Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De Waag-sessies – De werknemer van 2025

Hoe werken we in 2025? Zijn we allemaal getransformeerd tot  self-Consious Hyper Individual Professionals. Zijn we 24 uur per dag bereikbaar – in het Engels – voor onze werkgevers? Hebben we de pijnpunten van de hedendaagse arbeidsmarkt – inflexibiliteit, de te langzaam groeiende productiviteit, en de knellende arbeidsverhoudingen eindelijk opgelost?

 

Hoe ziet ‘de' werknemer er over 17 jaar uit? En wat hebben in 2025 bedrijven, overheden, managers en niet te vergeten de jeugd van tegenwoordig allemaal geleerd om daar te komen?

Op uitnodiging van Management Team zijn drie visionaire gasten aangeschoven in de torenkamer van het restaurant in de Waag. In willekeurige volgorde: Hans van der Steen, directeur arbeidsvoorwaarden van AWVN. Zijn dagelijks werk is om werkgevers bij te staan op het gebied van arbeidsvoorwaarden. Naast hem zit Hans Leentjes, algemeen directeur van Manpower Nederland. Zijn belang bij het kennen van de werknemer van de toekomst is evident. Zolang hij vraag en aanbod bij elkaar kan blijven brengen blijft hij in business. De derde genodigde is Paul de Beer, bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam.

Geen betere plaats om de toekomst in te kijken dan de Waag, het oudste seculiere bouwwerk van Amsterdam. Veilig beschut door voor de eeuwigheid gebouwde dikke muren. Boven onze hoofden sneed men eeuwen geleden lijken open in het Theater Anatomicum. Om kennis op te doen. Nu is het minder bloederig, maar niet minder leerzaam.

Zijn we in 2025 overspoeld door de Chinezen en leveren we achterhoedegevechten, of zijn we king of the world? Kortom, in welke wereld we dan?

De Beer: "Als kind keek ik naar projecties over de wereld in het jaar 2000. Iedereen had zijn eigen helikopter, loopbanden transporteerden ons door de straten en een energieprobleem was er niet. Niet dus. Maar ik realiseer me ook dat 20 jaar geleden niemand had voorzien dat de muur een jaarlater zou vallen."

Leentjes: "Mentaal leveren we mogelijk een achterhoedegevecht. In 2025 hebben we het nodige te verwerken gekregen van de Chinezen. Maar reëel valt het mee. Onze infrastructuur – wegen, dataverkeer en riolering – zijn zo goed ontwikkeld dat we onze voorsprong vasthouden. In ieder geval ten opzichte van het achterland van China."

Van der Steen: "Van de CPB scenario's zijn mij er twee bijgebleven. Dat van de hyperconcurrentie, waarin iedereen om alles met iedereen concurreert en dat van de mondiale solidariteit. Dat laatste, daar hoop ik wel een beetje op. Maar in 2025 hebben we nog steeds een markteconomie, waar ook andere elementen – waarden – een rol spelen."

In 2025 komen de kenniswerkers overal vandaan…

De Beer: "Ik weet eigenlijk niet of dat zo is, het voordeel van internationaal zoeken is niet zo heel groot. Maar mijn markt, die van onderzoekers, is al internationaal en bij mijn organisatie is Engels de voertaal. Je loopt aan tegen communicatieproblemen."

Leentjes: "Ik zie wel een sterke internationalisering. Er gebeurt volgens mij ook wat anders. Wat nu geoutsourced wordt, gaat straks op afstand. Alles kan met behulp van nieuwe communicatietechnologie. Als je nu een baan hebt die je ook via het net kunt doen, dan moet je je zorgen maken. Er staan dan een miljard mensen klaar om je werk over te nemen."

De Beer: "Dat zal wel, maar waarom nam het vliegverkeer dan zo hard toe, dat was toch vooral om al die internationaal opererende zakenmensen face to face te laten praten?"

Van der Steen: "Het wordt een combinatie. De fysieke contacturen nemen af, maar bij besluitvorming en teamvorming is fysiek contact onontbeerlijk."

Leentjes: "Met nieuwe technieken zal dat beter gaan. Wij zijn zo opgegroeid met dat contact, dat we niet zonder kunnen. Daarom zal er wel een generatie over heen gaan, maar het is toch echt een kwestie van tijd."

Wat kan onze internationaal concurrerende werknemer? Welke vaardigheden en competenties kreeg onze jeugd mee na de onderwijshervorming in 2012?

