenmalig nummer 2 Manpower, voor het eerst ontstond ook serieuze bedreiging voor Adecco. Het nieuwe Randstad ging dan ook vol zelfvertrouwen de crisis in. Onder elk persbericht noemde het bedrijf zich sindsdien ‘the second largest HR services provider in the world’. Die omschrijving hield exact twee jaar stand. Sinds dit jaar profileert Randstad zich namelijk weer noodgedwongen als ‘one of the leading HR services providers in the world’, omdat Manpower in 2010 dankzij een kleine acquisitie, een aantal volumecontracten en de lage dollarstand net een paar miljoen meer omzet wist te boeken dan de concurrent uit Diemen.

Haasje-over in de top drie

Samen zetten de drie grote uitzendbedrijven zo’n 47 miljard euro om. Dat is nogal een verschil met 10 jaar geleden, toen het nog ging om bijna 35 miljard. De omzetgroei is echter nauwelijks autonoom te noemen, en wordt zeker beïnvloed door Randstads overname van Vedior in 2008. De omzetten van Manpower schommelen vooral ook door de sterk fluctuerende dollarkoers.

Verlanglijstje

En zo gaat het maar door. Randstad-cfo Robert-Jan van de Kraats ontkent echter stellig dat de recente overname van de SFN Group ook maar iets te maken heeft met de recente daling op de wereldranglijst. SFN stond al jaren op het verlanglijstje, zegt hij. En overigens: “Wij kijken veel meer naar rendement. Dat vergroot je marktwaarde. Als je onze marktwaarde vergelijkt met die van Manpower, zijn wij twee keer zo groot.” Manpower wist in de crisis misschien meer omzet te genereren, zegt Van de Kraats, maar daarvoor werd wel aan winst ingeboet. “Als wij zouden doen wat zij doen, worden we minder waard. Dus nee, we laten ze lekker gaan.” Stoere woorden van de cfo. Feit blijft dat Randstad met de SFN Group nu wel weer terug is op de mondiale tweede plaats. En dan heeft het bedrijf ook nog eens de oorlog verklaard aan Manpower op diens thuismarkt, de Verenigde Staten.

Biedingenstrijd

En dus wordt vol spanning uitgekeken naar Manpowers reactie. Nemen de Amerikanen de handschoen op en ontketent zich nog dit jaar de oorlog die alle voorgaande deals tot een uitstapje maakt? Eén Nederlander kan het weten: Hans Leentjes. De Rotterdammer werd in januari bij Manpower benoemd tot executive vice president Noord-Europa en is nu verantwoordelijk voor 27 Europese ­dochters. Leentjes heeft bij het Amerikaanse bedrijf een bliksemcarrière achter de rug. In maart 2005 werd hij er landenmanager Nederland, waarna hij in 2009 ook Oostenrijk, België en de door managementproblemen geteisterde Duitse afdeling onder zijn hoede kreeg. Dit jaar volgde de stap naar het executive committee, lees: de raad van bestuur.
Leentjes positie is interessant, omdat hij voor zijn baan bij Manpower slechts bij één bedrijf werkte: Randstad. Daar klom hij op van intercedent tot lid van de centrale directie. Maar een aanval op zijn vorige werkgever sluit hij nu uit. “Die biedingenstrijd, die gaat niet ontstaan. Niet vanuit ons”, zegt hij stellig.

Pionieren

Manpower doet niet meer mee aan het wedstrijdje ‘wie is de grootste?’, wil hij maar zeggen. Dat heeft alles te maken met de veranderende markt. Manpower wil af van zijn imago als ‘uitzendboer’ en wil voortaan hogere – lees: duurdere – dienstverlening aanbieden. Niet voor niets veranderde het bedrijf de eigen naam dit jaar naar Manpower Group, om zo het uitzendlabel op afstand te kunnen plaatsen en nieuwe labels de kans te bieden ‘al pionierende’ erachter te komen “wat het betekent om een innovatieve arbeidsdienstverlener te zijn”, zo meldt het persbericht van de naamswijziging. Uitzenden blijft de bulk van de omzet leveren, maar de groei moet komen uit nieuwe markten, die het bedrijf zelf wil ontwikkelen.
Of kopen. Manpower zoekt zijn huidige prooien niet langer in uitzendwerk, maar liever in de detachering, recruitment en bemiddeling van professionals. Eén woord staat dan ook centraal in Leentjes’ eisenlijstje voor potentiële overnamekandidaten: de winstgevendheid.

