Gidsen voor bestuurders

Het Rijnlandse model biedt een besturingsfilosofie die perfect past bij de bedoeling van organisaties die in het publieke domein opereren. Gidsen voor bestuurders is een leergang om bestuurders kennis te laten maken met het Rijnlands doen en denken.

De leergang is ontwikkeld door Jaap van der Mei en Harold Janssen. Van der Mei vertelt hoe zelfsturende teams zijn te installeren. Hij schetst wie precies wat moet weten en bijdragen om die teams tot een succes te maken. Janssen trekt dat ontwikkelingsproces in een breder verband, om ook andere routes in het zicht te houden. Want verander-processen zijn te complex voor het menselijk brein, en dus is het de kunst om in twijfel te durven trekken wat je meent waar te nemen. Maar zonder verwarring te zaaien. Barbara Sanders gaat aan de slag met de deelnemers, om hun kracht als gids beter in te kunnen zetten. Daar zitten ook niet-cognitieve aspecten aan.

Zes thema’s

De leergang bestaat uit zes blokken. Elk blok start op donderdagochtend om 11.00 uur en eindigt op vrijdagmiddag om 16.00 uur. Steeds worden korte sprintjes van twee uur gemaakt, waarna er weer even tijd is om op adem te komen. Onder het motto ‘leiderschap begint met een beetje goed voor elkaar zorgen’, bereidt Harold heerlijke maaltijden. Werken met de paarden is een vast onderdeel. Dat levert een prima cadans op, te vergelijken met die van verander-processen in organisaties die ook met tussensprintjes verlopen.

Ieder blok heeft een thema. De eerste vijf thema’s zijn: (1) het bestuur en de basics, (2) veranderingen in de voorste linie, (3) veranderingen in de achterste linie, (4) het veranderkundig VanPlan en: (5) effectieve interventies. Het zesde blok, na de zomer, wordt opengelaten, om puntjes op de i te zetten van een Meesterproef.

Functioneren als gids

Deze thema’s zijn de kapstok waaraan alle onderwerpen worden opgehangen. Deelnemers dragen die onderwerpen zelf aan. De filosofische vragen van Emanuel Kant vormen onze leidraad. Wat moet je weten? Wat kun je doen? Wat mag je hopen? Met andere woorden: op welk effect je mag rekenen en wat als er iets anders gebeurt? En natuurlijk de vierde vraag van Kant: Wer ist der Mensch?

In ieder blok komt het thema op verschillende manieren aan de orde. Een rode draad daarin is het streven naar congruentie. Een ander steeds terugkerend aspect is de ontwikkeling in jezelf in relatie tot het goed functioneren als gids van een bestuurder.

In elk blok is er een gast met een eigen verhaal. Dat voedt en geeft verbreding. En in elk blok wordt gewerkt met Barbara van Team Buitengewoon en haar kudde onbereden paarden. Jaap van der Mei vertelt over zijn eigen ervaringen en Harold Janssen geeft steeds achtergronden bij het thema. Altijd wordt er tijd genomen tijd om zaken samen uit te werken.

Een belangrijk onderdeel is om na een blok de deelnemers bij elkaar op bezoek te laten gaan. De context van de anderen verruimt de blik. Het is de bedoeling om daar een klein onderdeel van het thema uit te werken en te presenteren. Bewust gaat het om een ‘klein’ onderdeel, zodat er voldoende tijd is om de diepte in te gaan en samen te kunnen focussen op congruentie.

Klaar voor de toekomst

Deelnemers worden betrokken bij het kiezen van de te behandelen onderdelen van de thema’s, om zo optimaal aan te sluiten bij de complexe en weerbarstige werkelijkheid en toekomst. Die toekomst is bovendien aan co-creatie. Behalve aandacht aan de inhoud, is er veel aandacht aan het proces. Onder het motto: als de leuning beweegt, heb je alleen houvast aan elkaar.

De leergang vindt plaats onder auspiciën van DeLimes, valt daarmee onder CRKBO- erkenning en levert maximaal 102 studiepunten op.