De Beer: "Verplicht Engels in de eerste groep van de basisschool."

Van der Steen: "En onderwijsinstituten leveren nazorg, een soort onderhoudscontract. Kennis moet op peil blijven en zich vernieuwen. Het verwachtingspatroon dat je na het behalen van je diploma klaar bent, dat is er dan uit."

Leentjes: "Voor de bovenkant van de arbeidsmark zijn wiskunde en economie verplicht, dat geeft analytisch voordeel. Dat is een essentiële vaardigheid om uit die verder aanzwellende informatiestromen de kennis te scheiden."

Van der Steen: "En dan ook geschiedenis toevoegen."

De Beer: "In brede zin moeten ze over meer basiskennis beschikken. Nu ontbreekt de samenhang. Geschiedenis is meer dan een opeenstapeling van feitjes. Het gaat om het aanleren van een kritische omgang met informatie en structuurherkenning."

Leentjes: "Dan pas wordt informatie kennis."

De Beer: "Dat raakt aan een laag dieper. Wat iemand uiteindelijk tot een goede werknemer maakt wordt door dezelfde factoren bepaald als 20 jaar geleden. Ook toen draaide het om dat ene briljante ideetje wat anderen niet hebben."

In 2025 drukt de self Consciuous Hyper Individual Professional, de Chip in futurologenjargon, zijn stempel op de arbeidsverhoudingen. Deze zzp'ers van de kenniseconomie beperken zich niet tot één werkgever. Waar hebben we onze organisaties moeten aanpassen?

Leentjes: "Bedrijven zoeken altijd naar balans, maar de macht schuift richting werknemer. Die krijgt meer ruimte en zelfstandigheid. Wanneer er sprake is van schaarste speelt loyaliteit een rol, wederzijds. Dat wordt dan een asset. Geborgenheid blijft een belangrijk element, ook in het werk. De geborgenheid krijgt wel een vluchtiger karakter. Andersom, die moderne werknemer heeft ook meerdere opdrachtgevers."

Van der Steen: "Vertrouwen speelt in die relatie een belangrijker rol. Al is het maar omdat de mensen fysiek minder bij elkaar zijn."

De Beer: "Maar voor die ruimte en dat vertrouwen heb je een duurzame relatie nodig. Dat staat op gespannen voet met het idee dat ze binding hebben met verschillende opdrachtgevers binnen dezelfde tijd. Je moet kiezen voor of een duurzame relatie of een opdrachtverhouding."

Leentjes: "Bedoel je dat een duurzame verhouding met drie opdrachtgevers niet mogelijk is? Dan kijk je naar het verleden. Ik denk dat het wel kan. Ik weet niet of de grens bij twee of drie banen ligt. Een parttime baan van 16 uur kan wel en twee banen van 16 uur kan niet?"

Van der Steen: "Het zal naast elkaar bestaan. Als een werkgever je de ruimte geeft, dan maakt het niet uit, dan kun je prima fulltime voor een organisatie werken. Maar als je in de randstad woont en je kunt zonder eindeloos veel reistijd kwijt te zijn voor vijf opdrachtgevers werken bij jou in de eigen omgeving. Dan doe je dat."

De Beer: "In de toekomst concurreren bedrijven vooral op hun vermogen om mensen te motiveren. Daar zit hun concurrentievoordeel. Dat vraagt aardig wat van een organisatie en het management."

Van der Steen: "Het wordt lastiger. In 2025 heb je die ondernemende en mondige werknemer die ook voor drie of vier opdrachtgevers tegelijk werkt. Dat vraagt heel wat van de werkgever om daar die loyaliteit af te dwingen. Die Chip eist scherpte, kwaliteit en leiderschap van de werkgever."

De macht is grotendeels in handen van de werknemer gekomen. Gelijkwaardigheid is het sleutelwoord. Wat kan de manager in 2025 wat hij vandaag nog niet kan?

Leentjes: "Authentiek leiderschap, dat is de sleutel. Het gaat dan allang niet meer om de regels, maar centraal staat de vraag: hoe voeg ik als leider waarde toe aan de mensen die er zijn. Dat kan op alle mogelijke manieren, als die maar eerlijk is."

Van der Steen: "Het gaat om balans. Enerzijds wil je een resultaat- en klantgerichte cultuur hebben en wil je dat werknemers oog hebben voor de belangen van de onderneming. Anderzijds hebben diezelfde werknemers steeds meer individuele belangen. Die twee dingen combineren, dat is de kunst van het management."