Winstgevendheid

Dat is begrijpelijk. Want het traditionele, ‘simpele’ uitzendwerk staat wereldwijd onder druk. Zo hield Adecco de eerste helft van 2007 van elke verdiende euro nog ruim 19 cent over. Inmiddels is dat nog 17 cent. Eenzelfde daling zien we bij Randstad en Manpower, dat van de grote drie zelfs de laagste brutomarge heeft. USG People zag overigens de grootste margedaling: van 24,8 procent in 2007 naar 21,2 procent nu.
Dat is een probleem, want zonder winstgroei houden aandeelhouders het snel voor gezien. En zonder aandeelhouders komt het hele cyclische beursspelletje, waar deze vorm van mensenhandel op draait, tot stilstand. En dat is precies het doembeeld waar analisten al rekening mee houden. Zelfs mensen in de branche geven het toe. Zoals de Belg Alain Dehaze, regionaal directeur van de Franse dochter van Adecco, tot voor kort verantwoordelijk voor de Benelux, en zowel de strateeg als persoonlijke vertrouweling van topman en landgenoot Patrick de Maeseneire.

Standaardwerk

Dehaze herinnerde tijdens het jaarcongres van brancheorganisatie Ciett het publiek daar aan een analistenrapport uit 2000. “Die analist vertelde dat de uitzendmarkt afstevent op een gemiddelde brutowinst van 6 procent. De laatste 10 jaar hebben we toenemende prijsdruk gezien, en die uitdaging gaat niet weg. We moeten ons erop voorbereiden dat marges op termijn onder de 10 procent kunnen duiken.”
Hoewel hij het voorzichtig formuleert, betekent Dehazes toekomstvisie het einde van het reguliere uitzenden. Althans, dat beweren zijn concurrenten. Zo stelt USG-topman Rob Zandbergen dat een marge van 10 procent of lager “zou betekenen dat we als bedrijf geen toegevoegde waarde meer hebben”. Manpower-topman Leentjes gelooft evenmin in marges van minder dan 10 procent, “zeker niet in de Nederlandse markt.” En ook Van de Kraats ziet dat niet snel gebeuren. Toch sorteert de Randstad-cfo wel voor op de mogelijkheid: “Als we 10 procent brutomarge halen met inhousecontracten, kunnen we er heel comfortabel bijzitten. Dat moet dan wel op grote schaal zijn, met veel standaardwerk.”

Binnen schuiven

Met zulke inhousecontracten, volume­afspraken met grote, meestal industriële of logistieke afnemers van flexarbeid, verdient Randstad minder geld per uitzendkracht, maar staat het wel vooraan in de rij als er flexkrachten nodig zijn.
In Amerika is dit concept al geperfectioneerd onder de naam ‘managed service provider’ of MSP. Bij dit concept zet de klant een schil tussen zichzelf en de wirwar aan uitzenders, detacheerders en alle andere aanbieders van flexkrachten – van laaggeschoolde krachten tot IT­professionals. In die schil bepaalt de klant welke aanbieders wel en niet – en tegen welke voordelige voorwaarden – worden ingehuurd, de MSP voert dat uit.
Voor uitzendbedrijven die vanouds rechtstreeks klantcontact hadden, is dat een bedreiging. Daarom hebben de grote uitzenders hun eigen MSP-activiteiten steeds verder uitgebouwd. Niet toevallig is de door Randstad geschaakte SFN Group voorloper op MSP-gebied. Immers, “als je als uitzender zelf MSP bent, kun je in elk geval zoveel mogelijk proberen je eigen mensen naar binnen te schuiven”, zegt Han Mesters, sectorbankier zakelijke dienstverlening bij ABN Amro.

Payroller

Mesters stortte zich negen jaar geleden op de markt voor arbeidsdienstverleners en zag in die tijd de sector razendsnel veranderen. De uitzender maakt niet langer de dienst uit, zegt hij, maar afnemers proberen de rollen om te draaien. Niet alleen met MSP, maar bijvoorbeeld ook met centrale inkoop. “Maar grote klanten zijn ook bezig het uitzendproces uit elkaar te trekken.”
Mesters doelt daarmee op de opkomst van payrolling. Dat werkt zo: een bedrijf vraagt een uitzender om vijf kandidaten. Hij betaalt daarbij een fee voor de werving en selectie, maar plaatst de kandidaten vervolgens bij een goedkope payroller op de loonlijst. En dan begint de druk. “De accountmanager van de klant vraagt zich daarna af waarom die uitzendbedrijven een doorlopende marge op de gewerkte uren moeten krijgen. De uitzenders doen één keer de selectie – waarom blijven ze vervolgens eeuwig facturen sturen?”

Houdgreep van de beurs

Niet gek dus dat de beursgenoteerde uitzenders huiveren van de opkomst van payrolling. Als het tegen een bescheiden marge verlonen en overnemen van de rechten en risico’s van werknemers echt op grote schaal doorbreekt, is hun kip met de gouden eieren dood. Dan wordt uitzenden nog meer een commodity dan het nu eigenlijk al is. Eenzelfde angst hebben de uitzenders voor de opkomst van zzp’ers. Tot nu toe worden die zelfstandigen zonder ­personeel vrijwel genegeerd door de uitzenders, zegt Mesters. Onterecht, denkt hij. “Want je huidige uitzendkracht kan in de toekomst zomaar iemand zijn die zich als zzp’er aanbiedt.”
Maar hij ziet het probleem ook: een zzp’er bemiddelen is minder winstgevend dan het plaatsen van iemand die in dienst treedt. En zo raken de beursgenoteerde uitzenders steeds meer in de houdgreep van die beursnotering.
Payrolling, MSP, zzp’ers: het probleem voor de grote uitzenders is helder. Klanten willen geen marge van 20 procent meer betalen voor hun tijdelijke krachten. Maar de aandeelhouder wil die winst niet kwijt. Dan mogen de oorlogskassen van de grote uitzenders nog wel goed gevuld zijn, met dat dilemma in het achterhoofd is de vraag wie de grootste is ineens niet meer zo relevant.

 

Er zijn forse verschillen in hoe de drie grootste uitzenders ter wereld de omvang van hun oorlogskas berekenen. Toch is er een overeenkomst: alle drie hebben de bank nodig om hun prooien te verschalken. Banken hanteren daarvoor ratio’s, waarvan de belangrijkste de Senior Leverage Ratio is, ofwel: de nettoschuldpositie gedeeld door de EBITDA (inkomsten voor aftrek van rente, belasting en afwaarderingen). De bank eist van Randstad dat die ratio kleiner blijft dan 3,5. In gewoon Nederlands: de schuld moet met 3,5 jaar bedrijfsresultaat kunnen worden afbetaald. Randstad zelf – geïnspireerd door zijn spaarzame oprichter Frits Goldschmeding – streeft naar een leverage-ratio van 2. Volgens die marge is de overnamekas leeg. Maar als het aan de bank ligt, is er dus nog 879 miljoen euro beschikbaar. Voor Manpower stelt de bank een leverageratio van 3,25, die van Adecco is 3. De oorlogskassen zijn berekend met de EBITDA-cijfers en nettokosten van de acquisities van SFN Group en Drake Beam Morin.

 

Tegenover de steeds groter groeiende Grote Drie staan talloze andere bedrijven en bedrijfjes in de arbeidsmarktdienstverlening, die allemaal waarde kunnen toevoegen aan de uitzendreuzen. Enkele namen die rondzingen staan hierboven, waarbij de marktkapitalisatie natuurlijk niet meteen de prijs is die aan de voorgevel hangt. Bovendien kan die beurskoers sterk variëren: eind vorig jaar stond USG People bijvoorbeeld nog op een totale waarde van 1,175 miljard, Brunel op 670 miljoen euro en Hays op een waarde van 2,02 miljard, bijna twee keer zo hoog als nu. Bovendien worden lang niet alle aandelen van de genoemde bedrijven op de beurs verhandeld. Zo is oprichter Alex Mulder nog steeds grootaandeelhouder van USG People, en Jan Brand datzelfde bij Brunel. Dat zij hun bedrijf voor rond de half miljard zullen overdoen aan een andere partij is vrijwel uitgesloten.

 

USG: de ultieme prooi?

Te klein voor het tafellaken, te groot voor het servet. Zo zou je de situatie kunnen typeren van USG People, dat in Nederland met merken als Unique, Creyf’s en Start een ­omzet van 3 ­miljard euro en een marktaandeel van zo’n 16 procent heeft. Daarmee is het Adecco en Manpower, die een ­marktaandeel van zo’n 7 procent hebben, ver voor. Ook in de Belgische, Franse, Duitse, Spaanse en Italiaanse markt speelt het bedrijf uit Almere een rol van betekenis.