Leentjes: "Het wordt zeer versterkt sturen op output…"

Van der Steen: "Wat ik nu al bij mijzelf merk is dat je mensen moet loslaten, ook het idee dat je ze om je heen moet hebben. Loslaten is dan wel een cliché, maar het is wel die essentie. Het was even wennen, maar mijn secretaresse werkt één dag per week thuis. Outputgericht als we dan zijn gaan we van tijd- naar functiecontracten."

In 2025 is thuiswerken de norm. Bedrijven hebben geen hoofdkantoren meer. Eindelijk zijn de files opgelost en we rijden door als we incidenteel tijdens de spits de weg op moeten…

De Beer: "Ik hoor al tien jaar dat we de files oplossen door thuis te werken. Het kan ook al tijden, maar het heeft nog steeds geen grote vlucht genomen. Daar zitten ook sociaal emotionele factoren bij. Het zoeken naar geborgenheid, zoals Leentjes dat noemt wellicht?"

Van der Steen: "Die trend is onomkeerbaar. Wat ik wel voor me zie is dat PA's bijvoorbeeld niet in dienst zijn van één baas, maar in een klein lokaal bureautje verzameld zijn. En vanuit die locatie meerdere opdrachtgevers bedienen."

De Beer: "Het klinkt allemaal logisch, maar het gebeurt langzaam. Ik denk dat we dan nog steeds grotendeels naar kantoor gaan."

Leentjes: "Het gaat altijd langzaam. Mijn mensen kunnen nog steeds niet thuiswerken. Dat heeft alles te maken met de investering en de keuzes die je maakt. Ook de proceskant, het management is een vertragende factor. Het management moet eraan toe zijn. Zelf durf ik de discussie niet te starten."

Die losvast, voor meerdere opdracht- en werkgevers, chip heeft gelijkwaardige relatie met zijn  bazen… Hoe verdelen we de verantwoordelijkheden rond ziekte en scholing?

Van der Steen: "Decennia lang was dat een ondernemersprobleem, in 2025 is ieder voor zich verantwoordelijk voor zijn marktwaarde en ontwikkeling."

De Beer: "Maar als de krapte op de arbeidsmarkt een structureel karakter heeft, wat we allemaal denken, kunnen werkgevers het zich dan permitteren zich dat niet toe te eigenen?"

Leentjes: "Ik denk dat de overheid daar een rol in moet spelen. Werkgevers en bedrijven denken op korte termijn en zijn beursgestuurd. Ze reageren heel cyclisch. Dus de overheid moet daar wat meer mee."

Van der Steen: "Dat zie ik nu al gebeuren en werkgevers zullen allemaal mooie arrangementen bedenken om dat te faciliteren."

De Beer: "Ok, die individualisering van verantwoordelijkheid is misschien zo, maar ik zie een groot probleem. Het risico van onverstandige keuzes en kuddegedrag."

Van der Steen: "In de toekomst staat in een wervingsadvertentie 'lidmaatschap van FNV strekt tot aanbeveling'. Want dan is de vakbond een adviesorganisatie voor individuele werknemers. Dan weet je namelijk dat je iemand binnenhaalt die zich laat bijstaan en waar nodig deskundigheid aantrekt. Ook voor de ziektekosten en pensioenen zijn werknemers in 2025 grotendeels zelf verantwoordelijk. Maar dat regelen ze buiten de muren van de onderneming."

De Beer: "Je verliest enorm veel voordelen van schaalgrootte. En de wensen zijn grotendeels gelijk, blijkt uit onderzoek. Ik voorspel dan ook dat het formeel een soort vrij systeem is, maar in de praktijk een default-keuze die door bijna iedereen gemaakt wordt."

Van der Steen: "Werknemers in 2025 hebben behoefte aan die eigen keuze en die vrijheid om zelf te regelen, daar ben ik van overtuigd. Net als het paternalisme in het vakantiegeld dan tot het verleden behoort."

De Beer: "In heel veel gevallen is daar geen behoefte aan. Waarom veranderen als het functioneert?"

Van der Steen: "Omdat je zoekt naar een klimaat waar klant- en resultaatgericht werken worden ondersteund."

Hans van der Steen, directeur arbeidsvoorwaarden van AWVN: 'De fysieke contacturen nemen af.'

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Hans Leentjes, algemeen directeur van Manpower Nederland: 'Geborgenheid blijft een belangrijk element.'

Paul de Beer, bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam: 'je hebt een duurzame relatie nodig.'