Stel, Manpower zou USG People willen overnemen. Dan zou het in Italië Adecco voorbijstreven, en Randstad op achterstand zetten in Frankrijk. En als klap op de vuurpijl zouden de Amerikanen bij Randstad doen, wat Randstad deze zomer bij hen deed: de thuismarkt in een vechtmarkt veranderen. Niet gek dus dat bij tijd en wijle de overnamegeruchten over USG People aanzwellen, zoals in 2006, 2009 en ook dit jaar weer.

Ook het topkader van het bedrijf is op een spoedige deal ingesteld – sinds dit voorjaar heeft het vijfkoppige managementteam recht op een verkooppremie van twee jaarsalarissen inclusief pensioenrechten plus een maand voor elk dienstjaar. Zo casht topman Rob Zandbergen minstens 2 miljoen euro als hij zijn bedrijf weet te ­verkopen – nog afgezien van de waarde van zijn aandelenpakket, dat bij een biedingenstrijd een koersexplosie kan verwachten.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Maar Manpower-bestuurder Hans Leentjes zegt geen interesse te hebben. Sterker nog, volgens hem is “die interesse er gewoon nooit ­geweest.” Noch bij hem, noch bij zijn aandeelhouders. “Stel, jij bent bij ons grootaandeelhouder. En we hebben je vijf jaar lang verteld dat we gaan investeren in professionals, in oplossingsgerichte nieuwe dienstverlening in de bovenkant van de markt, in specialisatie. En na vijf jaar bellen we je op om te zeggen dat we de traditionele uitzender USG People overnemen.” Retorisch: “Hoe zou jij dan reageren?

> Volg de ontwikkelingen bij USG People

 
Lees ook:

Peter Wennink neemt afscheid van ASML: ‘Ik zie in hem wel de nieuwe premier’

Hij geldt als de meest invloedrijke captain of industry van Nederland. Peter Wennink, de ceo van ASML, neemt vandaag afscheid van het bedrijf. Een profiel van de man die ooit stotterde, maar nu even makkelijk een gesprek aanknoopt met de receptioniste als met de president van Zuid-Korea.

peter wennink asml ceo afscheid
Onder leiding van Peter Wennink groeide ASML uit tot het grootste bedrijf van Nederland.

Een beetje kletsen. En dat de hele dag door. Toen de dochter van Peter Wennink ruim tien jaar geleden vroeg wat haar vader nu eigenlijk deed, was dit het antwoord dat ze kreeg. Haar reactie was er eentje om in te lijsten: ‘En daar krijg je zoveel geld voor?’

Natuurlijk was het antwoord van Wennink een simplistische weergave van de werkelijkheid. Maar mensen die dagelijks bij ASML op de werkvloer te vinden zijn, zullen hier toch een kern van waarheid in ontdekken.

Ontbijten in de bedrijfskantine

Hun aanvoerder geldt namelijk als een bruggenbouwer, iemand die graag over de verschillende afdelingen loopt en daar met willekeurige mensen een gesprek aanknoopt. Hij heeft lak aan rangen en standen. Als bestuurder wil hij vooral benaderbaar zijn.

Toegegeven, dat roepen wel meer ceo’s. Om zich vervolgens het grootste deel van de dag in hun eigen bunker te verschuilen, ver weg van de werkvloer. Maar Wennink voegt de daad bij het woord. Concreet voorbeeld? De topman ontbijt elke ochtend om half acht in de bedrijfskantine, tussen het personeel in. Croissantje op het bord, kopje koffie erbij en druk in gesprek met iemand die toevallig tegenover hem zit.

Het is zijn manier om de stemming te pijlen en de boel bij elkaar te houden. Wennink hekelt eilandjes. Dat mensen niet meer weten wat de ander aan het doen is, beschouwt hij als één van de grootste bedreigingen voor een organisatie waar het gaspedaal voortdurend wordt ingetrapt.

Lees ook: Waarom ze bij ASML innoveren met mensen met autisme en ADHD

Grootste beursbedrijf van Nederland

Want dat doen ze bij ASML. Onder leiding van Wennink groeide de marktwaarde van het bedrijf naar ruim 300 miljard euro. De afgelopen tien jaar werd het aandeel ruim veertien keer zoveel waard. Dat ziet Wennink overigens ook terug in zijn eigen portemonnee. Een deel van zijn salaris is namelijk in de vorm van aandelen.

Was de omzet tien jaar geleden nog 5,2 miljard euro, inmiddels is dat gestegen naar iets meer dan 27 miljard euro in 2023. Wie Wennink langs deze financiële meetlat beoordeelt, kan niet anders concluderen dat hij een uitstekende prestatie op de mat heeft gelegd.

Of beter gezegd: zij. Want een profiel over Wennink is eigenlijk niet compleet zonder de rol van Martin van den Brink te benoemen. Ook hij neemt op 24 april afscheid tijdens de aandeelhoudersvergadering. Van den Brink was er al bij toen ASML in 1984 werd opgericht en geldt al heel lang als het technische brein van de organisatie. Wennink is weliswaar het uithangbord, maar in werkelijkheid runnen ze de tent samen.

asml martin van den brink peter wennink
Cto Martin van den Brink (l) en ceo Peter Wennink nemen op 24 april afscheid van ASML. Foto’s: ASML

Een katholieke opvoeding

Peter Wennink groeide op in Huizen, een oud-vissersdorp aan het Markermeer, niet ver van Hilversum. Zijn vader was technisch tekenaar bij Philips. Saillant detail: uit dat bedrijf zou later ASML als spin-off ontstaan. Wenninks moeder zorgde voor het gezin, dat bestond uit zes kinderen.

Het geloof speelde een prominente rol thuis. Maar dat is inmiddels niet meer het geval, zo vertelde Wennink vorig jaar nog in een podcast tegen Roelof Hemmen. Wat hij wél uit zijn jeugd meenam? De waarden en normen die er met de paplepel werden ingegoten.

‘Dat gaat vooral over verantwoordelijkheid. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor wat er om je heen gebeurt. Het is zaliger te geven dan te ontvangen’, zo zei de ASML-topman tegen Hemmen.

‘t Gooi heeft Wennink inmiddels ingeruild voor Brabant. Hij is getrouwd, heeft twee kinderen en woont al lange tijd in Oerle, een dorpje aan de westkant van Veldhoven.

De stotterende accountant

Communiceren gaat Wennink makkelijk af. Bij de presentatie van nieuwe kwartaalcijfers is hij de man die feilloos de pers te woord staat. De volgende dag is hij alweer bij klanten over de vloer in Taiwan, waarna hij diezelfde avond nog uitgebreid dineert met de president van Zuid-Korea.

‘Weinig mensen komen op zoveel plekken als hij’, vertelt Rianne Letschert. Zij is bestuursvoorzitter van Maastricht University en sinds september 2022 aanvoerder van het Nationaal Groeifonds. Wennink staat haar bij als vicevoorzitter, een rol die hij volgens haar uiterst serieus neemt.

‘Ik had hem gistermiddag nog even aan de lijn. Meestal begin ik het gesprek met de vraag waar hij deze keer nou weer beland is. Wat daarbij opvalt, is dat hij bijna altijd meteen opneemt of snel reageert. Of hij nu in de Verenigde Staten of Zuidoost-Azië is. Gesprekken met hem zijn in ieder geval altijd boeiend.’

Dat is best opmerkelijk te noemen, als je bedenkt dat Wennink lang heeft gestotterd. Tegenover het FD zei hij daarover twee jaar geleden nog: ‘Ik weet nog heel goed dat een mede-partner bij Deloitte zich hardop afvroeg of ze iemand die stottert wel partner konden maken. Terwijl ik naast hem stond. Toen ik later cfo werd bij ASML, vonden ze dat natuurlijk geweldig bij Deloitte. Maar ik wist dat nog wel.’

peter wennink ceo asml
Peter Wennink. Foto: ASML

Speelbal in handelsoorlog

Toen Wennink in 1999 bij ASML aan de slag ging, had het gros van Nederland nog nooit van dit bedrijf uit Veldhoven gehoord. Hoe anders is dat vandaag de dag. De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, noemde de chipmachinebouwer tijdens een werkbezoek zelfs één van de belangrijkste bedrijven in de wereld.

In de mondiale markt voor halfgeleiders spelen de Veldhovenaren een cruciale rol. Negen van de tien nieuwe chipmachines komen hier vandaan. Ze worden gebruikt om de meest geavanceerde chips te produceren die wij nodig hebben voor onze smartphones, elektrische auto’s en laptops.

Deze prominente positie zorgt inmiddels voor spanningen op het wereldtoneel. De Amerikaanse overheid legde zelfs exportrestricties op voor China, nota bene de markt waar voor ASML de meeste groei te vinden is. Zo is Peter Wennink, de tweede zoon uit een naoorlogs gezin waar nooit ruimte was voor al te veel luxe, het middelpunt geworden van een handelsoorlog op het allerhoogste niveau.

Lees ook: ASML: van spin-off van Philips naar speelbal in chipoorlog met China

Zo laveert hij continu tussen grote belangen. Die van aandeelhouders, klanten, leveranciers en – in dit geval – twee grootmachten. Het is een ingewikkeld schaakspel, maar Wennink voelt zich daarbij als een vis in het water.

Zorgen over de toekomst

Het bewaren van de harmonie vindt hij belangrijk. Toch weerhoudt hem dat niet om zo af en toe flink uit te halen. In september waarschuwde hij nog dat Europa achterop dreigt te raken in de wereld. ‘We hebben veel losse oplossingen, maar die zijn niet met elkaar verbonden. De overheid moet een langetermijnvisie geven. Die is er niet, het ontbreekt aan focus.’

Letschert ziet een man met zorgen over de toekomst van Nederland. ‘Hij snapt niet dat politici standpunten innemen die niet goed zijn voor de economie en onze maatschappij. Daar kan hij heel fel in zijn.’ Als voorbeelden noemt ze het strengere beleid voor buitenlandse studenten en kenniswerkers.

Peter Wennink: nieuwe premier van Nederland?

Op 24 april is de jaarvergadering bij ASML. Dan zal Christophe Fouqet worden voorgedragen als nieuwe topman van het bedrijf. Diezelfde dag nog leggen Wennink en zijn co-president Van den Brink hun taken neer.

Lees ook: Nieuwe ASML-ceo Christophe Fouquet krijgt een riante erfenis mee, maar ook een paar hoofdpijndossiers

En dan, tijd voor een welverdiend pensioen zou je denken. Rianne Letschert denkt niet dat het daar al van komen gaat. ‘Peter is enorm bevlogen. Hij is nog veel te scherp en fit om achter de geraniums te gaan zitten. Die gaat geheid snel een andere functie bekleden.’

Die van bewindsman wellicht? Letschert vindt het geen slecht idee. ‘Hij is de ideale minister van Economische Zaken, iemand die zich bekommert om het toekomstig verdienvermogen van Nederland en belangrijke integrale vraagstukken als talentontwikkeling, digitalisering en de arbeidsmarkt. Er zijn bovendien weinig mensen met zo’n wereldse blik als hij. Weet je, eigenlijk zou ik in hem zelfs de nieuwe premier zien.’

Minister-president Peter Wennink. Wie kan het de onderhandelaars in Den Haag influisteren?

De burgemeester van Veldhoven over Peter Wennink

marcel delhez burgemeester veldhoven
Marcel Delhez. Foto: Brigit Strijbos

Als burgemeester van Veldhoven heeft Marcel Delhez met enige regelmaat contact met Peter Wennink. ‘Niet om vergunningsaanvragen erdoorheen te krijgen hoor, dat loopt gewoon via de reguliere afdeling. Maar we praten natuurlijk wel over de toekomst van ASML en de impact daarvan op onze gemeente’, aldus Delhez.

Daarmee doelt hij onder meer op woningbouw, openbaar vervoer en het vastlopende wegennet rondom Veldhoven. Delhez heeft met Wennink een bestuurder die zeer betrokken is bij zijn omgeving. Ook als het niet om niet-ASML gerelateerde kwesties gaat trouwens. ‘Zo heeft hij me ooit gebeld over een noodgebouwtje voor de basisschool in Oerle. Ook met dit soort dingen is hij in zijn hoofd dan bezig dus.’

Delhez typeert hem als iemand die nooit een rookgordijn optrekt. What you see is what you get. ‘Peter is doorgaans zeer uitgesproken en tegelijkertijd heel no-nonsense. Als we elkaar rond lunchtijd treffen in de toren van ASML, dan staat er geen uitgebreid buffet op tafel. Gewoon was broodjes met ham en kaas, dat vindt hij voldoende.’

.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

.

Lees ook: Hoe deze drie blinde vlekken ASML pijn hebben gedaan